Zwervende schaapherder komt tot rust in de Loenermark
Wie een bezoek brengt aan het boscomplex “De Loenermark” komt onvermijdelijk op de grote bosweide terecht. Direct wordt de aandacht getrokken door de schaapskooi die aan de bosrand is gebouwd. Het houten gebouw dat is afgedekt met een rieten dak past precies in de omgeving. Wellicht dat men er schapen aantreft van het oude Veluwse ras.
Dankzij de inspanningen van de Loenenaren kreeg Loenen, na er een paar jaar van verstoken te zijn geweest, wederom een gezonde kudde terug. De schapen zijn het bezit van de Stichting Loenense Schaapskudde en wordt nu beheerd door het Geldersch Landschap. De kudde graast weer met de herder op de heide zoals dit al eeuwen in deze streken het geval was.
Hoewel er op verschillende plaatsen in en om het dorp van oudsher schaapskooien stonden werd de kooi op de bosweide pas in 1956 gebouwd. Teunis Berends leidde de bouw. Hij was werkzaam voor de Dienst Landelijke Eigendommen in de bossen die eigendom zijn van de gemeente Apeldoorn. Volgens de aloude bouwstijl met zijwaartse steunbalken verrees op deze plek een onderkomen voor de (eerste) schaapskudde van Willem Koestapel die op zijn zwerftochten regelmatig Loenen aandeed.
Flinke afstand
Willem Koestapel, die de gezegende leeftijd van 86 jaar bereikte, had weideschapen waarmee hij jaarlijks een flinke afstand aflegde. Diverse keren kwam hij met zijn kudde ook door Loenen over de drukke verkeersweg trekkend. De gehele zomer bleef hij, als het gras op was trok hij verder. Met zijn kudde schapen en Hector de hond ging hij dan overal heen waar voor zijn schapen te vreten was.
Dankzij de inspanningen van Jan Rozenboom, die toen op het Boshuis woonde en betrokken was bij het beheer van de Loenermark, kwam er op de bosweide een schaapskooi en een woonschuur voor de bejaarde herder. Het rondreizen met zijn 250 schapen was eindelijk verleden tijd. Een lang en avontuurlijk leven vond op de bosweide zijn rustig einde.
Zwerftocht
Herder Koestapel (of Van Dijk zoals hij ook wel genoemd werd) was de zoon van een boertje uit Hoogland. Hij werd op 19 augustus 1874 geboren. Van kindsaf moest hij al met de schapen van zijn vader en andere boeren het veld in.
Op latere leeftijd verdiende hij zelf een kudde bij elkaar en begon aan zijn zwerftocht door het gehele land. Hij kwam zelfs in het buitenland, want ook in België kende men Willem Koestapel.
Lang en bar koud waren de tochten door alle provincies. Waar maangras groeide ging hij heen. Voetje voor voetje ging de herder met zijn kudde over eindeloze wegen, maar ook over bruggen en grote verkeerswegen, door dorpen en steden. Jarenlang heeft Willem’s kudde rond vrijwel alle vliegvelden van Nederland gegraasd. Meestal was Koestapel wel welkom.
Niet bang
Bang was de herder niet. Toen hij eens op doortocht was over de Afsluitdijk wilde men hem terugsturen. Hij was inmiddels tien kilometer op de dijk gevorderd en dacht er niet over terug te gaan. De autoriteiten besloten met veewagens de schapen naar Bolsward te brengen. Koestapel was wel bang dat zij hem de transporten in rekening zouden brengen. Hij bedacht een list. Zijn contanten deed hij in een oude sok en bond de buidel onder een zware ram… Bij Willem was geen cent te halen…
Veel bewogen leven
De herder die eindelijk in Loenen een rustige oude dag kon doorbrengen, had weinig vertrouwen in de mensheid. Te vaak had men hem in zijn veelbewogen leven al geprobeerd op te lichten. De oude man bezat een grote levenswijsheid. In zijn lange leven had hij de mensen goed leren kennen. Nog altijd worden in het dorp Loenen uitspraken van hem gehanteerd. Zoals: “Problemen zijn er niet, die worden door de mensen zelf gemaakt”.
Vertrouwen
Het vertrouwen had alleen de familie Rozenboom die hem in zijn huisje bij de kooi regelmatig bezocht. Vaak las men hem de krant voor en mevrouw Rozenboom van Amersfoort kookte een warme prak voor hem. Dochter Truusje Rozenboom had ook zijn vertrouwen gewonnen.
Eenzaam was Koestapel nooit, hij had immers altijd zijn hond en de 250 schapen bij zich. De schapen waren zelden ziek, mocht er een toch niet in orde zijn dan had de herder een eigen smeerseltje.
Willem Koestapel op de televisie bij Willem Duys
Dat Koestapel uniek was in zijn soort, bewees wel de grote aandacht vanuit de media. Zelfs de televisie besteedde aandacht aan hem.
De legendarische schaapherder kreeg landelijke bekendheid toen hij in 1960 in het programma Flits van de AVRO – de voorloper van ‘Voor de vuist weg’ met Willem Duys op de televisie verscheen. De uitzending vond plaats op zaterdagavond 11 juni 1960. Helaas hebben wij geen beelden van de uitzending, die opgenomen en uitgezonden werden in de studio aan de St. Vitusstraat in Bussum. De regie was in handen van Leo Akkermans.
Koestapel voor de TV bij Willem Duys, waardoor hij landelijke bekendheid kreeg, – Foto’s: ©AVRO Hilversum.
Tot slot…
Willem Koestapel overleed op 13 februari 1961 en werd begraven op de begraafplaats bij de Nederlandse Hervormde Kerk te Loenen. Een sobere steen staat op zijn graf.
Jonge schaapherder
Wijgert van den Born was de nieuwe jonge schaapherder die echter met een nieuwe kudde heideschapen begon. Van den Born beheerde de kudde maar kort. Nadien kwam Jan Mojel, deze beheerde de kudde op geheel eigen wijze. De schapen kwamen niet meer in de kooi maar verbleven dag en nacht ergens in een afgerasterd stuk bos of heide. Toen Jan Mojel zijn vertrek aankondigde, besloot de gemeente geen nieuwe herder aan te stellen maar het gebied te omrasteren en Schotse Hooglanders in het gebied te laten grazen. Dit besluit zinde de Loenenaren niet. In de Loenermark hoort een kudde schapen en geen koeien, vonden zij. Door vele acties en aanhoudend enthousiasme lukte het om in juli 1993 weer een nieuwe kudde de kooi te laten bevolken. Sjoerd Stellingwerf werd de nieuwe herder, die daarna werd opgevolgd door Agnes Kiemel en anderen.
Martien Kobussen en Louis Fraanje
Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in de Veluwenaar – oktober 2002
Na deze korte samenvatting, zullen wij in een aantal volgende delen wat dieper ingaan op het leven van deze bijzondere schaapherder Willem Koestapel!