Jachtopziener Gijs van Ginkel leidt een avontuurlijk leven
“Schoonheid van de natuur rondom hem, de grootste bekoring van het werk”
“Er stopte een auto op één van de bosweggetjes hier in de buurt. Een paar mannen sprongen eruit. Ze losten enkele schoten, renden naar de bosrand, gooiden iets achter in de auto en reden snel weg. Ik lostte waarschuwingsschoten, om ze kenbaar te maken dat ze moesten stoppen. Toen zij zich daar niets van aantrokken, richtte ik op de banden. De chauffeur raakte de macht over het stuur kwijt en botste tegen een boom. Die kerels – woonwagen-kampbewoners waren het – probeerden op verboden terrein met verboden wapens, wild te schieten. Al viel het niet mee, toch heb ik ze kunnen inrekenen. Ja, dat was een mooie vangst”, aldus vertelt jachtopziener Gijs van Ginkel uit Scherpenzeel. Als hij eenmaal op zijn praatstoel zit, dan volgt het ene spannende verhaal na het andere. Hij spreekt graag over zijn niet-alledaagse en avontuurlijke beroep.
Landgoed Scherpenzeel
Gijs van Ginkel is nu al weer acht jaar in dienst van de heer H.A. van Beuningen uit Maarsbergen. De heer Van Beuningen is de man die de jacht heeft gepacht op de landerijen van de dames Zitters, dochters van de inmiddels overleden oud-commissaris van de Koningin in de provincie Gelderland.
Het terrein, een deel van het landgoed van het “Kasteel Scherpenzeel”, omvat drie buurtschappen, namelijk “Groot Wolfswinkel”, “Lambalgen” en “Voskuilen”, tezamen een uitgestrektheid van zo’n 600 hectare natuurschoon. In totaal zijn er zestien boerenbedrijven op het jachtveld van Van Ginkel.verspreid.
Het andere deel wordt beheerd door de dames Rooyaards. Daar is de heer D. Dorrestijn jachtopziener. Hij is een prettige collega. Het spreekt voor zichzelf, dat we nogal eens overleg plegen als we onraad ruiken”, zegt Gijs.
Veel omvattende taak
Van Ginkel is een kleine stoere. door de zon gebruinde man. Hij is 34 jaar. Tot zijn 24e jaar werkte hij op vaders boerderij in Scherpenzeel. Daarna kreeg hij een andere werkkring, namelijk bij de terreinpolitie te Zaandam. In de twee jaar, dat hij daar is geweest, wist hij zijn politiediploma te behalen.
Toen hij hoorde, dat jachtopziener A. den Keyzer naar de Verenigde Staten ging emigreren, solliciteerde hij meteen naar diens vrijgekomen plaats. Hij had succes met zijn sollicitatie en werd de opvolger van Den Keyzer. Waarschijnlijk heeft men Gijs gekozen uit de vele gegadigden omdat hij het politiediploma bezat en omdat hij over enige ervaring beschikte, opgedaan bij de jacht op het landgoed “De Boom” te Leusden.
Koetshuis
Sinds 1958 woont Gijs met z’n gezien( hij heeft een zoon en een dochter) in het Koetshuis van “Kasteel Scherpenzeel”. Vandaar uit maakt hij zijn rondes over het jachtterrein. Zijn voornaamste werk is het toezicht houden op de jacht en het instandhouden van het wild. Bunzings, verwilderde katten, kraaiachtige vogels en een enkele maal een vos worden zonder pardon door Van Ginkel onder schot genomen. Het zijn de meest schadelijke dieren die zijn werkterrein bevolken. Een tweede en zeker niet minder belangrijke taak is het tegengaan van de stroperij. Er wordt nog betrekkelijk veel gestroopt. De onverlaten die van tijd tot tijd zo hier en daar hun strikken uitzetten, houden er soms walgelijke methodes op na. Daar kan Van Ginkel u alles over vertellen.
Voorts heeft de Scherpenzeelse jachtopziener zich belast met de opfok van fazanten, Deze kleurrijke vogels worden zodra zij volwassen zijn, uitgezet, om de wildstand op peil te houden. ‘s Winters zorgt hij er bovendien nog voor, dat er op de voederplaatsen regelmatig wat te eten is voor de bos- en weidebewoners.
Stropen per auto
“Vroeger kwam de stropers lopende of op de fiets. Nu komen ze met auto’s. Daarmee kunnen ze vlug ontsnappen. Soms lukt het ze, soms niet. Zie ik dat er ergens strikken aangebracht zijn, dan wacht ik de daders meestal op. Die komen heus wel eens voor de dag om te kijken of ze de buit al binnen kunnen halen”.
Het wachten kan vele uren, soms hele dagen in beslag nemen, doch het geduld wordt rijkelijk beloont als Gijs zijn tegenstanders te pakken krijgt. Als onbezoldigd ambtenaar is Van Ginkel gemachtigd te verbaliseren. “Ik neem de daders in vele gevallen mee naar het politiebureau. Als je in het bos je boekje tevoorschijn haalt en je gaat staan schrijven, heb je kans dat je een tik op je hoofd krijgt. Op het bureau krijgen we de onverlaten meestal wel rustig….. “, zegt hij.
Noodzaak en misdaad
Gijs van Ginkel is een groot natuurliefhebber. Hij spreekt met een zekere eerbied over de schoonheid rondom hem. “Voor de drijfjachten die hier driemaal per jaar op het landgoed gehouden worden, hebben de mensen over ‘t algemeen wel begrip. Dat is nu eenmaal noodzakelijk om een gezond evenwicht te verkrijgen in de wildstand. Natuurlijk worden er dan dieren gedood, maar op een héél andere manier als die van stropers die hun levende buit langzaam laten stikken of doodmartelen. De stroperij blijft een misdadige bezigheid. We moeten het zoveel mogelijk tegengaan. Wat mij betreft: ik help daar graag aan mee……”, zo besluit jachtopziener Gijs van Ginkel
Eerder verschenen in Scherpenzeelse Krant 1964 – Tekst: Teus van de Kuilen
Lees ook: Gijs van Ginkel(1930-1994) alias “Valleischut” – Deel 5