“Reintje de Vos”
De reputatie van “Reinaert de Vos” heeft sinds eeuwen als een sluw beest tot bijna het eind van de vorige eeuw het dier parten gespeeld. Hij was op menig boerderij op het platteland niet alleen de kippendief bij uitstek, moordenaar van weidevogels, maar werd vooral gezien als concurrent van de jager en verspreider van de gevreesde hondsdolheid (rabiës). Daarom werd in die tijd de vos op alle mogelijke manieren (legaal en/of illegaal) bestreden met gif, klemmen, strikken, uitgraven en met het geweer.
Premie
De overheid had – ruim veertig jaar geleden – een premie van f 15,00(gulden) ingesteld voor iedere dode vos die bij de politie werd ingeleverd. Ook alle overige roofdieren(schadelijk wild) stonden in die tijd in een kwaad daglicht zoals konijn, bunzing, hermelijn, wezel, verwilderde katten, zwarte kraaien, kauwen, roeken, eksters en vlaamse gaaien die het “genot van de jacht” op fazant, patrijs en haas dreigden te verstoren. Zelfs werd “Reinaert de Vos” verantwoordelijk gehouden voor het verschalken van menig lam, reekalf en/of frischling(big/wildzwijn). (1)
Wetenschappelijk vossen-onderzoek
Maar die hedendaagse borging van het faunabeheer is niet zonder slag of stoot zomaar als vanzelfsprekend tot stand gekomen. Dat moge blijken uit het hierna volgende relaas:
Alle insinuaties en aannames over de slechte reputatie van “Reinaert de Vos” heeft de overheid aan het eind van de zestiger jaren van de vorige eeuw doen besluiten om een wetenschappelijk onderzoek naar de “handel en wandel” van “Reinaert de Vos” in te stellen.
ITBON en RIN
Het toenmalige Rijks Instituut voor Biologisch Onderzoek in de Natuur(ITBON), naamsverandering in 1969 in Rijks Instituut Natuurbeheer(RIN), indertijd gevestigd aan de Kemperbergerweg te Schaarsbergen, kreeg deze opdracht.
Een hele staf biologie weten-schappers, onder leiding van bioloog drs. Freek Niewold, biologie assistent Henk Nijland, veld-assistent Take Pauwels en studenten konden zich uitleven op deze klus. Tevens werden de wetenschappers geassisteerd door boswachters en jachtopzichters werkzaam bij grote natuur-organisaties en particuliere jacht- combinaties. De opdracht bleek eenvoudiger als de weerbarstige praktijk om levende vossen voor wetenschappelijk doeleinden in handen te krijgen!
Revolutionair
Rond eind april begin mei wanneer duidelijk waarneembaar is dat de jonge vossen op een burcht buiten komen spelen(prooi resten, keutels en plat gespeeld zand/gras), werden die met de schop uitgegraven. De jonge vossen werden voorzien van oormerken(geel plastic- en tatoeage nummer) Zelfs telemetrisch onderzoek werd uit de kast getrokken waarmee het hoofd van de afdeling zoölogie van het RIN – Dr. J.L. van Haaften(†) – reeds enige ervaring had opgedaan. De oude vossen werden voorzien van een halsband met zender en via een auto met ontvanger, avond/nacht gevolgd. Zelfs infrarood foto- en filmcamera’s werden in stelling gebracht. Voor die tijd heel revolutionair.
Uitgraven/inloopkooien jonge vossen
Het uitgraven van jonge vossen was een heidens karwij met als bijkomend nadeel dat de burcht daarna groten- deels was vernield. Dat moest anders! In samenwerking met de technische werkplaats van het RIN hebben Take Pauwels en de jachtopzichters van Velthuizen(†), Heekelaar en Stuy de zogenaamde voorzet/inloopkooitjes voor jonge vossen ontwikkeld. De langwerpige voorzetkooi: Br.30cm x hoog30cm en een lengte van ca.100cm, werd voorzien van 2x schuin op 40cm achter elkaar geplaatste terugloop kleppen.
Vangkooi in de hoofdpijp
De inloop/voorzetkooien werden gefabriceerd van duurzaam gegalvaniseerd nertsengaas. Vervolgens werd een dergelijk kooi in de hoofdpijp van een goed belopen en bespeelde vossenburcht geschoven.
Het was van belang om de kooi goed te barricaderen met stokken aan de zijkanten, en bovenop plaggen, stukken boomstam en boomstronken. Dit om te voorkomen dat de buiten het hol verblijvende moer/rekel de inloopkooi zou uitgraven om op die manier haar jongen te bevrijden.
Overbodig te vermelden indien de burcht uit meerdere pijpen bestond deze stevig werden dicht gestampt of ook voorzien van een inloopkooi.
Risico geweken
De toenmalige vangresultaten waren verbluffend. Deze tactiek bespaarde niet alleen heel veel tijd van graafwerkzaamheden, doch vooral de botten van het jachtpersoneel en veldmedewerker van het RIN. Gelijk was het risico “bij het onderholen” geweken om tijdens vossen-uitgraaf-werkzaamheden bedolven te worden onder plotseling instortend klapzand! De praktijk heeft geleerd dat vossen bij voorkeur weer jongen werpen in een oude opgekrabde burcht. Dan is het een fluitje van een cent om het jaar daarop deze reeds bekende burchten weer op jonge vossen te inspecteren.
(1). Noot auteur: thans is de wettelijk verplichte jachtopleiding/jachtexamen voor de jager bij de uitvoering van wildschade en populatiebeheer in de 21e eeuw, zorgvuldig- en verantwoord geborgd.
(Wordt vervolgd)