Eten en gegeten worden, hoe vaak gebeurt dat niet in de natuur? Hoe vaak heb ik dat met eigen ogen gezien? Toch gebeurt er soms iets waarvan je toch even van slag raakt. Dat overkwam mij gisterenochtend in het veld.
Ik was al vroeg het veld ingetrokken en het was best wat fris, de wind deed daar nog een schepje bovenop. Een tijdje later zie ik, tussen de bomen langs de oude vaart, de zon steeds hoger klimmen. Dat maakt het gelijk wat aange- namer hier in het open veld. Zo zwerven langs het water en de weilanden, dat is genieten in ‘optima forma’!
Een grote zwerm buitelende kieviten trekt mijn aandacht. Ja, met deze temperatuur ga je nog niet naar het zuiden als kievit, nee… waarom zou je ?
Mijn oog wordt getrokken naar het weiland ernaast, daar is blijkbaar iets aan de hand. Iets zwarts met vleugels en daar tussendoor ook witte vleugels. Ik versnel mijn pas, want daar moet ik meer van weten. Als ik mijn camera in stelling heb gebracht en door de zoeker kijk zie ik het drama: twee zwarte kraaien zijn bezig met een jonge kievit.
Eten en gegeten worden, ja… dat is niet anders, maar dan opeens maak ik mij verschrikkelijk boos. Het is een ongelijke strijd, twee tegen één, en daar komt nog bij dat ze hem niet doodmaken, maar gewoon levend aan het pikken zijn.
Daar sta je dan Louis, die jonge kievit daar in het weiland vecht voor zijn leven en jij kijkt toe. Alle redeneringen als: ‘laat de natuur zijn gang gaan’ en ‘de één zijn brood, is de ander zijn dood’ en zo te spijt.
Ergens verderop in een boom schreeuwt een ekster, net of hij zeggen wil: “bemoei je niet met onze zaken!”
Maar de kievit leeft nog steeds. Achter mij zie ik een buizerd wegfladderen. Dus nog meer kapers op de kust, mijn besluit staat vast.
Ik gooi mijn spullen in het gras en ren in vliegende vaart de arena binnen om deze oneerlijke strijd te beëindigen. De kraaien schrikken zich rot en daar profiteert de kievit van: als een haas(kievit) gaat ze er vandoor. Ik verbaas me over haar hoeveelheid energie, na al dit geweld. Een voorbij komende gans weet ook niet hoe snel hij weg moet komen.
Het dier probeert zo snel mogelijk de rand van het weiland te bereiken. Weg van de plek des onheils. “Wat een bevrijding” denk ik bij mezelf . Misschien denkt de kievit dat ook wel. Als ik de vogel later weer zie zitten, verscholen tussen het gras, zie ik dat de kop aan de achterkant compleet kaal geplukt is. “Nou, nou, dat is niet best beestje”, zeg ik in gedachten. Maar enkele minuten later is ze alweer op de been. Pikkend tussen de grassprietjes is ze op zoek naar voedsel. Geweldig toch?
Je moet zo’n beestje niet vangen en dan meenemen naar huis. Proberen op te lappen en zo; allemaal aardig bedacht, maar vaak werkt het tegengesteld. Nu heeft ze misschien nog een kans en voegt ze zich weer bij de familie even verder op.
Bewegende beelden van de gewonde kiviet:
Tenslotte…
Later, op weg naar huis, woelen er allerlei gedachten door mijn hoofd. Tegenstrijdige gedachten over hoe ik dit drama opgelost heb. Maar de conclusie is dat ik in dit specifieke geval vanuit mijn hart heb gehandeld. Daarbij vallen alle “regels” in het niet.