Opschudding in het dorp Laag Soeren
De rustige eeuwwisseling naar het begin van de 20e eeuw werd in het Zuid-Veluwse dorp Laag Soeren ruw verstoord door een bijzondere gebeurtenis waar nu nog steeds over wordt verhaald. Het verhaal over Reinder van den Brink (Een overlevering met soms verschillende lezingen van het gebeurde).
Die rust in het dorp werd in het begin van de 20e eeuw flink verstoord als op een vroege wintermorgen in december 1904 het dode lichaam van Reinder van den Brink gevonden wordt, halfweg Dieren in de buurt van het Leihuis. Dood geschoten en de keel doorgesneden. Reinder van den Brink was een beruchte stroper in de omgeving van Dieren en Laag-Soeren. In het Gelders Archief te Arnhem vonden we zijn werkelijke voornaam ‘Reinier’, maar iedereen noemde hem Reinder of Reindert. (Meer hierover vindt u onderaan dit verhaal).
Reinder schiet veldwachter neer
Tijdens één van zijn strooptochten werd de stroper gesnapt door veldwachter Berend Hindriks van Laag Soeren en kreeg hij een bekeuring. Dat zat Reinder flink dwars.
Op zondagavond 12 november 1882 zat Reinder met enkele kornuiten in de kroeg in Dieren. Over en weer werden de sterke verhalen verteld, en Reinder schepte op, daartoe opgejut door andere mededrinkers, dat hij de veldwachter zou doodschieten. Vlak voor sluitingstijd stapte onverwacht veldwachter Hindriks de kroeg in. De benevelde Reinder trok zijn pistool en schoot de veldwachter in de buik. Reinder vluchtte en verstopte zich een tijdlang.
Veroordeeld
Hij werd echter toch in Rheden bij familie gevonden, opgepakt en veroordeeld door het gerechtshof in Arnhem tot 10 jaar cel die hij doorbracht in de strafgevangenis van Leeuwarden.
Toen hij in 1893 zijn straf had uitgezeten en was vrijgekomen, vestigde hij zich weer in Laag-Soeren en vervolgde zijn ruwe stropersleven. Dit tot grote ergernis van de jachtheren in de omgeving.
Het Schaddeveld
In een gewoon burgerhuis bij zijn bejaarde ouders kon hij niet leven. Daarom bouwde hij een hut buiten Laag Soeren, vanaf de Lange Juffer gerekend, ongeveer een kilometer achter de Ravenboom op het Schaddeveld.*
De jachthut
De hut was opgetrokken van palen, oude planken en latten, met een dak van blikken platen. Aan de voorkant een wrakke deur en een stuk ruit in een scheef kozijn.
Het meubilair bestond uit een potkacheltje, met een pijp van cacaobussen, die boven het dak uitkwam(zie foto boven).
Reinder van den Brink was Oranjegezind, want boven zijn primitieve legerstee(bed), hing het portret van de nog jonge koningin der Nederlanden, Hare Majesteit Koningin Wilhelmina (1880-1962) |
Aan twee kanten van de hut waren schietgaten in de wand gemaakt, die uitzagen op een moestuintje, de boerenkoolplanten aardappelen en andere groenten in zijn tuintje, als lokmiddel voor de konijnen. Vanuit de hut schoot hij op de konijnen die daar op afkwamen.
Zonder water
Vlakbij de hut is een kolk geweest waar het regenwater bleef staan. Toen Reinder deze ‘put’ wilde uitdiepen, stootte hij door de leembank en… het water was voorgoed weg. De stroper moest toen het water uit de Soerense sprengen betrekken.
Hij leefde teruggetrokken en eenzaam in zijn zelfgebouwde hut op de Schutshei. Daar liet Schut, boer op “de Nachtegaal“, zijn schapen grazen op het Schaddeveld. Dat is de Schaapsallee op, dan over de Hindeberg en even voor de tweede berg links op de heide.
Reinder had echter ruzie met de Curatoren van het Badhuis Bethesda, zoals ze hier deftig genoemd werden. Deze Curatoren, of Raad van Bestuur, hadden hun jachtgebied tussen de Hees en het Schaddeveld en daar zat de stroper Reinder van den Brink dus goed, maar voor de jachtheren slecht. Iets verderop lag een jachtgebied van jagers uit Dieren en Doesburg.
Bittere armoede
In het dorp had hij een goede naam, hij hielp sommige mensen en bij arme gezinnen gooide hij wel eens een gestroopt konijntje om de deur. Op het Badhuis zaten dan wel de rijkere mensen, in het dorp was dat wel anders. Men leed vaak bittere armoede en men had moeite het hoofd boven water te houden. Reinder was eigenlijk een zachtaardig en eerlijk mens.
De jachtheren waren niet blij met Reinder ook al omdat hij ze uitdaagde door met gestroopt wild op de nek of in de kruiwagen vlak voor hun huizen langs te lopen naar de markt in Doesburg. Hij maakte zich daardoor gehaat en dat voelde hij ook. Op weg naar Dieren verstopte hij zo lang zijn geweer in het hooi bij Gijs van Eijbergen en nam het op de terugweg weer mee.
