De Lunterse Darwin
Prof. Hugo de Vries (1848-1935)

JongeHugoDeVriesHet worden er steeds minder maar in Lunteren staat er nog één:  zo’n statig,  zuid-west Veluws, hotel.    Ik bedoel natuurlijk Parkhotel Hugo de Vries, vernoemd naar één van de bekendste Nederlandse biologen.
Hugo de Vries herontdekte de erfelijkheidswetten van Mendel.    Hij was de uitvinder van de ‘mutatietheorie’.  Daarmee bracht hij de wetenschap in een stroomversnelling en ontketende een hausse aan experimenteel erfelijkheidsonderzoek.   Hij deed dit o.a. vanuit zijn huis en zijn Lunterse laboratorium, dat in Lunteren bekend was onder de naam ‘De Driest’.

Nationaal bekend
Hugo de Vries werd op 16 februari 1848 in Haarlem geboren als de oudste zoon van Gerrit de Vries Azn. en Maria Everdina Reuvens. Zijn ouders behoorden tot vooraanstaande families. Zijn vader was jurist, minister van Justitie en lid van de Raad van State, zijn moeder een dochter van de Leidse archeoloog Caspar Reuvens.

v.Eeden Krelage

Frits v.Eeden                  J.H.Krelage

Hugo toonde al jong een grote belangstelling voor bloemen en planten en maakte kennis met natuurliefhebbers als Frits van Eeden (de vader van Frederik van Eeden) en J.H. Krelage.
In 1860 ontving hij, als twaalfjarige, een aanmoedigingsprijs voor de inzending van een herbarium met 100 planten bij een prijsvraag van de Maatschappij van Landbouw.  Voor de samenstelling van zijn collectie had de jonge Hugo zich laten adviseren door prof. Oudemans.
Toen zijn vader in 1862 benoemd werd tot lid van de Raad van State verhuisde de familie naar Den Haag waar hij onderwijs op het gymnasium volgde.

In december 1866 slaagde hij voor het toelatingsexamen van de Rijksuniversiteit van Leiden en begon hij, tegen de zin van zijn ouders, aan een studie in de Philosophia Naturalis met als hoofdvak plantkunde.   De Vries werd sterk geïnspireerd door de ideeën van Darwin en het Lehrbuch der Botanik van Julius Sachs.  Tijdens zijn studie ontving Hugo de Vries een gouden medaille voor zijn antwoord op een prijsvraag van de Universiteit van Groningen over de invloed van de temperatuur op plantenwortels.   Op 4 mei 1870 behaalde Hugo zijn doctoraalexamen.

Van 1871 tot 1875 was Hugo de Vries leraar aan de HBS te Amsterdam. Zijn vakanties bracht hij door in het laboratorium van de wereldberoemde plantenfysioloog Julius Sachs te Würzburg. Hier bestudeerde hij verschillende aspecten van de plantengroei zoals krommingen van bladstelen, ranken en stengels van slingerplanten, de vorming van jaarringen en de lengtegroei. In 1877 werd de Vries benoemd tot lector In 1878 werd hij bijzonder hoogleraar in de experimentele plantenfysiologie en in 1881 gewoon hoogleraar aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Hier zette de Vries zijn plantenfysiologisch werk voort met name naar stoffen in het celsap die water aantrekken (osmose).

tekst

De Amsterdamse Hortus Botanicus

Mutationstheorie

Na 1885 was zijn onderzoek vooral gericht op de erfelijkheidsleer en de oorzaken van evolutie. In zijn proeftuin in de Amsterdamse Hortus Botanicus kweekte en kruiste hij vele planten.
In 1889 publiceerde hij een lijvig boek “Intracellulare Pangenesis” waarin hij het eerdere onderzoek naar erfelijkheid en variatie bediscussieerde en zijn eigen pangenesistheorie publiceerde.
Hierin wees hij de erfelijkheid van verworven eigenschappen krachtig af en stelde dat erfelijke eigenschappen worden overgedragen door – en gebonden zijn aan – stoffelijke dragers in de celkern: de pangenen.
Hugo de Vries is beroemd geworden door zijn geïntroduceerde begrippen mutatie en gen.
In 1901 en 1903 verscheen het tweedelige werk “Die Mutationstheorie” over het ontstaan van soorten in het plantenrijk. Met dit werk verwierf Hugo de Vries definitief wereldfaam en kreeg vele uitnodigingen.

Th.J. Stomps

Th.J. Stomps

Internationaal beroemd
Hij maakte drie reizen naar Amerika waar hij zowel botanische instituten als praktische kwekers bezocht. Ook maakte hij twee langdurige lezingentournees door de Verenigde Staten.
In 1910 kreeg Hugo de Vries een aanlokkelijke aanbieding: Hij kon ‘Head of Department’ worden aan de Columbia-Universiteit te New York. Hij was echter bereid in Amsterdam te blijven als er een nieuw laboratorium gebouwd werd en zijn onderwijstaak verminderd werd.
Beide verzoeken werden ingewilligd: Th.J. Stomps (1885-1973) werd benoemd tot buiten-gewoon hoogleraar en een nieuw gebouw kwam tot stand.

