Vrijdagochtend zagen we de eerste Blauwe reigers (Ardea cinerea) alweer op de nesten in het oude moeras.
We hoorden hun schelle kreten boven de struiken en boomtoppen. Vanuit de schuilhut zagen we een reiger met een takje in de snavel aan komen vliegen en met een schorre kreet op een tak naast het nest landen.
De vroegkomers hebben de beste nesten ingepikt en trachten takken van nog niet bezette nesten te roven.
Tijdens de al snel beginnende balts vliegen de reigers met gestrekte nekken rond het nest. Het lijken wel ooievaars! De mannetjes proberen met gebaren de vrouwtjes te verleiden op hun nest plaats te nemen. Soms pikken ze over de nestrand alsof ze een vis willen vangen. Ze steken de snavel recht omhoog. Het geel/oranje van de poten, ogen en snavel verkleurt naar rood. De veren bij het oog kleuren blauw en de sierveren worden opgezet als een grote kraag. Kortom, de meestal wat smoezelige blauwe reiger verandert even in een prachtreiger. Als begin april, na vier weken broeden, de eerste eieren uitkomen arriveren er nog steeds laatkomers die nog met nestelen moeten beginnen.
Per nest komen straks drie tot zes jongen uit de blauw/groene eieren. Daarvan zijn er na een maand meestal minder dan drie over. De ouders houden het nest schoon en kiepen alles over de rand: braakballen met resten van mollen en muizen, eierschalen maar ook de dode kuikens. Al na acht weken kunnen de jongen uitvliegen. Ze worden daarna hooguit een week bijgevoerd. Vervolgens gaan de jongen hun eigen weg. Slechts een op de tien keert het volgende jaar op de kolonie terug. Zo’n 70 procent haalt het volgende jaar niet eens. Toch kan een reiger in de natuur makkelijk vijf tot zes jaar oud worden. In gevangenschap haalt hij wel 20 jaar!
De reigers hebben het eilandje midden in het moeras niet voor zichzelf alleen. Een tiental aalscholverpaartjes heeft zich in de directe omgeving van de reigernesten gevestigd. Tjonge, wat een herrie maken die vogels met elkaar, hun schelle geschreeuw wordt weerkaatst door het kale moeras. Doordat de bomen en struiken nog kaal zijn, zijn ze nu goed te zien. De takken rondom de nesten kleuren wit van de mest.
Op het kleine eilandje telden we maar drie reigernesten en dat is niet veel, er zijn reigerkolonies van wel 70 tot 80 nesten. Landelijk gezien schommelt het aantal Blauwe reigers al 25 jaar op het zelfde niveau van 11.000 paren.