Het gebeurde zondagmiddag; we waren een heerlijke boswandeling aan het maken toen de weg versperd werd door een Schotse Hooglander. Midden op het pad stond een grote stier en in de berm lag er nog een. Oog in oog met zo’n groot dier, wat nu? Dat zullen wandelaars voor ons zich ook afgevraagd hebben.
Het was wel even schrikken maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig. Schotse Hooglanders hebben een goedaardig karakter, dus… gewoon doorlopen!
In Nederland grazen er momenteel zo’n dikke duizend Schotse Hooglanders. Het dier komt oorspronkelijk uit het westen van Schotland en van de Hebriden (een groep eilanden voor de westkust van Schotland).
Als je de honderden kilo’s zware dieren ziet is het bijna niet voor te stellen dat dit ras afstamt van een klein Keltisch rund. Het is een zéér oud ras dat vermoedelijk al sinds de 6de eeuw gefokt wordt.
Al sinds de 80-er jaren worden ze ingezet bij het beheer van natuurterreinen op de Veluwe en daarbuiten.
Als echte, behoudende, Veluwenaar was ik in eerste instantie niet zo gecharmeerd van deze buitenlandse koeien, maar ze doen nuttig werk en vormen geen bedreiging voor de andere grote grazers op de Veluwe.
Onze ontmoeting vond plaats bij Terlet, waar Natuurmonumenten de scepter zwaait.
Het was ook Natuurmonumenten die, op 12 maart 1983, deze dieren voor het eerst in Nederland uitzette.
Dat gebeurde in natuurgebied de Veluwezoom onder de bezielende leiding van boswachter Wijgert van den Born.
De dieren worden gebruikt om open heideterreinen daadwerkelijk open te houden. Hoewel het geen inheemse soort is, dus eigenlijk een ‘gastarbeider’, is hij al aardig ingeburgerd. En… ik heb nog niet gehoord dat er ooit iemand op de hoorns is genomen.
Voor de stier die onze weg versperde hoefden we dus niet bang te zijn, maar Fransien had het er toch niet zo op.
Op de heide ze van een afstand te zien grazen, best… maar zo dichtbij… brr… dat is maar niks. Maar toch, meestal zijn de stieren gemoedelijker dan de koeien. Vooral als een koe een kalf bij zich heeft is het beter wat afstand te houden. Na wat foto’s gemaakt te hebben wandelden we op ons gemak verder. De Hooglanders trokken zich niets van ons aan. Rustig herkauwden ze hun voedsel, alsof er geen mens in de buurt was.
Achteraf viel het allemaal dus wel mee. Alhoewel? Fransien was nog steeds niet helemaal overtuigd, niet dat ze bang is uitgevallen, absoluut niet; maar ze was wel blij toen we er, zonder kleerscheuren, voorbij waren.
Een goede raad aan wandelaars: ga niet aaien, daar zijn ze echt niet van gediend. Blijf gewoon kalm en mocht u, ondanks mijn mooie woorden, er toch niet voorbij durven, neem dan gewoon een ander pad.
Zo’n volwassen stier als op de foto, kan wel achthonderd kilo wegen en een koe vijfhonderd. Ik heb mij laten vertellen dat ze over het algemeen zo’n achttien jaar oud worden. Met zijn lange haren en grote horens is dit rund goed aangepast aan ruige omstandigheden. De Schotse Hooglander is een robuust maar sober dier, hij kan prima overleven met voedsel van lage kwaliteit en is geschikt om het hele jaar buiten te blijven.
Al met al was dit weer een mooie ontmoeting, al was het dan met een dier dat hier van oorsprong, net als de moeflons, niet thuishoort. Maar we willen toch een ‘multiculturele samenleving’ en daarbij komt dat we echt een dier nodig hebben om de begroeiing onder controle te houden. En dat kunnen ze als geen ander.