Jan van Diermen
De tijd dat de Scheeresliep nog gewoon langs de deur kwam is reeds lang voorbij. Toch kunnen we, net als in vroeger dagen, die oude scheeresliep weer bewonderen.
Jan van Diermen uit Lunteren bouwt en verbouwt aanhangwagens, karren, bakfietsen en kruiwagens etc.. Sinds kort heeft hij een oude scheeresliep, die hij van een oude bakbromfiets demonteerde, geheel restaureerde en in stijl herbouwde.
Vakman met gouden handen
Als we over het erf en door de werkplaats van Jan van Diermen aan de Oranjestraat in Lunteren kuieren vliegen we van de ene verbazing in de andere.
Als we, na de nodige complimenten voor de schitterende vernieuwde ‘scheeresliep’, in gesprek komen met Jan van Diermen begrijpen we nog maar half hoe handig hij is. Want niet alleen de oude scheeresliep is in ere hersteld, hij blijkt een echte, gedreven, vakman met gouden handen te zijn. Hij bouwt ook aanhangwagens, karren, bakfietsen, transportfietsen en marktkramen. Bekijk ze maar eens op zijn website.
De scheeresliep
“Ja, vanouds komt hij uit een woonwagenkamp bij Assen, maar ik heb ‘em in Borne gekocht”, aldus Van Diermen. “Die bakfiets, dat was niet origineel, zo’n scheeresliep moet echt houten spaakwielen hebben. Alles bij elkaar ben ik er wel een paar maanden mee bezig geweest!”
[slideshow_deploy id=’1004′]
Nou, het resultaat mag er zijn, op de Oud Lunterse Dag en op onze donateursavond in oktober kon men Jan van Diermen aan het werk zien met zijn ‘Scheeresliep’.
Historie
Vroeger had de scharensliep genoeg werk, als hij langs de deur kwam. Ze verschenen dan ook regelmatig in dorp of stad. Huismoeders met botte scharen en messen kwamen uit heel wat deuren naar buiten gelopen. Soms was de scheeresliep wel enkele uren druk in een en dezelfde straat. Was hij klaar, dan stapte hij op z’n bakbromfiets of duwde hij z’n scheeresliep verder naar de volgende straat.
In twee stukken
Zijn werk was eenvoudig, hij trapte op de plank, de assen en riemen brachten het grote vliegwiel aan het draaien en de slijpstenen lieten een klein vuurwerk in het rond spatten als de hand van de scharenslijper het staal bij de steen hield. Er kon nat (met water) en droog geslepen worden.
We hebben er vaak als kind bij staan kijken als de scheeresliep weer in de buurt was. Soms schrok je als je zag hoe moeders schaar met één hamerklap in twee stukken uiteen viel. Maar… dat moest wel om goed te kunnen slijpen. Na afloop werden, met een nieuwe pen, de bladen weer aan elkaar geklonken. Dan leek het wel een hele nieuwe schaar.
Bron: Het boekje “En zo gaat vroeger voorbij…” van Jac. Gazenbeek