In het begin van de vorige eeuw moesten de korhoenders nog worden bestreden
In verschillende tijdschriften wordt de laatste tijd melding gemaakt van het uitsterven van de korhoenders. Door de jaren heen heb ik het verdwijnen van deze fraaie vogels meegemaakt. Omstreeks 1975 ging het al slecht met de korhoenders op de Veluwe. Niet door vossen of roofvogels, want die waren er toen bijna niet meer, vanwege het gebruik van gifstoffen in de landbouw. Nee, het verdwijnen van de korhoenders heeft te maken met veranderingen in hun leefgebied: de vergrassing van de heide heeft geen goed gedaan. Bepaalde kruiden en de vele mierennestjes zijn verdwenen. Er kunnen geen jongen meer worden grootgebracht. Zodoende zijn de korhoenders op de Veluwe en ook op de Holterberg zo goed als uitgestorven. Ook in Schotland en de Scandinavische Landen is gaat het niet goed met de korhoenders.
Onhebbelijke gewoonte van korhoenders
In 1962 kwam ik voor het eerst in de boswachterij Kootwijk. Op de Stroërheide en het Kootwijkseveld telde ik soms wel tien korhanen. Ik herinner me nog dat de dennetjes van een jonge aanplant, aan de rand van de heide, waren bespoten met wit spul om te voorkomen dat korhoenders de boompjes zouden beschadigen. Korhoenders hebben namelijk de onhebbelijke gewoonte om de knoppen uit de jonge dennen te pikken. Omdat de houtproductie in de boswachterij Kootwijk in die jaren een belangrijke rol speelde, moesten korhoenders zelfs worden bestreden. In een Barneveldse Krant van 1905 staat: ‘Niet zelden gebeurt het dat men benevens ander wild, 20 à 25 korhoenders bij elkaar ziet. Vooral de jonge dennen hebben heel wat van deze vogels te lijden: op sommige plaatsen was de schade hieraan toegebracht zoo groot, dat men zich verplicht gezien heeft arbeiders aan te stellen, die van ’s morgens vier tot ’s avonds half negen te zorgen hebben dat de korhoenders de jonge dennen niet vernielen.’
De foto’s worden digitaal bewaard
Bijgaande foto’s zijn in 1969 gemaakt bij de Gerritsfles in de omgeving van Radio Kootwijk. In mijn dagboek van dat jaar kan ik het nog nalezen. Met een collega van Drukkerij Callenbach in Nijkerk mocht ik van Staatsbosbeheer bij een gemaaide baltsplaats foto’s maken vanuit een schuilhut. We moesten voordat het licht werd in de schuilhut zijn. Dat was dus nachtwerk. Mijn nieuwe Pentax spiegelreflex camera met 300 mm telelens kon ik daar mooi uitproberen. Een aantal malen viel het bezoek aan de Gerritsfles tegen, maar op 22 maart 1969 hadden we succes: ‘Het is een heldere ochtend. De grond is wit bevroren.
Nooit vergeten
In de ochtendschemering beginnen eerst de veldleeuweriken te zingen en even later komen de korhoenders aanvliegen: drie, vier, vijf. De staarten gaan omhoog, zodat de krans van witte veren zichtbaar wordt. Het gebolder gaat beginnen. De korhaan vlakbij de schuilhut loopt met trippelpasjes over de baltsplaats, sist, koert, klapwiekt en draait rond om andere hanen af te schrikken en de aandacht van de hennen te trekken. Soms komt het tot een soort schijngevecht’. Nadat de paring heeft plaatsgevonden, maakt de hen een nest in de heide. De korhaan bemoeit zich daar verder niet mee. Het koerende geluid van de korhoenders zal ik nooit meer vergeten.
Oude dia-materiaal weer een nieuw leven
De dia’s van het merk Agfa CT 18 zijn na ruim veertig jaar blauw verkleurd en waren al jaren niet meer vertoonbaar. In oktober 2005 breekt bij mij het digitale tijdperk aan. De blauw geworden dia’s kunnen worden gescand, de blauwe kleur wordt verminderd en de overige kleuren versterkt. Het op kleur brengen moet je leren. Dat gaat niet vanzelf! Zo krijgt al het oude dia-materiaal weer een nieuw leven. De beelden van de korhoenders bij de Gerritsfles zijn digitaal gemaakt en worden bewaard voor het nageslacht.
Ook gepubliceerd in de Barneveldse krant – 04-01-2014