Libellen kunnen in de lucht blijven stilstaan en korte afstanden achteruit vliegen.
Wie op een mooie zonnige ochtend een poosje gaat kijken langs de waterkant in het Schaffelaarsebos of bij de Loofles in de boswachterij Kootwijk, ziet ongetwijfeld libellen vliegen. De vlinderwerkgroep van het IVN-Barneveld maakt al jaren studie van vlinders en ook van libellen. Hoe langer je naar libellen kijkt, hoe meer je ervan te weten komt. Vooral in de ochtend als het nog fris is blijven ze lang op een blad van een plant zitten om op te warmen. Hoe gek het ook klinkt: op een koude ochtend willen libellen graag even op je hand zitten. Je moet de libel dan voorzichtig van de plant op je hand laten lopen. De warmte van je hand doet weldadig aan. Je kunt het beest dan goed bekijken en er zelfs een foto van maken.
De libellen zijn in twee groepen te verdelen. De juffers en de echte libellen. De juffers hebben een slanker lichaam en zijn meestal kleiner dan de echte libellen. De vleugels van de juffers worden in rust langs het lichaam gehouden, terwijl de echte libellen de vleugels horizontaal uitspreiden. Het is bekend dat libellen en juffers insecten eten: muggen, vliegen, bijen en zelfs libellen. Ze worden in de vlucht gevangen. De grote keizerlibel is één van de grootste libellensoorten die in Nederland voorkomt. Het achterlijf van de mannetjes is helderblauw met een zwarte streep over het midden. Het achterlijf van de vrouwtjes is blauwgroen met een roodbruine streep. De grote keizerlibel komt overal in Nederland voor. In de zomer zie je er vaak meerdere door de lucht scheren op jacht naar insecten. Libellen behoren tot de behendigste vliegers van het dierenrijk. Ze kunnen in de lucht blijven stilstaan als een helikopter en zelfs korte afstanden achteruit vliegen. Ze zijn tot deze goede vliegprestaties in staat doordat beide vleugelparen afwisselend bewogen kunnen worden. In nieuwe insectengidsen hebben libellen allemaal een Nederlandse naam gekregen.
Libellen hebben een bijzondere leefwijze
De vrouwelijke libel legt eitjes in het water. Hieruit komen larven die in het water leven. Het zijn geduchte rovers. Ze eten onder andere insectenlarven, wormpjes en kleinere libellenlarven. Om deze te vangen beschikken ze over krachtige kaken. Het larvenstadium duurt, afhankelijk van de soort, enkele maanden tot meerdere jaren. Tijdens deze periode vervellen de larven vele malen. Ze gaan na iedere vervelling steeds meer op een libel lijken. Als de larve zich in het laatste stadium bevindt kruipt hij uit het water langs een plantenstengel omhoog. Dit gebeurt meestal ‘s ochtends vroeg om te voorkomen dat hij wordt opgegeten. De larvehuid breekt na een tijdje aan de rugzijde open, en de libel wurmt zich naar buiten. Als de libel helemaal uit de larvehuid is gekropen worden de vleugels opgepompt met lichaamsvloeistof. Daarna blijft de libel nog enige uren zitten om de vleugels goed te laten uitharden. Het duurt vervolgens nog enkele weken voordat de libel helemaal op kleur is.
Een bekende libel is de viervlek die net als de grote keizerlibel, in de zomer geregeld grote tuinen bezoeken om insecten te vangen of in een vijver eitjes af te zetten. De viervlek heeft vier zwarte vlekken op de vleugels, vandaar de naam. Het achterlijf van de mannetjes is bruin met gele vlekken aan de zijkant. Een libel leeft ongeveer zes weken.
Tijdens een wandeling op de Hoog Buurloseheide ontdekte René de Graaff iets bijzonders. Hij zag een grote keizerlibel die bezig was een andere libel, een viervlek, op te eten. Een luguber schouwspel. De krachtige kaken van de grote keizerlibel verwijderde eerst verschillende onderdelen van de viervlek, zoals de kop en de poten. Daarna at de keizerlibel het borststuk op. Het borststuk bestaat vooral uit spierweefsel dat erg voedzaam schijnt te zijn.
Zo zie je maar: een viervlek die zelf op insecten jaagt, is zijn eigen leven ook niet zeker. Je krijgt het zelden te zien, maar het gebeurt ook zomaar in een tuin bij huis.
Copyright foto’s: René de Graaff
Ook gepubliceerd in Barneveldse Krant – 26-08-2014