De raakvlakken van onze Veluwe met de Lüneburger Heide
Hier en daar kan men op de Veluwe, behalve de bekende vliegdennen, ook jeneverbes- oftewel juniperusstruiken aantreffen. Er zijn echter ook plaatsen, waar men ze in een grote aantallen kan tegenkomen en zelfs een typisch bos vormen. Dat is o.a. het geval in de omgeving van Otterlo, Staverden en Oldebroek, maar ook maken we een uitstapje naar Duitsland op de Lüneburger Heide.
Reservaat
Als je van Otterlo naar Arnhem rijdt, dan kom je even buiten Otterlo aan de linkerkant van de weg langs het bekende jeneverbessenreservaat. Vanaf een parkeerplaats moet je eerst door een hoog hek. (Ondanks allerlei mooie plannen, staan er helaas op de Veluwe nog altijd enorm veel hekken en rasters.) Daarna loop je langs het bos naar achteren en kom je vanzelf in het prachtige jeneverbessenreservaat. Eerst wat kleine exemplaren, dan alleenstaande, metershoge exemplaren, blauwgroen van kleur en grillig van vorm.
Sagen en legenden
Aan deze typische heibewoners, die in de meest grillige vormen groeien, komen uit minuscule bloempjes de bessen, die in het eerste jaar groen zijn en in het tweede jaar rijpen en blauw worden. Vanwege de aromatische olie die ze bevatten, werden ze vroeger gebruikt bij de bereiding van jenever. Dubbelgebeide jenever herinnert daar nog aan, want bei betekent bes. De eenzame standplaats, de grillige en soms bizarre vormen, vooral spookachtig bij mist, zijn er de oorzaak van dat er zoveel sagen en legenden omheen zijn geweven. Wie na een lange wandeling vermoeid was en ruste aan de voet van een jeneverbesstruik, voelde zijn moeheid als bij toverslag verdwijnen. Een wandelstok uit het hout van een jeneverbes gesneden hield de drager ook al wonderlijk fit. Kwade of boze geesten hadden het op de nabijheid van de jeneverbes begrepen.
Tijdens de vlucht voor de moordzucht van koning Herodes, verschool Maria zich met haar kind met succes onder de takken van deze gelukbrengende heester. En zo is er nog veel meer dat deze altijd groene conifeer (juniperes communis), stempelt tot de meest karakteristieke boom van de Veluwe.
De Lüneburger Heide
Een gebied waar de jeneverbes in grote getale voorkomt, is de Lüneburger Heide in Duitsland. Vanaf de Veluwe is het ongeveer drie-en-half uur rijden en je bent er. Dit prachtige heidegebied ligt in de driehoek Bremen, Hamburg en Hannover. Daar vindt je nog uitgestrekte heidevelden, zoals die vroeger op de Veluwe voorkwamen.Ikzelf ken het gebied nog vanuit mijn militaire diensttijd.
De Heidepastor
Bij ons op de Veluwe lag na 1900 meer de nadruk op de bosbouw. Op de Lüneburger Heide wilde men juist deze uitgestrekte heidevelden behouden. Dankzij pastoor Wilhelm Bode (1860-1927) uit Egestorf is dit gebied behouden voor het nageslacht.
In 1905 kocht hij de schedelbasis, een idyllisch landschap, maar ongeschikt voor de landbouw, in de Lüneburger Heide in de buurt van de Wilseder berg op om hem voor het behoud te krijgen. Het geld had de Münster University Professor Andreas Thomsen verstrekt. Hij legde de basis voor de huidige Natuurpark, onvermoeibaar heeft hij campagne gevoerd. In 1910 kocht hij het gebied rondom Wilseder berg en voorkwam de geplande bebossing. In de volgende jaren was hij hoofd van de uitgebreide oppervlakte aanwinsten van de Vereniging als de Algemene Officier in de heide. Mede door zijn lokale kennis en goed bekend was met de mentaliteit van de heide boeren. Wilhelm Bode beweerde zelf: “Het is dankzij hen dat grotere heidegebieden gebleven in het gebied rond de Wilseder berg. Vanwege zijn onvermoeibare inzet voor het behoud van de heide werd Wilhelm Bode “de Heidepastor” genoemd.
