Veluwe – Zondag 12 januari 2014
Het is mooi om ’s morgens te zien hoe de zon zich een weg probeert te banen tussen de kale boomtakken door.
De donkere nacht is verjaagd en de vogels worden uit hun slaap gewekt. De thermometer is sinds gisteren aan het dalen! Afgelopen nacht was het dan eindelijk twee graden onder nul, niet echt veel, maar het begin is er. Tenslotte is het januari en dan mag het ook best een beetje vriezen, dat kan helemaal geen kwaad. Dus gingen we naar buiten om een frisse neus halen op deze mooie zondagmorgen.,
Op zo’n ochtendwandeling voel je de natuur direct bij je binnenkomen. Als je bedenkt dat niet iedereen de gezondheid en de gelegenheid heeft om dit te kunnen doen, dan ben je toch dankbaar. Ja, daar kun je best wel eens even bij stilstaan op zo’n zondagmorgen, dat is ook heel gezond. De ochtendnevel bleef hier en daar aardig hangen, maar dat gaf juist een mooie sfeer. Het beekje langs ons wandelpad was bevroren, een dun laagje ijs weerspiegelde in de morgenzon. Ieder jaar weer begint het dan te kriebelen bij de schaatsliefhebbers; wie weet “Giet het oan!”
De wandeling voerde ons deze ochtend naar het open veld, de wit bevroren weilanden lagen nog wat te dommelen in de mist. In de verte zagen we een echtpaar zwaan dat al aan het ochtendontbijt was begonnen. Aan de horizon kwam een eenzame fietser langs. Verder was er in de wijde omgeving geen mens te bekennen. Hoe is zoiets mogelijk in zo’n dichtbevolkt landje als het onze?
Op de terugweg namen we een andere route en gingen via een kronkelend zandpaadje het oude moeras door. Wie weet zouden we nog wat wild te zien krijgen. In dit stuk zaten gelukkig nog aardig wat fazanten, blijkbaar vindt ‘Reintje’ de vos het hier te nat. Al struinend hoorden we het gekok van de haan, maar zien deden we hem niet.
Achter een kleine rietkraag ontdekten we een fazantenhen, ze viel nauwelijks op in het wit bevroren gras. Tjonge, wat een goede schutkleur, dat is van levensbelang als ze straks gaat broeden. In tegenstelling tot de haan, was de hen erg stil.
Maar dat broeden, dat duurt nog wel even, dan moet de temperatuur wel weer wat hoger liggen, zowel van het weer als van de haan. Meestal kunnen we eind maart de balts van de hanen verwachten maar in april en mei is die het hevigst. De haan zagen we even later aan het azen op voedsel, met in zijn kielzog twee spreeuwen, die, mede door hun gestippelde verenpak, in eerste instantie totaal niet opvielen. .
De haan kuierde rustig, op zoek naar iets eetbaars, tussen de grassprietjes. Met zijn felgekleurde verenpak viel hij erg op en dat trok uiteraard meer bezoekers naar de eettafel. Binnen de kortste keren was hij omringd door een troep meeuwen, die ook honger hadden. De haan deed een paar uitvallen naar de meeuwen; een gekrijs van jewelste was het gevolg. Maar ze bleven, tot ongenoegen van de fazantenhaan, gewoon meepikken, letterlijk en figuurlijk.
Nou, wij bleven niet, we waren eigenlijk op zoek naar rust en die was hier ver te zoeken. We wilden nog een lekker stukje ‘rustig’ wandelen en daarom namen we de benen.
Het laatste stuk ging door het open veld, daar was het op dat moment echt ‘stil’! Wat een verademing na zoveel kouwe drukte: in de wijde omgeving was geen kip te bekennen.