In het boek “Het dorp Barneveld in de jaren vijftig” (2002) staat een artikel over de Barneveldse ‘weekmarkt’, ook wel de ‘Lapjesmarkt’ genoemd.
In dat artikel wordt o.a. Teun Banaan beschreven: “Meer richting “De Straaljager” en garage Stronks had een handelaar in fruit z’n vaste plekje. De uit Rotterdam afkomstige Teun (“de Bananenboer”) was ‘n echte standwerker. Hij droeg altijd een hoge zwarte hoed en deed nogal in rijpe bananen. Hij trachtte af en toe, bij voorkeur een jongedame, tot stikkens toe van zijn gele vruchten te laten genieten. Deze werd dan ‘uit de hand gevoerd’ en soms kreeg je de indruk dat de bananenpulp er welhaast uit neus en oren moest komen! Volgens marktkoopman Wim van Beek uit Voorthuizen “douwde hij er elke donderdag wel een paar ton bananen uit”.
Frans Louwers schreef in de Veluwenaar van oktober 2004 een artikeltje over Teun Banaan.
Volgens hem zou Teun Banaan niet uit Rotterdam, maar uit Amsterdam komen. Hij trok deze conclusie omdat Teun Banaan altijd vaste prik het lied: “Bij ons in de Jordaan” stond te galmen en een rasechte Rotterdammer zou dat volgens Frans nooit doen. En…. op de bananenkisten van Teun stond Amsterdam.
Maar die laatste redenatie klopt niet. Op de kisten van Teun stond welliswaar “Amsterdam” maar ook “Utrecht”.
Teun kocht zijn handel bij bananenimporteur Oostrum. Dat, inmiddels opgeheven, bedrijf was gevestigd in Amsterdam en had een filiaal in Utrecht. De vermelding op de kisten zegt dus niets over de herkomst van Teun.
Het luidkeels te gehore brengen van Johnny Jordaans’ hit Bij ons in de Jordaan is een veel sterkere aanwijzing voor de herkomst van Teun, maar echt zekerheid geeft dit niet.
Omdat mij (als Amsterdammer) werd gevraagd of ik soms meer informatie over Teun Banaan had ben ik daar naar op zoek gegaan. Maar helaas heeft Teun in Amsterdam geen duidelijke sporen achter gelaten.
Wel leerde ik dat marktkoopman Wim Verbeek in het boek de omzet van Teun verkeerd inschat. Het is, zelfs voor een hele goede standwerker, niet mogelijk is om enkele tonnen bananen op een dag te verkopen. Volgens mijn informant werden overrijpe bananen in de 60-er jaren per pond verkocht. Om een ton bananen weg te zetten heb je dus 2000 klanten nodig. Een standwerker heeft – nog steeds – gemiddeld een halve minuut per klant nodig. Dat is inclusief de voor de “act” benodigde tijd. Voor 2000 klanten is dus 16 uur nodig. En zo lang duurt een gewone marktdag niet.
Ook ontdekte ik dat Teun Banaan niet de eerste standwerker met bananen op de Barneveldse markt was.
Dat was Dorus Hebing (1880-1943). Voor de tweede wereldoorlog trad Dorus Hebing op gezette tijden op als standwerker met bananen. Hij deed dat op een dusdanige wijze, dat hij de bijnaam als “Dorus, de bananenkoning” kreeg. Er zijn twee duidelijke overeenkomsten tussen Teun en Dorus. Beide kochten ze hun bananen bij Oostum en ze droegen alletwee een hoge hoed tijdens hun werkzaamheden.
Dorus was een gezien man bij zijn klanten. Daar maakte hij wel eens misbruik van,. Zo gaat het verhaal dat, toen hij terug kwam van de markt in Deventer, hij gewoonte-getrouw aanging bij een boerenfamilie in Twello.
De familie zat , bij geopende ramen, aan tafel en stond op, om hem aan de achterdeur te ontvangen. Dorus liep echter snel naar het geopende raam, stapte naar binnen en at een op een bord liggende kotelet op.
De boer en boerin kwamen onverrichter zake terug in de huiskamer en zagen hem daar vergenoegd smullen. Ze zullen best boos zijn geweest, maar Dorus kon bij hen geen kwaad doen.
Als er niet voldoende goedkope bananen te koop waren schakelde Dorus over op ander fruit. Dat deed Teun ook. Op de foto’s uit 1961 zijn duidelijk kistjes met druiven zichtbaar.