Het geheimzinnige Speulderbos is in deze tijd van het jaar mijn favoriete plek
De Veluwe staat bekend om zijn eindeloze en ongerepte bossen. Je kunt te voet of op de fiets genieten van prachtige beukenbossen in herfstkleuren. Met een beetje geluk sta je oog in oog met een edelhert, een ree of een wild zwijn. Je moet dan niet al pratende met familie en vrienden door het bos lopen, want dan hebben de dieren je al veel eerden in de gaten. We kennen de Veluwe nu als uitgestrekt bosgebied. Dat is trouwens niet altijd zo geweest. Honderdvijftig jaar geleden bestond de Veluwe vooral uit woeste grond met weinig bomen.
Malenbos
Door roofbouw bleef van de oorspronkelijke Veluwse begroeiing nog maar weinig over. Er werden geen bomen aangeplant. Het meeste hout werd gekapt als brandhout. Er was geen steenkool en gas. Iedereen stookte hout en turf. Omdat bos schaars was, werd het gebruik van de bossen bij buurtschappen, de zogenaamde malenbossen, geregeld in bijzondere voorschriften. Het Speulderbos was ook zo’n malenbos.
Het bos is daarna een hakhoutbos geworden. De jonge eiken werden geregeld gekapt voor het winnen van schors voor de leerlooierijen. Het andere hout werd opgebost als brandhout. Dat de bomen in het Speulderbos vaak zijn afgehakt kun je zien aan de grote boomstronken van de omgevallen dode eiken die overgroeid zijn door beuken.
Kreupelhout
Na de Eerste Wereldoorlog kon het Speulderbos nauwelijks bruikbaar hout leveren en ‘raakte in een kritieke situatie’. Uiteindelijk werd het bos in 1918 door de aandeelhouders verkocht aan Staatsbosbeheer. Over de oorsprong van het bos wordt vaak gezegd dat de bewoners van de streek vroeger de rechte stammen hebben gekapt, zodat de kromme bomen zijn blijven staan. Ik heb dat in vroeger zo overgeschreven, maar zo langzamerhand geloof ik het zelf niet meer. Het hakhout is in de tijd van Staatsbosbeheer op spaartelgen gezet, dat wil zeggen dat van elke pol hakhout een mooi recht stammetje werd gespaard. De rest werd weggezaagd. Dat de bomen zo krom zijn geworden, komt omdat ze zijn opgegroeid uit kreupelhout.
Hakhout
In deze tijd van het jaar loop ik graag in het Speulderbos bij Garderen. Dan zijn daar de vele zwammen te zien. Een deel van het Speulderbos bestaat uit een donker woud met kromme bomen. Ze noemen het ook wel het bos met de ‘dansende bomen’. Al meer dan veertig jaar volg ik de natuurontwikkeling van het Speulderbos. Alle grote bomen zijn vroeger gekapt voor de woningbouw. Het bos is daarna een hakhoutbos geworden. De soortenrijkdom aan paddenstoelen in het Speulderbos heeft te maken met de grote verscheidenheid aan boomsoorten. Bossen met eiken, beuken, douglas, lariks en fijnspar wisselen elkaar af. In de oude beukenbossen wordt geen hout meer gekapt en dode bomen moeten blijven liggen. Spechten, muizen, houtwormen en zwammen kunnen hun gang gaan, totdat van de omgevallen bomen niets meer over is.
Ga zelf kijken
Je ruikt in het Speulderbos de typische, kruidige geur van afgevallen bladeren. Vanwege de droogte zijn op het ogenblik weinig paddenstoelen op de bosbodem te vinden. Porceleinzwammen groeien op dode beuken. Bijzonder is de foto die René heeft gemaakt van een naaktslak die van een porceleinzwam begint te eten. Honingzwammen groeien graag op dode eiken. Bovendien zijn daar natuurlijk de tonderzwammen op dode stammen van beuken. Steeds word je getroffen door de schoonheid van de vele zwammen op het dode hout. Maak eens een wandeling over de Koningsweg dwars door het Speulderbos. Verdwalen kan dan niet. Steeds even in het bos kijken en later weer terug over dezelfde weg De route erheen is als volgt: in Garderen linksaf, daarna rechtsaf, de Speulderweg op en u ziet vanzelf de boerderij De Bosakker, links van de weg. Paar honderd meter verder is links de Koningsweg: hek door. Links en rechts in het bos groeien fraaie zwammen op dode bomen.
Ook gepubliceerd in de Barneveldse Krant – 17-10-2015
Bekijk ook het filmpje: