Boswachtersfamilie
Enige tijd geleden publiceerden we het verhaal over boswachter Gerrit van Emst, de Ontwerper van de boswachterij Kootwijk, geschreven door Gerrit de Graaff. Daarin konden we lezen dat Gerrit van Emst uit een echte boswachtersfamilie kwam. Zijn vader en grootvader waren allebei boswachter, ook een jongere broer van hem die Marinus heette is later boswachter geworden in de gemeente Ooststellingwerf in Friesland. In de Tweede Wereldoorlog is deze broer door de bezetter lafhartig vermoord. Mede omdat deze verzetsheld een broer van Gerrit van Emst was, vonden wij het dermate belangrijk om dit verhaal te publiceren.
Verzetswerk
Marinus van Emst werd geboren op 12 januari 1894 in Vierhouten. Hij was boswachter van beroep en tevens raadslid voor de Christelijk Historische Unie in de gemeente Ooststellingwerf. Als lid van het verzet was hij medewerker van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Hij maakte schuilplaatsen voor joden en andere onderduikers. Ook bracht hij het bos in kaart voor geallieerde parachutisten. Zijn verzetswerk bracht met zich mee dat Van Emst in de zomer van 1944 moest onderduiken.
Op 12 augustus 1944, de verjaardag van zijn dochter Marianne, kwam hij thuis en zou hij blijven slapen omdat zijn vrouw de dag erop jarig was. Door de bezetter is hij toen thuis aangehouden. Hij werd overgebracht naar de politiecommandant aan de Bruggelaan en daar verhoord. Van Emst liet niets los en is vervolgens afgevoerd naar de bossen bij camping Us Blau Hiem, waar hij werd doodgeschoten.
Marinus van Emst is begraven op de Nederlands Hervormde begraafplaats in Appelscha. Nabij het Van Emstplein, aan de Van Emstweg, die beide naar hem vernoemd zijn, staat deze plaquette op een muurtje langs de weg.
Door: Gerrit Hazenberg
***
Marinus van Emst
Geboren: 12 januari 1894 (Vierhouten, Nunspeet)
Overleden: 12 augustus 1944 (Appelscha, Ooststellingwerf)
Zoon van Peter van Emst en Maartje Bossenbroek. Huwde met Margje Gorter (12 augustus 1900 Appelscha – 14 december 1995 Appelscha). Woonde te Appelscha (Ooststellingwerf). Het echtpaar had een dochter, Marianne. De weduwe is hertrouwd met Jan Oosterloo (directeur zuivelfabriek, 17 oktober 1900 Appelscha – 2 september 1970 Appelscha). Boswachter/onbezoldigd rijksveldwachter. Nederlands Hervormd. Lid verzet behorend tot de LO-Ooststellingwerf.
Anti nazi
Na de inval op 10 mei 1940 wilde hij als vrijwilliger in het Nederlandse leger de strijd tegen de Duitsers aanbinden. Omdat Friesland op 11 mei 1940 al bezet gebied was, was de mogelijkheid om de tocht naar Holland te maken niet meer mogelijk. Van Emst was daarover zeer teleurgesteld. In zijn omgeving stond hij bekend als fel anti-nazi. ‘Impulsief als hij was, stak hij zijn mening niet onder stoelen en banken en vooral zijn afkeer tegen de NSB’ers kon hij in kernachtige bewoordingen uiten,’ schreef Bergveld in niet-gepubliceerd memoriam. Al lang voordat de LO tot stand kwam, hielp hij Joden en andere onderduikers. Hij zocht en maakte schuilplaatsen voor hen en voorzag hen van bonkaarten en kleding. Ook bracht hij het bos in kaart voor geallieerde piloten.
Ten onrechte verdacht
Toen landwachter Kornelis Hartenhof (14 februari 1920 Appelscha – 12 mei 1944 Appelscha) bij een schermutseling met een Knokploeg werd doodgeschoten, rezen er volkomen ten onrechte verdenkingen tegen Van Emst. Na een ziekenhuisverblijf dook hij onder. Of hij op die fatale augustusdag nog ondergedoken was, is niet helemaal duidelijk. Volgens Bergveld kwam hij na enkele weken weer thuis. Op 12 augustus 1944, de verjaardag van zijn echtgenote, werd hij in ieder geval van huis opgehaald. Die dag vond er in de bossen bij Appelscha een grote razzia plaats onder leiding van Hauptsturmführer en plaatsvervangend leider van de SD in Groningen Friedrich Bellmer (20 oktober 1897 Geestemünde).
Executie
Tijdens het verhoor verklaarde Van Emst dat er in zijn boswachtersgebied geen terroristen waren. Bellmer, die dat niet geloofde, gaf Landwachtcommandant Hans Paul Küter (21 oktober 1914 Hamburg), bijgenaamd Hans Duutser, opdracht Van Emst mee te nemen om onderduikers en terroristen aan te wijzen. Als hij dat niet deed, moest hij de boswachter ‘omleggen’. Van Emst hield vol dat hij niets wist. Daarop vuurde Küter twee schoten op hem af, die hem in het voorhoofd troffen. Later bleek Bellmer ontevreden te zijn met de twee kopschoten, want het had moeten lijken dat Van Emst ‘op de vlucht’ was doodgeschoten. Deze executie vond plaats in een laan op circa 200 meter vanaf de weg Smilde-Appelscha ter hoogte van de toenmalige woning op nummer 169 van de boswachters Weerman en Asjes.
Ter nagedachtenis
Op initiatief van Plaatselijk Belang is op 12 augustus 2004 op de plaats waar Van Emst is gedood een gedenkplaat onthuld door dochter Marianne van Emst. In Appelscha zijn de Van Emstweg en het Van Emstplein naar hem vernoemd. Küter werd voor deze moord en zijn betrokkenheid als lid van het Sonderkommando Feldmeijer bij Silbertannemoorden door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam tot de doodstraf veroordeeld. Later kreeg hij in cassatie levenslang.
(Bronnen: verzameling Pieter Wijbenga in Tresoar Leeuwarden, waaronder het memoriam over Van Emst, dat niet gepubliceerd is, omdat het blad De Zwerver, waarvoor het bestemd was, inmiddels was opgeheven; historische kranten op site Koninklijke Bibliotheek.)