Lunteren
In 1918 ging Hugo de Vries op zeventigjarige leeftijd met emeritaat.
Hij ging wonen in villa ‘De Boeckhorst’ in Lunteren en richtte in de naastgelegen villa, ‘De Driest’ een laboratorium en proeftuin in. Hij bleef er werken en publiceren tot zijn overlijden in 1935.

Hugo de Vries op de veranda van De Diest foto: Archief JGS

Hugo de Vries op de veranda van De Diest – Foto: Archief JGS

Teunisbloem.

Om de veranderlijkheid van de soorten te verklaren voerde De Vries een nieuw begrip in. ‘Mutatie’. Hij deed dit aan de hand van zijn onderzoek met de soort die bekend stond als de Grote Teunisbloem. In zijn laboratorium traden plotseling nieuwe vormen op die duidelijk verschilden van de oorspronkelijke vorm en zelf ook constant waren bij zelfbevruchting.
Uiteindelijk is gebleken dat verscheidene vormen die door Hugo de Vries verkregen werden geen mutaties waren. De afwijkende vormen die hij vond waren meestal planten met combinaties van ouderlijke kenmerken die toch tot ontwikkeling waren gekomen. Later  zijn tal van andere voorbeelden van mutatie bekend geworden.Ook van mutaties van afzonderlijke genen zoals De Vries in de eerste plaats bedoeld had.
Zijn theorie is nu geheel geaccepteerd.

Hugo de Vries had een wispelturig maar sterk karakter. Met name naar zijn personeel. Hij was geniaal maar als men het niet met hem eens was kon hij volgens menig Lunteraan ‘heevegst eigewies’ worden.  Voor een doorsnee Lunteraan geen enkel probleem want Lunteranen zijn over het algemeen ook volhardend.

dr. J.P. Lotsy

dr. J.P. Lotsy

Hugo de Vries in zijn bibliotheek

Hugo de Vries in zijn bibliotheek – Foto: Archief JGS

Hugo de Vries was altijd zo overtuigd van zijn gelijk dat dit de nodige conflicten veroorzaakte. Een voorbeeld daarvan is zijn strijd met dr. J.P. Lotsy. Deze had het euvele plan opgevat om het Rijksherbarium naar Oegstgeest te verplaatsen en daar ook een bijbehorende proeftuin in te richten.  Dat plan was al op hoog niveau goedgekeurd toen het De Vries ter ore kwam.  Door ingrijpen van De Vries en zijn medestanders werd dit plan alsnog naar de prullenbak verwezen.
Hierop nam Lotsy ontslag. Ook theoretisch nam Lotsy stelling tegen Hugo de Vries door aan te nemen dat dé oorzaak van het ontstaan van nieuwe soorten gezocht moest worden in kruisingen. Dat bleek voor het grootste deel inderdaad het geval te zijn.
.
Aan de andere kant kon Hugo de Vries anderen helpen of stimuleren. Hij kon zelfs uitermate beminnelijk zijn en hij heeft menig Lunteraan financieel geholpen. Ook maakte hij het zijn leerling Stomps mogelijk om te blijven studeren toen deze in zijn eerste studiejaar zijn vader verloor.Veel van zijn leerlingen werden hoogleraar. Zoals Frits Went,  een leerling van het eerste uur uit Amsterdam. Deze werd in 1896 in Utrecht tot hoogleraar in de plantkunde benoemd en heeft samen met De Vries het ontwikkelen van de experimentele richting in de Nederlandse botanie een enorme stimulans gegeven.
Ook de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland, Johanna Westerdijk, was een leerling van De Vries.

Hugo de Vries werd soms  ‘Paus der Nederlandse Botanici’ genoemd vanwege zijn overheersende positie in de Nederlandse plantkunde. Hij ontving maar liefst elf eredoctoraten, was erelid van 23 wetenschappelijke academies en verenigingen en werd drie keer genomineerd voor de Nobelprijs.

Naast zijn wetenschappelijk onderzoek was Hugo de Vries actief op het maatschappelijk terrein. Hij hield zich bezig met het populariseren van wetenschap, deed onderzoek naar plantenziekten en zette zich in voor natuurbescherming. Hugo de Vries was één van de eerste genetici ter wereld.

Het graf van Hugo de Vries op de begraafplaats van Lunteren

Het graf van Hugo de Vries op de begraafplaats van Lunteren – Foto: JGS

Hij overleed in Lunteren op 21 mei 1935 waar hij ook begraven werd. In de Amsterdamse Hortus Botanicus is werk van Hugo de Vries te bewonderen. In het centrum van Abcoude is de ‘Hugo de Vriestuin’, een park met eeuwenoude bomen en een vijverpartij. Lunteren had vroeger een ‘Hugo de Vries-school’ en er is een mooie villawijk, het ‘Hugo de Vriespark’, naar hem vernoemd. Dit allemaal  ter nagedachtenis aan ‘De Lunterse Darwin’

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2014/03/19/de-lunterse-darwin-prof-hugo-de-vries-1848-1935/