Mysterieuze moord
Hij kreeg de indruk dat hij achtervolgd werd en vertelde aan de vele vrienden die hij toch had: ”Ze loert op mien”. Dat klopte ook, want enkele dagen later op donderdag 1 december 1904, werd hij `s morgens vroeg gevonden door wasserijmeisjes die vanuit Dieren naar het werk in Laag-Soeren liepen. Dood door een schot hagel en daarna de keel door-gesneden. Ze vonden hem in de bosjes tussen het Leihuis en de boerderij de Nachtegaal, waar in die tijd de familie Schut woonde. De jonge Reinder was nog maar 46 jaar.
Daders nooit gevonden
Er werd uitgebreid onderzoek verricht en veel mensen werden verhoord. De moordenaar heeft de schijn van zelfmoord proberen op te wekken door het mes tegen de keel van het slachtoffer te leggen. Het lag echter met de botte kant in de richting van de keel.
Men heeft nooit de werkelijke dader, moordenaar of aanspoorders tot de moord gevonden, men dacht zelfs aan de veldwachter zelf.
Geheim blijft geheim
De oudere Soerense mensen deden steeds, daarnaar gevraagd, erg geheimzinnig, alsof ze het wel wisten maar het niet wilden zeggen. Er werden zachtjes, (soms niet eens erg zachtjes ) wel namen genoemd. Misschien leefden nog nakomelingen van de dader in het dorp en daarom werd er gezwegen. Zodoende blijft het “Het geheim van Laag-Soeren” nog steeds een geheim.
Diepe indruk
Veldwachter Berend Hindriks werd op kosten van de Gemeente verpleegd in het Diaconessen ziekenhuis in Arnhem. Hij overleed op 17 juni 1926 op 88-jarige leeftijd in De Steeg, hij had nog steeds de kogel in zijn lichaam van het schot van de stroper.
Het voorval met Reinder van den Brink had een diepe indruk achtergelaten in het dorp, en nog steeds gaan de geruchten over zijn dood rond. Toch keerde de rust terug en kabbelde het leven in Laag-Soeren weer gezapig verder.
Na het afbreken in 1967 van het huisje van de veldwachter rechts op de foto, stond daar van 1970 tot 1986 de kleuterschool. Later zijn er op die plaats drie senioren woningen gebouwd. Het huis midden voor werd na Hendriks van 1887 tot 1897 bewoond door smid Nusselder, later Tieltjes en in 1974 verkocht aan Bogaards, die het huis liet slopen en er het huidige huis bouwde.
Tekst en foto’s: Aris Blankenspoor, Laag Soeren
Bovenstaand verhaal komt uit zijn boek: “Laag-Soeren, Dorp met een rijke geschiedenis”.
*) Schaddeveld – Schadde of schadden = Dat waren plaggen die in drassige dopheidevelden werden gestoken. Onder de dwergstruikjes bevond zich altijd een laagje veen. Gedroogd, leverden die de brandstof, waarmee onder andere ook de fornuispotten met het veevoer werden gestookt.
______________________________________________________________________________________________________________________
Lees ook het vervolg: In het voetspoor van Reinder de stroper
*********************************************************************************************************************
Noot van de redactie:
In het originele verhaal van Arie Blankenspoor wordt er gesproken over Reinder van de Brink en veldwachter B. Hendriks. In de overlijdensakte – aanwezig in het Gelders Archief te Arnhem – hebben we de juiste gegevens omtrent Reinder en B. Hendriks kunnen achterhalen. Reinder heette dus Reinier van den Brink en veldwachter B. Hendriks was dus Berend Hindriks, zoals te lezen is in de overlijdensakte (Zie onder).
In overleg met de heer Arie Blankenspoor, hebben wij deze namen dan ook in het verhaal aangepast. Hieronder vindt u een afbeelding van de originele overlijdensakte van Reinier van den Brink en vervolgens van Berend Hindriks.
Tragisch
Hoe tragisch het soms kan aflopen, zowel voor stropers als voor veldwachters of jachtopzieners, blijkt weer in dit verhaal. Lees ook eens: De moord op een jachtopziener
********************************************************************************************************************************
Oproep!
Als er iemand is die ons nog meer kan vertellen over Reinder de stroper of over veldwachter Berend Hindriks, laat het ons dan weten. Daarnaast zijn natuurlijk verhalen over stropers die in het verleden actief waren op de Veluwe, altijd welkom. Wanneer u denkt ons te kunnen helpen, neem dan contact op met de redactie: info@de-veluwenaar.nl
______________________________________________________________________________________________________________________
Stropersmoord
Een drama met betrekking tot een moord op vier stropers, dat dan wel niet op de Veluwe heeft plaatsgevonden, maar in 1931 werd Nederland opgeschrikt door een brute viervoudige moord in het gehucht Putbroek in Limburg.
Vier stropers werden door de plaatselijke jachtopziener doodgeschoten. Lees: Het drama van Putbroek 1931