Van het water naar het zand

Martin Spoelstra als bleekneusje in Nunspeet 

Ik ben geen Veluwenaar, maar heb wel veel interesse in het wel en wee van de Veluwe in al haar facetten. Mede daardoor ben ik al vanaf 1993 donateur van de Jac. Gazenbeek Stichting. Ik ben geboren op 15 januari 1941 in IJmuiden.
Mijn interesse voor de Veluwe begon al in 1952, toen ik als bleekneusje twee keer over zes weken in de Protestants Christelijke Kolonie “Onze Woning” in Nunspeet verbleef. Een tijdje geleden ben ik er nog eens gaan kijken, maar het huis hebben ze afgebroken.

Spoelstra 1

Het koloniehuis “Onze Woning” aan de Eperweg in Nunspeet (1950) – ©Eigen foto Spoelstra

De Bijenkorf 

Op dezelfde plek is een tehuis gebouwd voor invalide jongeren en rolstoelers. Het was voor mij toen in 1952 een hele belevenis als we op zondag naar de kerk liepen. Iedereen liep in het zwart en de vrouwen in de Veluwse klederdracht om te luisteren naar de preken van dominee De Lange en Elgersma. Vanaf 1958 tot 1961 ging ik ieder jaar naar de Bijenkorf aan het einde van het Groene Laantje bij de spoorbaan. Dat was in die tijd een Protestants Christelijk Vakantieoord voor de jeugd onder leiding van de heer De Wit. Het huis is naar ik meen, nu een ontmoetingscentrum voor Turken en Marokkanen.
Van hieruit maakten wij fietstochtjes over de Noord-Veluwe. Fietsen over bijvoorbeeld de Woldberg, was toen een hele belevenis. Er waren nog heel veel zandwegen met ruige karrensporen, nu ligt er asfalt maar de romantiek is weg. Harderwijk en Elburg waren toen nog echte vissersplaatsen. In die tijd was men begonnen met de aanleg van de A-28 en Staatsbosbeheer was bezig de Zandenplas te creëren.

Spoelstra 2

Groepsfoto van de kinderen, het jongetje met circel in colbert linksboven is Martin Spoelstra – ©Eigen foto Spoelstra

In 1962 was ik in het Vakantieoord Jeugdland te Ellecom. Daar maakten we fietstochten naar de Posbank en door de Onzalige Bossen. Bij de Carolina Hoeve kwam ik voor het eerst van mijn leven oog in oog te staan met een stel wilde zwijnen en was meteen aan die dieren verknocht. Een jaar later zwierf ik door de bossen bij Beekbergen, Loenen en Hoenderloo, daar maakte ik voor het eerst kennis met het Nationale Park de Hoge Veluwe.
In 1973, ik was inmiddels getrouwd, gingen wij nog al eens v.v. naar Hattem, waar één van mijn zwagers woonde. Van hieruit maakten mijn vrouw en ik fietstochten over de Renderklippen. Als we dan toevallig de schaapherder tegenkwamen of een bosarbeider dan maakten we een praatje.

Op de melkfabriek

Zo kon het gebeuren dat ik fietsend door Epe, een melkwagen van de Gelria zag rijden. Ik hoor die chauffeur nog roepen: “Hé, Spoelstra, wat doe je in mijn dorp?” Ik werkte destijds op de Melkfabriek in Velsen, en die chauffeur bracht af en toe aanvullingsmelk bij ons op de fabriek. Hij zei: “Kom morgen maar eens bij ons op het bedrijf kijken”. Zijn baas, de heer Schaarsbergen en mijn baas waren studiegenoten van de zuivelvakschool.

10498400_611883858928604_3852145386233719604_o

Op de foto bij de Melkfabriek in Velsen v.l.n.r. Martin Spoelstra, Willem Stam, Han Seyzener, Ronald Faassen, Alfred Hamerpagt, Jan Kaal, Feffe Fekkes en Ed Idema – Foto: ©Jan Bakker

Inmiddels is het 1974 en zijn we in Garderen op vakantie. Mede door de prachtige verhalen van Jac. Gazenbeek in zijn boek “Langs Heidezoom en Hessenspoor” vinden we talrijke mooie plekjes en natuurlijk het Solse Gat. In die tijd heb ik de schrijver Jac. Gazenbeek bezocht in zijn huis in Lunteren. Wat kon hij prachtig vertellen over de natuur en cultuur van de Veluwe.

Van Dieren naar Apeldoorn 

Ieder jaar gingen we in de vakantietijd naar de Veluwe. Bosbessen plukken bij Beekbergen en dan ’s avonds naar radio Marianne uit Emst luisteren. Vroeg uit de veren om bij de Spoekweg wilde zwijnen te gaan bespieden. Of vanaf het Apeldoorns Kanaal de beek te volgen naar de Loenense Waterval en een kijkje nemen bij het Ereveld Loenen.
Wat het Apeldoorns Kanaal betreft, dat doet me weer denken aan mijn grootouders die op de binnenvaart zaten. In één van de strenge winters van voor de Eerste Wereldoorlog, moesten zij vanaf Dieren naar Apeldoorn met vaarbomen een doorvaart hakken door het ijs.

Zo maakten we door de jaren heen ook fietstochten vanuit Ermelo door het Speulder- en Sprielderbos met de inmiddels verdwenen Bomen van Drie. De Ermelose Heide met zijn vele grafheuvels en dan via de witte pauwen van Staverden naar het watervalletje bij de Poolse Allee. Op de terugreis over de Ermelose Heide zagen we de zon als een vurige bal wegzakken achter de horizon.
Otterlo en de Hoge Veluwe doen me weer terugdenken aan de prachtige fietstochten met de heer Plaat. Die liet ons ook de mooie plekjes zien zoals o.a. Planken Wambuis, Mossel en de Ginkelse Heide met de twee schaapskooien en het Airborne monument.

