Hongerige zwijnen
Afgelopen dinsdag 22 september jl. was Jan van Uffelen uit Barneveld – samen met een collega – voor video-opnames bij Oranje Ei Farm in Emst op de Veluwe. Het kippenbedrijf ligt daar aan de rand van grote heidevelden en bossen. Dat kan omdat het grote bedrijf door slimme toepassingen nauwelijks ammoniakuitstoot heeft. Op de foto’s is te zien dat de mais op de omliggende gronden al is gekneusd. En dat klopt…. , maar dan wel door hongerige wilde zwijnen. Ze hebben grote delen van het maisland volkomen omgewoeld en vertrapt.
Aanzienlijke schade
Hoe groot de schade is durft men niet in te schatten. Het Faunafonds moet de schade nog komen taxeren en pas dan weet de eigenaar precies waar hij aan toe is. De eigenaar moet sowieso een eigen risico van 250 euro betalen.
Wilde zwijnen kunnen aanzienlijke schade veroorzaken in maïspercelen, weilanden en andere landbouwgewassen. Ze breken bijvoorbeeld de maïsstengels met hun tanden af om de kolven te kunnen op eten. Ze laten echter ook de kolven op de grond achter, die dan bij het ploegen in de grond terechtkomen en gaan gisten. Later kunnen deze door de zwijnen weer opgegraven worden, waarbij de dieren soms meer dan een halve meter diepe kuilen kunnen maken. Een weiland kunnen ze in een nacht compleet ruïneren door het om te ploegen op zoek naar insecten.
Schade en overlast door zwijnen volgens het ministerie
Nederland hanteert een nulstandbeleid voor wilde zwijnen en kent daarop twee uitzonderingen:de Veluwe en de Meinweg. Hier zijn leefgebieden aangewezen voor wilde zwijnen omdat er voldoende ruimte is voor een levensvatbare populatie zonder dat de zwijnenpopulatie tot schade of overlast leidt. De dieren worden door middel van rasters en andere beheersmaatregelen binnen de leefgebieden gehouden. Dit is nodig omdat wilde zwijnen diverse ziektes kunnen verspreiden (waaronder de klassieke varkenspest) en omdat wilde zwijnen schade kunnen doen aan flora en fauna en kunnen leiden tot economische schade (landbouw en recreatieterreinen). Ook vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is het van belang dat de populaties worden beperkt tot de genoemde leefgebieden.
Alternatieve aanpak
Ook binnen de leefgebieden is het van belang om de wilde zwijnenpopulatie te beheren op een bepaald niveau. Voor de Veluwe is dit vastgesteld op een voorjaarsstand van 800 wilde zwijnen, voor de Meinweg 60 dieren. Door middel van afschot wordt de populatie op het gewenste niveau te houden. Bij een groot aanbod van natuurlijk voedsel (eikels en beukennoten) worden er in het voorjaar veel meer biggen geboren dan normaal. Dat is al enige jaren achtereen het geval. Dat betekent dat meer wilde zwijnen moeten worden geschoten. Dat is gezien de omstandigheden met veel natuurlijk aanbod van voedsel niet altijd haalbaar. Aangezien het zich laat aanzien dat door de het warmere klimaat het natuurlijk voedselaanbod structureel zal toenemen, is gestart met de ontwikkeling van een alternatieve aanpak van het beheer van de wilde zwijnenpopulatie.
Bron: Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie
Bekijk ook het filmpje: