Planken Wambuis dankzij Hessen?

Het laatste stukje echte wildernis van Nederland ligt op de Veluwe. Het is De Planken Wambuis.   Een natuurgebied van bijna 2300 hectare dat in de loop der eeuwen nauwelijks door mensenhanden is aangeraakt.
In het bos- en stuifzandgebied leven talloze vogelsoorten, herten, zwijnen, reeën en veel insecten en amfibieën.
Het landgoed ‘De Planken Wambuis’ ligt grotendeels in de gemeente Ede.   Zevenhonderd hectare van het landgoed is rustgebied voor dieren.
Het gebied werd al bewoond door de Germanen maar voor zover bekend hebben er nooit meer dan hooguit twintig mensen tegelijk in het gebied gewoond zodat de wildernis ongetemd en woest bleef.   Het strekt zich, in een langgerekte vorm, uit tussen de dorpen Otterlo en Wolfheze. Het is een afwisselend gebied met heide, stuifzand, grasland en bossen.Kaart_Planken_Wambuis

Hessen
Waar de naam “Planken Wambuis” vandaan komt valt moeilijk te achterhalen. De meest gehoorde theorie is dat Planken Wambuis vertaald zou kunnen worden als doodskist. Bij de herberg aan de Hessenroute, die door het gebied loopt, stond een grote doorrijschuur die van boven breder en wijder was dan op de grond. Hoog beladen hessenwagens konden makkelijk in naar binnen rijden en de schuur aan de andere kant weer verlaten. Het model van zo’n schuur komt wel overeen met een doodskist. Van boven breder dan van onderen. Net als de Hessenwagen.

Hessenvoerman

Hessenvoerman

In de volksmond werd een doodskist ook wel een planken jas genoemd. Een wambuis is namelijk een soort kiel, boezeroen of een ‘hes’.  Het laatste werd inderdaad genoemd naar de Hessen die ze vroeger, net als de boeren, droegen.  Een wambuis van planken moet dus wel haast doodskist betekenen.  De herberg was ingericht als pleisterplaats voor de voerlui uit Hessen die via de Hessenwegen vanuit Duitsland, via Arnhem, Ede en Amersfoort naar Utrecht en Amsterdam allerhande waar vervoerden.
Aan  de  Hessen-route  lagen  meerdere  herbergen  zoals  De Leren Doedel  bij  Arnhem,
Zuid Ginkel  en  De Roskam  in  Ede  en  De  Lindenboom  bij  Lunteren.
De Hessen reisden vaak alleen dus een schuur die bescherming bood aan paarden en wagens was een uitkomst voor deze ruige bonken en dat betekende voor de herbergier weer de nodige inkomsten.  Slapen deden ze bij de paarden en wagen in de schuur.
De  Gazenbeekstichting  is  onlangs  nog  op  onderzoek uitgeweest  in de omgeving van De Leren Doedel.  Daarop komen we wellicht in een later stadium terug.

Door de eeuwen heen
In de Middeleeuwen beschouwde de Hertog van Gelre zich eigenaar van de bossen en heidevelden.   Delen van deze woeste gebieden werden door boeren bewerkt die dan een tiende deel van de opbrengst als gebruiksrechten moesten afdragen aan de hertog.   De wildwal, nu nog steeds de langste in het midden van Nederland, was een scheiding tussen de landbouw- en de andere delen van deze gronden. Die andere delen  waren gereserveerd  voor de hertog.  Ze  werden  onder  andere  voor  de  jacht  en  voor  gerief- en brandhout  gebruikt  en  werden ook  wel domeinbossen genoemd.  Eén van deze domeinen lag tussen Arnhem en Wageningen en strekte zich naar het noorden uit zodat ook het landgoed Planken Wambuis daaronder viel.  Dat  landgoed  stond  toen  bekend  als ‘Reemsterveld’ en dat zou tot het einde van de 18e eeuw zo blijven.

