Ontmoeting met Cor Koppies
Hoe kwam u in contact met Cor Koppies, vragen we hem. “Nou, dat kwam eigenlijk door onze kinderen. Zij hadden op school een keer een vertelling van Cor Koppies voor de klas. Dat had blijkbaar een grote indruk gemaakt op de kinderen, en daardoor werd mijn nieuwsgierigheid ook gewekt!”.
Jarenlange vriendschap
Dus werd Koppies gevraagd om eens langs te komen bij de familie Kleijer in Putten. “Want ik schilderde een beetje en zo, en daar wilde Koppies wel eens wat van zien” aldus Kleijer.
Die allereerste visite – nu zo’n veertig jaar geleden – was het begin van een jarenlange vriendschap. Cor vertelde over het wild en zijn stropersleven van vroeger en hoe hij nu dan het toezicht had op Nieuw Groevenbeek. Voor een particulier Dokter Balgooien en later voor Herman Pijpers.
Voerakker
Ook de bekende voerakker van Cor kwam ter sprake. “Hij merkte wel, dat ik ervaring had met het wild en vanaf die tijd ging ik regelmatig mee naar de voerakker en later vroeg hij of ik het overnemen wilde. Bij elkaar heb ik het zo’n twintig jaar volgehouden”. Ook Kees zijn broer Henk ging mee, want samen hebben ze toen de voerbunkers vernieuwd etc.
Als hij terugdenkt aan de vele wildtellingen, dan glinsteren zijn ogen. “O ja, er moest geteld worden, vooral ook hoeveel zwijnen er in het gebied rondliepen etc. Daar heb ik nog eens iets voor uitgevonden, een teller met een klokje erin. Zelf gebouwd in een helder ogenblik. Dit kastje was verbonden met een lange draad, die langs de voerakker was gespannen. Als de zwijnen deze draad raakten, begon de klok te lopen en dan kon je de volgende dag zien, hoe laat ze geweest waren”. Hij laat me het kastje zien en verteld er alles over. Eigenlijk lijkt het allemaal heel simpel, maar het zit toch zeer vernuftig in elkaar. Dus naast zijn natuur-schildertalent zit ook een technische kant.
Oude stroper
O ja, en dan moesten we voer halen hier in Putten bij Van Bentum, en dan betaalden we altijd contant. We moesten veel geld steeds voorschieten. Later werd dat dan weer bij Cor zijn baas verrekend, maar heel vaak ging zoiets op de lange baan. Dan zei Cor zijn baas: “Och, dat geld komt wel een keer, we rekenen later wel af.” Maar dat duurde maar en duurde maar, en het kwam er gewoonweg niet. Het gebeurde ook eens een keer dat Cor te weinig had ontvangen. Zijn baas zei, dat hij dat later wel zou krijgen, maar het geld werd nooit bijgepast Toen kwam de oude stroper in Cor weer naar boven. Hij zei: “Nou dan verrekenen we het wel op een andere manier”. En toen heeft hij stiekem een jonge keiler geschoten.
Regelmatig ging ik mee met Cor en praten we samen over het natuurbeheer en over allerlei zaken die direct of indirect daarmee te maken hadden. Door de jaren heen groeide de vriendschapsband tussen Kees en Cor en werd deze alleen maar sterker.
De droom van Koppies
Op een keer vertelde Cor mij, dat hij gedroomd had over een ongeval met een stroper, en of ik dat – naar aanleiding van zijn verhaal – wilde uitbeelden op een schilderij. Dat heb ik gedaan en toen ik het klaar had, was Cor razend enthousiast. “Precies zoals ik het gezien en meegemaakt heb in mijn droom, in één woord ‘geweldig!”, was zijn reactie.
Hieronder het verhaal van die bewuste droom:
“Koppies was ’s nachts op surveillance in het veld, toen hij plotseling geschreeuw van een wild zwijn hoorde, en kort daarop een geweerschot. Hij schrok en dacht bij zichzelf, dat moet onmiskenbaar een stroper zijn. Daarvoor had hij zelf lang genoeg meegelopen in het veld. En… zonder zich te bedenken, vloog hij er op af. Daar wilde hij het zijne van weten.
Op de plaats – vanwaar het geweerschot geklonken had – aangekomen, trof hij daar een wel hele rare situatie aan. Daar stond een onthutste stroper, met in zijn ene hand het geweer en in de andere een illegaal geschoten fazant. Op nog geen steenworp afstand, stond een oude keiler te grommen. Die net daarvoor de stroper aan aan de broekspijp had gehangen. Waarop de stroper hem gepoogd had ondersteboven te schieten, en… dat was mislukt! Dat is foute boel, dacht Koppies.
Daar stond hij nu zelf, de tweestrijd vierde hoogtij, want eens was hij zelf ook een beruchte stroper. Maar zijn gevoel van rechtvaardigheid en menselijkheid smelten langzaam in elkaar over, en zonder zich verder te bedenken, knalde het geweer zijn geweer, en lag het wilde zwijn zo dood als een pier op de bosgrond. De onthutste stroper werd ingerekend en ontliep zijn straf niet”.
De dood van Koppies
“Ik kon heel goed met Cor, en ondanks dat hij soms heel anders dacht dan ik, konden we er toch wel over praten en wist hij veel over de bijbel. Hij voelde heel goed aan, hoe je over dingen dacht.
Dat ging met zijn vriend Wim Peet wel eens anders, maar toch konden ze niet zonder elkaar. Het waren wel vrienden die dagelijks met elkaar optrokken. Ik dacht dat hij uit de kant van Hierden kwam”.
Op de bromfiets
“Ja, en toen Cor zijn vrouw opgenomen moest worden in Sonnevanck, gingen we nog vaker op pad, ook ’s nachts. Dan kwam Cor ook op zijn bromfiets naar de voerakker en zaten we heel gezellig bij elkaar te genieten van het wild”, aldus Kleijer.
“Maar toen hij die kanker kreeg, moest ik bij hem komen en bedankte hij me voor alles. En dat we zo fijn samengewerkt hadden et. Ja. Zo was hij nou eenmaal. Ik vond het een groot gemis toen Cor gestorven was, dat meen ik uit de grond van mijn hart. Ook zijn vriend Wim Peet is er niet meer”. Er klinkt een soort van heimwee in deze laatste zin.
Mooie tijd
Kees Kleijer denkt er nog best vaak aan terug, aan die mooie tijd. “Ook de dag van de begrafenis, toen Cor ten grave gedragen werd. Ik had – als laatste groet – een aantal sparren-takken uit zijn zo geliefde bos op de kist gelegd en daar bovenop prijkte zijn jagershoed. Heel emotioneel was dat, nou ja, je was er tenslotte zelf ook bij”, besluit hij z’n verhaal.
Lees ook: Van stroper tot jachtopziener – 6 delen
Meer verhalen…
Hier eindigt het verhaal over Kees Kleijer, en binnen niet al te lange tijd, hoop ik – bij gezondheid – op bezoek te gaan bij oud-jachtopzichter Aalt Zwart uit Putten. Ook een oude bekende uit de tijd van Cor Koppies!