Ik ben gepensioneerd faunabeheerder van Vereniging Natuurmonumenten.
Na 45 jaar heeft het beroepshalve jagen met het geweer grotendeels plaats gemaakt voor mijn grote hobby: jagen met de camera.
De laatste jaren sta ik zelfs in dubio of ik mijn jachtakte nog wel zal verlengen.
Met de camera ben ik namelijk het hele jaar actief, in tegenstelling tot jagen met het geweer. Laat ik hierbij duidelijk stellen dat ik de belevingswaarde van beide natuur-activiteiten nagenoeg hetzelfde ervaar. Bij beide activiteiten is het uitgangspunt hetzelfde: “bemachtingsdrang”. Maar er is één groot verschil !
Bij de uitvoering van populatiebeheer en/of schadebestrijding ligt, met één welgemikt schot, een stuk wild horizontaal.
Door de camera “geschoten” wild blijft leven. Ik hoop dan dat ik die kapitale reebok of dat hert het volgend jaar weer voor mijn telelens krijg. Dat is voor mij een ultieme uitdaging en ik kijk daar echt naar uit. Prangende vragen zoals: zal die reebok of dat edelhert terugzetten in gewei of juist nog kapitaler worden? Blijft hij de plaats-bok of plaats-hert? Ik hoop dan dat het niet zal worden geforkeld of door een buurjager uit het bestand wordt weggenomen. Laat ik maar helemaal niet denken aan de hebzuchtige lieden die zich met stroperii bezighouden. Gelukkig lijkt die laatste categorie af te nemen.
Het zal duidelijk zijn dat de fractie van een seconde dat ik, met een krommende wijsvinger, de trekker van m’n buks overhaal of de ontspanknop van m’n camera indruk, niet ervaar als zalig makend. Nee, een geruisloze jacht met buks of camera komt geregeld voor. Ook zonder buit kan ik intens van de natuur genieten.
Verrassingsaanval op de nestholte van een specht.
Soms, heel onverwacht, ontstaan er van die plotselinge situaties zoals mij vorig jaar overkwam.
Op een vrijdag in juni had ik, gewoon langs een wandelpad ergens op de Zuid-Veluwe, mijn schuiltent opgezet. Ik wilde de voerende Grote Bonte Specht voor de nestholte in een oude inlandse eik platen.
Mijn schuiltent had ik nog wat aangekleed met wat takken zodat de doorsnee wandelaar of fietser hem niet zou zien. Anders krijg je van die conversaties waar ik op zo’n moment echt niet op zit te wachten.
Na enige tijd te hebben gepost scheerde plotseling één of andere roofvogel over mijn schuiltent en knalde op de hongerige, schreeuwende en half uit de nestholte hangende jonge spechten.
Je zou denken: mooi geluk, de camera met ingestelde telelens op repeteer stand en de begerenswaardige wereldplaten zijn in aantocht. Niets is minder waar.
Ik zat verbijsterd en totaal verrast te gluren en vroeg mij af: “wat is dit voor een roofvogel”? Een bosuil, een buizerd of een havik? Toen ik weer enigszins tot mijn positieven was gekomen en probeerde scherp te stellen zag ik dat een vrouwtjes havik een specht poogde na te bootsen.
De havik bleek niet zo’n acrobaat als een specht en viel na een paar seconden van de boomstam en vloog weg, mijn gezichtsveld uit. Of ze een jonge specht had weten te verschalken is mij tijdens totaal ontgaan.
Gelukkig heb ik wel wat mooie plaatjes van de spechten kunnen schieten. Copyright foto’s: Ton Heekelaar