Kees van Scherpenzeel (1955) was tussen 1978 en 2012 werkzaam als professioneel illustrator . In de loop der jaren heeft hij honderden natuurboeken, kinderboeken, streekromans en tijdschriften van tekeningen voorzien. Ook illustreerde hij een aantal jachtboeken. Wegens posttraumatische dystrofie, een lichte beroerte en reuma heeft hij in 2012 noodgedwongen, na 34 jaar, het tekenen moeten staken.
Verzamelaar
Al sinds zijn studententijd verzamelt hij Nederlandstalige boeken over de jacht. Zowel kinderboeken als boeken voor volwassenen horen in zijn verzameling thuis. Ook vertaalde uitgaven, kortom alle boeken die de jacht als onderwerp hebben. Het leek hem wel aardig om zijn collectie eens op te catalogiseren, hij had toch tijd over.
Van het een kwam het ander, hij praatte met archivarissen en antiquairs en besloot om een opvolger te schrijven van het standaardwerk: ‘Beschrijvende naamlijst van handschriften, boek- en plaatwerken door Nederlanders geschreven of in Nederland gedrukt vanaf 1550 tot op heden, welke betrekking hebben op de jachtkunde’, geschreven door Jhr. R.C. Six dat in 1904 door Æ.E. Kluwer werd uitgegeven.
Hij is nu driekwart jaar met dit ambitieuse project bezig en het zal waarschijnlijk nog jaren duren voor hij er mee klaar is. De werktitel van zijn project is: “En met de wilde ganzen komt het heimwee… Van jagtbedrijf, jachtbelevenissen, stroopersidyllen en volk van de verre einder dat weet hoe de hazen lopen.”
Zelf zegt hij er over: “Ja, een ambitieus projekt is het zeker. Het betreft een uitgave met boeken voor volwassenen, als mij de tijd vergunt is dan volgt daarna een uitgave met kleuter-, kinder- en jeugdboeken, met de jacht als onderwerp. In tegenstelling tot Six vermeld ik alle nederlandstalige uitgaven, dus ook de vertaalde, door niet-Nederlanders geschreven, boeken.”
Maar, bij een project als dit komt men af en toe zaken tegen waarvan men denkt: “hoe zit dat nou?”, “wie was dat nu ook alweer?” of “welk boek heeft hij nog meer geschreven?”. Daarom wil ik de Jac.Gazenbeekstichting bedanken die mij de gelegenheid biedt om, als ik vragen heb, ze via de Veluwenaar aan u te stellen.
Om de paar maanden volgt er een up-date.
Op dit moment zoekt Kees de antwoorden op de volgende vragen:
-
Schrijvers die artikelen schreven voor De Nederlandse Jager bedienden zich tot voor zo’n vijftien jaar geleden van een pseudoniem. Wellicht weet u wie achter de volgende pseudoniemen schuilgingen:
- ‘Left-four’, schrijver van het boek ‘Met jachtgeweer op veld en meer’;
- ‘Nautilus’;
- ‘Gentillis’
- ‘Corno’, schreef een boekje over jachthoornblazen.
- In ons land zijn een aantal ‘Eigen uitgaven’ verschenen van auteurs die in, veelal, kleine oplagen hun ervaringen in het jachtveld, of over een ander jacht-technisch onderwerp, hebben beschreven. Kees kent er een aantal, maar als u zelf een boek(je) hebt laten maken of als u iemand kent die zoiets heeft gedaan, wilt u dan zo vriendelijk zijn dit te laten weten?
- In het boek ‘Gesprekken met de master, Daan Modderman’ staat een nummer gestempeld. Weet u wellicht wat de totale oplage van het boek is geweest?
- ‘Van achter de meute’ is een boek door Sonneur (Jos J.A. Gilisse) geschreven. Heeft iemand een scan van het stofomslag?
Als u het antwoord op (één van) deze vragen heeft of andere interessante informatie wil doorgeven, dan kunt u Kees van Scherpenzeel altijd bereiken op zijn email-adres:
keesvanscherpenzeel55@hotmail.com
Alvast hartelijk dank’!
Illustraties: Kees van Scherpenzeel