Steeds vaker zie ik ze rondzwerven in de weilanden: kleine jagers, ik bedoel katten. Geen wilde katten, maar verwilderde katten. We hebben er al eens eerder iets over gepubliceerd. Vandaag viel mijn oog op een donkere plek in het weiland, tussen wat verdorde planten zat ze naar me te kijken; ze was zich van geen kwaad bewust.
Op het eerste gezicht een lust voor het oog, echt een plaatje zoals ze daar zat, dat moet ik toegeven.
Maar die mooie illusie werd mij snel ontnomen want opeens spitste ze haar oren. Opeens ging ze geconcentreerd rechtop zitten, klaar om toe te slaan. Blijkbaar had ze iets ontdekt tussen het gras. Wat het precies was kon ik niet zien, daarvoor was de afstand te groot. Het lieve poesje was veranderd in een echte jager die enkel en alleen maar oog had voor haar prooi.
Sluipend, op eenzelfde manier zoals je in natuurfilms een luipaard ziet gaan, trok ze haar sporen door het weiland. Toen…….. een formidabele sprong, zoals ik het vossen ook wel heb zien doen en…….. mis.
Je hebt nu eenmaal niet altijd geluk als jager.
(Ook op het filmpje is dat heel duidelijk te zien)
Was het misschien een veldmuisje dat zich snel in een holletje kon terug trekken? Ik weet het niet, ik moet u het antwoord schuldig blijven. Maar een ding weet ik wel, deze kat hoeft niets meer te leren.
Als ik haar even later weg zie sluipen door het weiland zie ik geen lief poesje meer maar een echte jager.
Dat kan straks in het voorjaar wat worden in de weilanden, als de vogels weer gaan broeden. Waren we al beducht voor de kraaien en eksters en zo, nu hebben we er weer een soort bij, of we al niet genoeg jagers in het veld hebben?