Als je bijvoorbeeld ‘s avonds bovenop de Wilseder Berg staat, met een hoogte van 169 meter, kun je kilometers ver van je af kijken. Vooral met zonsondergang als de hemel van goud-geel naar rose-rood verkleurt is het er prachtig. Een hele mystieke sfeer hangt er dan. Rondom deze berg staan duizenden en nog eens duizenden jeneverbessen, die net op een leger soldaten lijken die op je af komen. Mede ook door de prachtige natuurbeschrijvingen van de Duitse schrijver en dichter Hermann Löns (1866-1914), heb ik dit stukje Duitsland liefgekregen.
Hermann Löns
Löns werd geboren in Culm in West Pruisen waar zijn vader leraar aan het gymnasium was. Toen hij een jaar oud was, werd zijn vader overgeplaatst naar Krone, hier groeide Löns op en bezocht het gymnasium. In 1884 verhuisde de familie naar Münster, waar Löns het gymnasium afrondde. Vervolgens begon hij in een studie medicijnen in Greifswald en in Göttingen en wisselde in 1889 naar een studie natuurwetenschappen in Münster. Löns rondde zijn studies echter niet af. In de jaren negentig begon hij als journalist te werken en schreef gedichten en novellen. Pas tegen het eind van zijn (tamelijk kortstondige) leven werd hij met – name dankzij zijn romans zoals bijvoorbeeld Der Wehrwolf(1910) en Das zweite Gesicht (1911) – een geliefde literaire persoonlijkheid. Zoals zoveel andere Duitsers meldde ook Löns zich na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als 48-jarige vrijwilliger in het Duitse leger. Hij sneuvelde tijdens een patrouille in Loivre in het Franse Marne, slechts drie weken nadat hij in dienst was getreden. In 1934 werd hij herbegravenbij Walsrode in Duitsland. Er is ook een Verband der Hermann–Löns-Kreise een vereniging die het gedachtengoed van deze dichter en schrijver een warm hart toedraagt.
Zonder bijen geen hei
Overal in de uitgestrekte Lüneburger Heide kun je tijdens de bloeitijd van de heide in augustus, de bijenstallen tegenkomen. Niet alleen bijenkasten, maar ook nog veel bijenkorven. Dat nijvere bijenvolkje, dat af en aan vliegt, staat er niet alleen om de heerlijke heidehoning te verzamelen, maar zorgt ook voor de bestuiving van de bloempjes. Bij imkers is de Lüneburger Heide erg geliefd om zijn grote heidevelden.
Onvoorstelbaar dat in zo’n bijenkorf minstens 20.000 bijen zitten. Als ik zo’n bijenstal zie staan, wordt ik er als een magneet naar toe getrokken. Vol bewondering en ontzag zit ik dan de bijen tijdens hun arbeid te observeren.
Tenslotte…
Net als bij ons op de Veluwe, spelen op de Lüneburger Heide ook allerlei oude verhalen, sagen en legenden. Vandaar dat dit gebied zo’n aantrekkingskracht op mij uitoefent. De vele gesprekken met schaapherders, imkers en boeren in het Plattdeutsch, bewaar ik als kostbare herinneringen.
Eigenlijk zou u zelf eens moeten gaan kijken, u zult verrukt zijn van dit mooie gebied, dat kan ik u verzekeren! Natuurlijk is er nog veel meer te vertellen over de Lüneburger Heide, mede omdat er zoveel raakvlakken zijn met onze Veluwe, dus hopen we daar in de toekomst zeker nog eens op terug te komen!
Onderstaand fimpje geeft u een heel goed beeld van dit wonderschone gebied: