Jan Oldenburger en de Japanse Duizendknoop
In onze terreinen treffen we steeds vaker (massaal) ongewenste plantensoorten aan. Als deze dan ook nog een exotische herkomst hebben spreken we van invasieve plantensoorten. In 2011 heeft Probos zes van deze soorten, met tips voor de bestrijding, beschreven in het boekje “Invasieve plantensoorten”.
In vervolg op het verschijnen van dit boekje is Probos samen met o.a. Oranje Nassau’s Oord, Prorail, Staatsbosbeheer en de gemeente Renkum een proef gestart met verschillende manieren van bestrijding van de Japanse duizendknoop, een van deze invasieve soorten. Jan Oldenburger van Probos is samen met Jasper de Groot en Patrick Jansen, een van de schrijvers van het boekje en begeleidt deze proeven.
Inleiding over experiment
Op dinsdag 11 november jl. waren wij te gast bij Jan Oldenburger, Landbouwschuur van Oranje Nassau’s Oord, deze was door boswachter Frans Alberts beschikbaar gesteld. Hij vertelde ons in zijn inleiding het een ander over de de bestrijding van de Japanse Duizendknoop. Daarna heeft hij een deel van de experimenten in het terrein laten zien.
Om 14.00 uur was een groot deel van onze leden bij elkaar in de landbouwschuur van Oranje Nassau’s Oord aan de Kortenburg in Wageningen-Renkum. Op steenworp afstand van de Ommuurde Tuin die ligt in de Historische Moestuin van koning Willem III.
Invasieve plantensoorten
Wereldwijd zijn door menselijk handelen planten- en diersoorten geïntroduceerd in gebieden waar deze oorspronkelijk niet voorkomen. Ook in het, sterk door de mens beïnvloedde, Nederlandse landschap komen veel van dergelijke soorten voor. Sommige van deze soorten gedragen zich invasief, waardoor ze een bedreiging voor inheemse flora zijn en voor economische schade kunnen zorgen. De soorten zijn: reuzenberenklauw, drie soorten duizendknoop (Japanse, Sachalinse en Boheemse), reuzenbalsemien, Amerikaanse vogelkers, hemelboom en Pontische rododendron.
Duizendknoop
Deze middag ging het voornamelijk over de drie soorten duizendknoop (Japanse, Sachalinse en Boheemse)! Jan Oldenburger gaf bij zijn inleiding aan de hand van beelden, wat en waar er proeven gedaan worden om deze invasieve ‘woekerplant’ op verschillende manieren en met verschillende bestrijdingsmethoden aan te pakken. Hierna zijn we met Oldenburger buiten een aantal proeven gaan bekijken.
Chemisch
Bestrijding met herbiciden is een kostenefficiente methode. Het kan echter erg lang duren voordat de behandeling succes heeft. In Nederland zijn voor de bestrijding van duizendknoop uitsluitend middelen op basis van glyfosaat (zoals Roundup) beschikbaar.
Om de hoeveelheid chemisch bestrijdingsmiddel zo laag mogelijk te houden en besproeiing van omringende vegetatie te voorkomen, kan de herbicide ook op verse snoeiwonden worden gesmeerd. Door het grote aantal stengels is deze methode echter zeer arbeidsintensief.
Maaien
Machinaal maaien wordt sterk afgeraden, omdat hierbij stukken wortelstok of stukken stengel met knoop kunnen worden verspreid. Als machinaal maaien onvermijdelijk is, moeten de stengels zo koert mogelijk bij de grond worden afgemaaid. Het maaiwerk moet zeer zorgvuldig worden uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat er geen maaisel wordt verspreid. Er kan beter voor handmatig maaien, bijvoorbeeld met een bosmaaier of zeis, worden gekozen. Maaien is echter alleen effectief bij een zeer hoge maaifrequentie van twee keer per maand of meer gedurende het groeiseizoen. Deze maatregelen moeten worden gecontinueerd gedurende tenminste drie jaar.
Afdekken
Helaas is er nog weinig praktijkervaring opgedaan met afdekken, maar deze methode lijkt geschikt voor de bestrijding van duizendknoop. De populatie dient voorafgaand aan het groeiseizoen te worden afgedekt met sterk materiaal, bijvoorbeeld worteldoek of dik landbouwplastic.
Omdat de wortels van duizendknoop zeer lang ondergronds in leven kunnen blijven, moet de afdekking drie tot vijf jaar en mogelijk langer, blijven liggen om er zeker van te zijn dat de wortelstokken zijn afgestorven. Het ligt voor de hand om het afdekmateriaal te bedekken met een flinke laag grond.
Afdekken lijkt vooral geschikt voor grote populaties waarbij weinig obstakels aanwezig zijn (bomen, verkeersborden, verhardingen e.d.) vooral op plaatsen waar afgraven en chemische behandeling geen opties zijn.
Tegenstrijdig
Boswachters en terreinbeheerders zijn eigenlijk opgeleid om planten en dieren te beschermen, de natuur te beschermen, maar Jan Oldenburger heeft op deze leerzame middag ons uitgelegd hoe sommige planten juist met wortel en tak kunnen of moeten worden uitgeroeid. Het lijkt tegenstrijdig, maar als we met de armen over elkaar blijven toezien en niets doen, zal deze woekeraar zich snel vermeerderen. De naam ‘duizendknoop’ zegt ons in ieder geval genoeg, dat heeft Jan Oldenburger ons wel in de oren ‘geknoopt’!
Meer informatie op: Probos Copyright foto’s: Louis Fraanje