Archeoloog Stijn Arnoldussen van de Rijksuniversiteit Groningen heeft, enige tijd geleden tijdens onderzoek in het Veluwse Lunteren een belangrijke ontdekking gedaan over de ouderdom en ontstaanswijze van de aarden wallen van de Lunterse raatakkers. Systemen van deze aarden wallen omgaven tijdens de late prehistorie de akkers. Door een speciale techniek waarmee de ouderdom van zandkorrels is vast te stellen ontdekte Arnoldussen dat de wallen meer dan 3100 jaar geleden werden opgeworpen en nadien honderden jaren in gebruik zijn geweest.
Raatakkers
De aanduiding raatakkers verwijst naar de raatstructuur van de percelen. Het is de Nederlandse benaming voor het oudere maar foutieve Celtic fields (Keltische velden) dat in 1923 door Engelse archeologen bedacht is. Dit is een pertinent onjuiste benaming aangezien spoedig duidelijk werd dat de akkers niets met de Kelten te maken hebben. Tot nu toe was de ouderdom van Nederlandse raatakkercomplexen nog nooit betrouwbaar vastgesteld. Uit het onderzoek bleek verder dat de wallen zijn opgebouwd met plaggen uit natte heidevelden, natte elzenbroekbossen of uit beekdalen. De plaggen werden in de nederzettingen vermengd met mest en huisvuil, en zo als prehistorische kunstmest weer naar de akkers gebracht. Door het uittrekken van onkruid kwam dit materiaal zo via de aanhangende kluitjes op de wallen terecht. In de loop van honderden jaren ontstonden zo de ca. 1 m hoge aarden wallen om de velden.
OSL datering
OSL datering is een speciale techniek waarmee vastgesteld kan worden wanneer zand voor het laatst aan zonlicht is blootgesteld. OSL datering staat voor Optically Stimulated Luminescence. In samenwerking met het Netherlands Centre for Luminescence dating in Wageningen konden grondmonsters van de wallen nu van een leeftijd worden voorzien. De resultaten zijn vele malen spectaculairder dan verwacht. Het blijkt dat de Lunterse raatakkers honderden jaren lang in gebruik waren. De wallen werden rond 1100 voor Chr. opgericht en waren 700 jaar later waarschijnlijk nog steeds in gebruik. Het is niet onwaarschijnlijk dat het gebruik nog doorloopt tot in de Romeinse tijd. Hiermee is het een agrarisch cultuurlandschap van niet alleen enorme uitgestrektheid maar tevens van een enorme tijdsdiepte. Volgens Arnoldussen is er geen ander agrarisch prehistorisch of historisch cultuurlandschap zo duurzaam als die in Lunteren. Door het handmatig graven van testputten en het uitwerken van vele grondmonsters uit de wallen en de veldjes van de raatakkers te Lunteren, heeft Arnoldussen kunnen vaststellen hoe de wallen ontstonden en is dus voor het eerst vastgesteld hoe oud ze zijn.
De Lunterse raatakkers
De Lunterse raatakkers kennen we al lange tijd van luchtfoto’s en via het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Men had geen idee waaruit de wallen waren opgebouwd of hoe lang een systeem van omwalde akkers functioneerde. Dit is vooral opmerkelijk omdat raatakkers een van de meest uitgestrekte, en aan het maaiveld zichtbare en beleefbare vormen van archeologische resten zijn. De omvang van dit soort akkercomplexen is enorm. Het door het Groninger instituut voor Archeologie (GIA) onderzochte complex te Lunteren is vermoedelijk 210 ha groot geweest. Ook over de aard van de wallen bestond tot nu toe veel onduidelijkheid. Er waren theorieën dat de wallen uit boomstronken, stuifzand of stenen zouden bestaan, maar die hebben we geen van allen tijdens onze opgravingen aangetroffen. Ze lijken te bestaan uit materiaal afkomstig uit de laagste, natste delen van het landschap vermengd met mest en huisvuil van kleine nederzettingen. Aangezien de opgraving van de Groningse archeologen bovenop de hoog- en drooggelegen heuvelrug, de Goudsberg in Lunteren, gebeurde was het aantreffen van plantenresten, zoals lisdodde, zegges en veel stuifmeelkorrels van elzenbomen, tamelijk verrassend.
Bron: RUG