Karel van Gelre

Karel van Gelre

Hertog Karel van Gelre voegde het Reemsterveld bij het domein Rozendaal.  Op een kaart uit 1632 is het landgoed Planken Wambuis al vastgelegd met de huidige bestaande grenzen. Het wordt dan ‘Het veld van Reems of Roosendaels’ genoemd. Op deze kaart zijn de hoeven Oud- en Nieuw Reemst en Mossel al ingetekend. In 1782 werd de basis gelegd van de huidige herberg en een hoeve aan de hoofdweg van Arnhem naar Ede.
Als de hoeve in 1789 wordt verpacht wordt het omschreven als: ‘Houten off Planken Wambais’.   Het huidige café-restaurant Planken Wambuis is in 1926 gebouwd op de plaats van de oude herberg.  In  1932  werden  Rozendaal en Planken Wambuis gescheiden en kwam het landgoed in de publieke verkoop.   Hierbij werd het landgoed Planken Wambuis in maar liefst 26 kavels verdeeld.
Even was er sprake van Duitse belangstellenden die er recreatiebedrijven wilden vestigen.  Gelukkig werd het landgoed verkocht aan administratiekantoor / beleggings-maatschappij ‘Unitas’ N.V. uit Utrecht.

Natuurmonumenten
In 1974 verkocht Unitas De Planken Wambuis voor 50% aan de staat en voor 50% aan Natuurmonumenten.
Op 1 oktober 1980 verkreeg Natuurmonumenten ook de andere helft en werd daarmee eigenaar van het hele landgoed.  Tot voor kort lag De Planken Wambuis sterk geïsoleerd tussen boerenbedrijven, snelwegen en andere hindernissen.  Natuurmonumenten bracht daar verandering in.  Vanaf 1995 zijn de, rond boerderij Mossel gelegen, landbouwgronden weer aan de natuur teruggegeven waarmee de natuurwaarden van De Planken Wambuis aanmerkelijk zijn verhoogd.  Ook werden door Natuurmonumenten de omvangrijke landbouwenclaves Reijerscamp en Oud-Reemst aan het landgoed toegevoegd.   De door het gebied lopende snelwegen (A12 en A50) zijn overbrugd met  wildpassages.    Zo is  een  groen  netwerk  ontstaan  van  aaneengesloten  natuurgebieden.
De Zandhagedis (Lacerta agilis) en Gladde slang (Coronella austriaca)  gedijen goed in het open gebied van Planken Wambuis.  Daarom pleegt Natuurmonumenten regelmatig onderhoud aan het gebied; zoals boompjes verwijderen op heide en stuifzand en heide plaggen om vergrassing tegen te gaan.

Zandhagedis (Mannetje) en Gladde slang

Zandhagedis (Mannetje)                                                                     Gladde slang

Wandelen en fietsen
Ook met kinderen is het fijn fietsen of wandelen op De Planken Wambuis. Als je weet waar je op moet letten zijn overal stukjes geschiedenis terug te zien.    Het gebied ligt op de stuwwal die ontstaan is tijdens de voorlaatste ijstijd.
Als onderdeel van het Veluwemassief is de bodem van De Planken Wambuis van nature voedselarm waardoor je overal open velden met mos, struikhei en buntgras ziet.  De bossen zijn deels aangeplant en deels spontaan ontstaan zoals bijvoorbeeld op de voormalige stuifzanden.
Maar liefst 700 hectare van het gebied is rustgebied voor dieren. Dat is erg belangrijk voor onder andere edelherten, reeën, wilde zwijnen en dassen.  Daarnaast houden paarden, Spaanse runderen en schapen het gras bij.
Ook vliegen hier veel roofvogels rond.   Uitzichtplateau De Valenberg is een goede plek om wild te spotten.
Wilde zwijnen, reeën, edelherten zijn te bewonderen vanaf dit uitzichtplateau.

Uitzichtplateau De Valenberg

Uitzichtplateau De Valenberg

Je kunt hier de boomleeuwerik en geelgors horen zingen en in de omringende bosjes treft u grote bonte specht, boomklever en boomkruiper aan.   Let op de roep van de zwarte specht in de verte. Maar niet terug roepen!

Bronnen:

Jac. Gazenbeekstichting
Gemeentearchief Ede
Natuurmonumenten

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2013/11/24/planken-wambuis-dankzij-hessen/