Streektaal onder de loep in Hoogeveen
Hoe houden we streektaal in leven? Daar probeerden streektaalfanaten vanuit het hele land zaterdag in Hoogeveen achter te komen. De SND-Stichting Nederlandse Dialecten organiseerde in samenwerking met het Huus van de Taol, Bureau Groninger Taal en Cultuur en de IJsselacademie een streektaalconferentie voor schrijvers, uitgevers, redacteuren en voor alle geïnteresseerde ‘streektaollezers’.
Eigen streektaal
Met verschillende workshops in de bibliotheek van Hoogeveen keken de deelnemers en deelneemsters naar manieren om hun eigen streektaal overeind te houden. Het blijkt namelijk steeds moeilijker om streektaal over te brengen aan de tegenwoordige jeugd.
Toekomst
Heeft de ‘streektaolschrieverij’ een toekomst? Dat is een goeie vraag op het moment dat grote boekwinkels failliet gaan en de verkoop van boeuken overal terugloopt. Is er nog wel een markt voor ‘streektaolschrieverij’? Hoe komt een ‘streektaolschriever’ aan lezers en aan optredens? Hoe kan hij de kwaliteit van zijn werk verbeteren? Al zulk soort vragen, kwamen aan de order op de negende “Internationale Streektaolconferentie” op zaterdag 15 november jl. in de Openbare Bibliotheek in Hoogeveen werd gehouden.
Bijzonder
Is het niet bijzonder, dat naast de Nederlandse standaardtaal nog steeds het veel oudere Nedersaksisch wordt gesproken, geschreven en gelezen? Ja, eigenlijk is dat best heel bijzonder. Maar juist nu de wereld voortdurend kleiner lijkt te worden, groeit de belangstelling voor deze oorspronkelijke taal van het noorden en oosten – waaronder ook de Veluwe – van Nederland.
Bescherming van de streektaal
Het Europeesk Buro foar Lytse Talen (EBLT) zorgt, sinds de oprichting in 1984, voor de promotie en bescherming van het Fries en het Nedersaksisch in Nederland en in de Europese Unie (EU) en de Raad van Europa, en hun instellingen. Hiervoor wordt wettelijke en politieke steun gezocht op Europees, nationaal en provinciaal niveau.
Het EBLT bestaat uit vertegenwoordigers van 21 organisaties die zich inspannen voor de positie van het Fries en het Nedersaksisch. Tegenover deze twee talen heeft Nederland verplichtingen naar de internationale gemeenschap, na het in werking treden (1998) van het Europees Handvest voor streektalen of talen van minderheden van de Raad van Europa.
Nieuw boek
Om het behoud van streektaal een zetje in de rug te geven werd tijdens deze negende streektaalconferentie het boek ‘Gloepends Mooie Verhalen’ gepresenteerd. Een boek met verhalen uit de Nedersaksische literatuur. In de onderscheiden regio’s werden één of meer literatuurkenners gevraagd om acht teksten te selecteren uit de naoorlogse proza. Het moesten oorspronkelijke teksten zijn. De selectie voor dit boek kon helaas maar beperkt zijn. Uit alle inzendingen vanuit de diverse taalgebieden is een uiteindelijke keuze gemaakt, die geleid heeft tot “Gloepends mooie verhalen”.
Drempelverlagend
Onze voorzitter Louis Fraanje was ook aanwezig om het nieuwe boek in ontvangst te nemen. Zijn streekverhaal over de “Nachtmarrie’s” was verkozen, naast nog twee andere inmiddels overleden Veluwse schrijvers Bertus van den Bremen uit Epe en Henk Dijkslag uit Heerde.
“Ik red mij prima met de streektaal, hoogstens is die minder formeel dan het Nederlands, wat ook nog vaak drempelverlagend werkt, en niet alleen bij ouderen.
Ik heb veel waardering voor schrijvers en vrijwilligers die zich inzetten voor de streektaal, een mooi voorbeeld hiervan op de Veluwe is Dick van der Veen uit Epe. Omdat ze dit waardevol vinden, omdat het hun identiteit mee bepaalt, en die taal ook willen overdragen aan anderen. Mensen die trots zijn op hun identiteit en hun moerstaal, de taal die nog vele decennia zal veranderen én springlevend zal blijven. Daarom zeg ik altijd: A’j plat könt praoten, dan moi ut neet laoten! ”, aldus Louis Fraanje.
Wereld van verschil
Als we Fraanje vragen. wat hij van dit nieuw verschenen boekje vindt, antwoord hij: “Ja, dan blijkt weer eens heel duidelijk, dat ‘plat praoten’ met elkaar toch wat gemakkelijker gaat, dan het ‘plat’ geschreven woord in het Drents, Fries of Gronings ook daadwerkelijk te kunnen lezen. Dan merk je al heel snel, dat het plat Veluws bij ons onderling al vele verschillen vertoont in het dialekt. Om er enkele te noemen bijvoorbeeld: In Barneveld zijn wij ‘wuulie’, maar in Apeldoorn is het ‘wiele’. Ga je wat verder richting Achterhoek en zegt de Veluwenaar ‘repel’ tegen de paal waar de koeien aan vast staan op de deel in de winter, dan praten zij over ‘reppel’. Het scheelt maar één letter, maar het klinkt meteen anders. Dus bij het overschrijden van de lokale grenzen, merk je al duidelijk het verschil. Een ‘Veluwenaar’ zal met een ‘Achterhoeker’, een Tukker(Twente), ‘Salland’ en ‘Vollenhove’ best redelijk uit de voeten kunnen, maar hoe verder je naar het noorden gaat, des moeilijker het wordt. Ik bedoel dan, het ‘plat’ lezen, want het ‘plat praoten’ is juist grensoverschrijdend, dat gaat door tot in het hoge noorden, zelfs tot in Scandinavië!”
Tenslotte..
Uiteindelijk is zijn conclusie: “Het blijft zeer zeker de moeite waard om met elkaar, letterlijk en figuurlijk, in gesprek te blijven. De ‘streektaol’ schept toch iedere keer weer een band, het is een soort ‘oergevoel’, dat je nooit meer kwijtraakt. Mede daarom heb ik dan ook met plezier ‘mit ewaarkt’ aan het boekje ‘Gloepends mooie verhalen’, dat moge duidelijk zijn!”
Het is tenslotte aan de lezer, wat die er van vindt, want hoe je het wendt of keert, de streektaal heeft toch iets ‘eigens’. Dat geeft aan de ene kant een ‘machtig’ goed gevoel, maar is tegelijkertijd aan de andere kant, ook heel beperkend. Wie zich hier in nu juist ‘thuis’ voelt, zal nooit anders meer willen!
“Gloepends mooie verhalen”
Bij elkaar 112 pagina’s vol met verhalen uit Stellingwerf, Groningen, Drenthe, Salland en het Land van Vollenhove, Twente, de Achterhoek en de Veluwe. Iedere streek met z’n eigen verhaal, geschreven in zijn of haar eigen streektaal.
Afgezien van het feit dat het boekje vol staat met mooie verhalen, vinden wij het wel een beetje jammer, dat er geen illustraties in het boekje zijn opgenomen, dat verlevendigd toch vaak het verhaal.