De heer Plaat(†) uit Otterlo – Foto: ©Archief JGS

Verdwijning doopvont

Met VVV-gids de heer Plaat(†) maakten we ook een rondwandeling door het dorp Otterlo. In de N.H-kerk vertelde hij het e.e.a. maar vergat te vertellen over de verdwijning van het doopvont, wat nu bij Huis Bergh staat. In zijn boek “Langs Heidezoom en Hessenspoor” doet de schrijver Jac. Gazenbeek uitgebreid verslag hierover.

Vanaf 1983 verbleven we ieder jaar een week of twee in Emst. Wandelen in het Kroondomein. Bij Niersen zijn wij eens aangevallen door een groepje wilde zwijnen. In deze omgeving zitten ook veel reeën. Natuurlijk werd ook kasteel de Cannenburgh met een bezoek vereerd met Maarten van Rossum geheel in brons op de bank ervoor.

Mooie herinneringen die op ons netvlies gegrift staan en onze liefde voor de Veluwe alleen nog maar meer versterken, ook al komen we van de de zee, het water dus, de Veluwe blijft ons trekken!

IMGP6808 - kopie

Chris Staal – Foto: ©Rob Spelde

Op pad met Chris Staal 

Als we in Hoenderloo waren gingen we op stap met Chris Staal o.a. naar de toenmalige grote wildkansel op de Braamberg bij Hoog Buurlo. We genoten van zijn ‘wilde’ verhalen.

Met mijn zoon ging ik verschillende keren wild observeren bij de observatiepost ‘de Klep’ op de Hoge Veluwe. Op een avond reden mijn zoon en ik van Hoenderloo naar Deelen, daar ontmoetten wij oud-bosarbeider Pleun die vroeger nog bij de Familie Kröller-Müller heeft gewerkt.

Hij vertelde o.a. dat hij om de zoveel tijd met een emmer water het monument van Generaal de Wet moest schoonmaken. Als hij met zijn collega’s in het bos aan het werk was en mevrouw Kröller voorbij kwam op haar paard, dan verstopten ze zich achter de struiken want zij wilde niemand zien op haar rijtoer.

DSC_8816Cor Koppies

Met veel plezier heb ik ook de verhalenbundel “Brood uit de nacht” van stroper tot jachtopziener van Cor Koppies gelezen en had af en toe het gevoel of ik samen met hem op pad was. Ook op mijn werk vertelde ik wel eens over de Veluwe. Een collega zei eens: “Martien, jij bent een fantast, als ik op de Veluwe kom zie ik nooit wild”. Ik zei tegen hem: “In september is het bronsttijd van de edelherten, dan ga je maar eens met mij mee”.

In die periode zo rond 1992 maakte ik kennis met Louis Fraanje van de Jac. Gazenbeekstichting, die ons meenam naar de oude wildkansel op de Hindenkamp bij Ede. Mijn collega keek die avond zijn ogen uit, hij had nog nooit zoveel wild bij elkaar op een avond gezien.

Op een andere avond was ik in het Zwolse Bos een mierennest aan het bekijken, tjonge wat zijn dat een ijverige beestjes. Daar raakte ik aan de praat met een vogelaar uit Wezep. Toen hij vernam dat ik uit IJmuiden kwam, vertelde hij dat zijn zwager daar dominee was en wel onze dominee.

In 1993 werd ik donateur van de Jac. Gazenbeekstichting en vanaf die tijd las ik met veel genoegen het blad “De Veluwenaar”. Toen we in Nieuw Milligen op vakantie waren zijn we ook eens naar het vliegveld Teuge gereden, om met een vliegtuigje de Veluwe eens vanuit de lucht te bekijken. De jaarlijkse luchtlanding op de Ginkelse Heide bij Ede heeft op mij ook veel indruk gemaakt, als ik terugdenk aan de oorlogsjaren 1940-’45. Bij Vierhouten hebben we het Verscholen Dorp bezocht, waar in de oorlog vluchtelingen in hutten in de grond woonden. De monumenten bij de Woeste Hoeve en bij Putten zijn plaatsen waarbij we gerust eens stil mogen staan en onze vrijheid waarderen.

P1510918 - kopie

Martin Spoelstra aan de kust bij IJmuiden – Foto: ©Louis Fraanje

Tot slot…

Door de jaren heen hebben wij de Veluwe aardig leren kennen en waarderen. Ik hoop dat ik als Noord Hollandse jongen, u een indruk heb gegeven hoe ik de Veluwe beleef en nog vele jaren hoop te beleven.

Tekst: Martin Spoelstra 

Lees ook: Jutters en Strandvonders op Texel

Eerder gepubliceerd in – gewijzigde vorm – de Veluwenaar 10e jaargang, no. 3-juli-2002

***

Ambassadeur van de Veluwe en in het bijzonder de Jac. Gazenbeekstichting!

imagesboeket roze-paars-witDe redactie van De Veluwenaar wil de heer Martin Spoelstra van harte feliciteren met zijn verjaardag! Enerzijds omdat hij vandaag dus zijn vierenzeventigste verjaardag mag vieren, en anderzijds al ruim twintig jaar een echte ambassadeur van de Veluwe, en in het bijzonder de Jac. Gazenbeekstichting is!

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2015/01/15/van-het-water-naar-het-zand/