Schrijver, geneesheer en jager in hart en nieren
Op 14 januari 2009 – vandaag precies 7 jaar geleden – overleed te Bilthoven, de bekende schrijver Wil Huygen (86), die zijn grootste bekendheid verwierf door de kabouterboeken, die hij samen met Rien Poortvliet maakte. Daarnaast schreef hij nog vele andere boeken.
Hij was van beroep huisarts, schilderde, jaagde, was sportief, speelde hockey, cricket en tennis.
In de muziek was Richard Wagner wel zijn favoriet. Hij was een echte natuurliefhebber en vond dat de jacht daar ook een wezenlijk onderdeel van was.
Mede ook doordat Wil Huygen de Jac. Gazenbeekstichting een warm hart toedroeg, en verschillende keren aanwezig was bij onze activiteiten, willen wij op zijn sterfdag graag eens wat meer aandacht aan besteden.
Geneesheer en jager
Wil Huygen werd op 23 juni 1922 in Amersfoort geboren, hij groeide op in de crisisjaren. Studeerde medicijnen te Utrecht en behaalde het artsexamen in 1949. Hij diende twee jaar bij de Koninklijke Marine tot 1951.
In december van datzelfde jaar vertrekt hij naar Nijmegen. Huygen begint daar als waarnemer in de praktijk van een huisarts en zal zich er in 1952 voor vast vestigen. Huygen was erg geliefd bij z’n patiënten, en kwam kort na zijn vestiging in aanraking met een bevriende Duitse jager. Deze woonde een kleine 10 kilometer over de grens en had zelf geen huisarts. Daar hielp hij bij de bevalling van het eerste kind, en ging mee op het jagerspad. Mede door deze ervaringen, bedacht hij dat de tegenstelling tussen leven en dood bij uitstek door jagers op zijn waarde kan worden geschat.
Stethoscoop wordt pen
Op 66 jarige leeftijd stopt hij als huisarts. De stethoscoop wordt ingewisseld voor de pen. Een keuze, waarvan zijn vriend en schrijver Godfried Bomans zei: “Een dergelijke gedaantewisseling is in onze huidige samenleving, die ten aanzien van de beroepskeuze in een betreurenswaardige verstening is verstard, te zeldzaam om het verschijnsel, nog afgezien van de resultaten, niet als opmerkelijk te begroeten”.
Veel geschreven
Bomans wist toen nog niet, dat er na het eerste boek in 1964 getiteld: “Jagersland”, nog velen zouden volgen. Zoals o.a. “Waarnemer gevraagd”, “De dokter en Diana”, “Op schootsafstand”, “Met een kluitje in het riet” en “Niet alleen voor jagers” etc. bijna allen geïllustreerd door Rien Poortvliet.
Jeugdboeken
Ook schreef hij een aantal jeugdboeken met welluidende titels als: “En buiten lag het paradijs”, “De geheime nachten van Jochem”, “Scholletje” en “De steen zonder naam”, “De tuin van verlangen” en “Het boek van Klaas Vaak”, stuk voor stuk prachtige verhalen waarin Wil Huygen veel van zijn vroegere jeugd kon verbeelden.
De bekende schrijfster Miep Diekmann schreef in een recensie over het boek “De tuin van verlangen” (2001), de herdruk van “En buiten lag het paradijs”(1977), het volgende:
“De grote verdienste van Huygen is zijn nuchtere, soms spottende toon. Dit boek is met al zijn spanning, vaart en geestigheid toch vooral een modern boek voor jongens en meisjes, omdat het twee hedendaagse problemen aan de kaak stelt: het toenemend aantal verkeersongelukken (…) en het gemis aan natuur voor de meeste kinderen. Door deze twee thema’s scherp uit te werken, leverde Wil Huygen een waardevolle bijdrage aan onze kinderliteratuur”.
Ontelbare verhalen
Na zijn pensioen ging op een middag de telefoon, of hij in wilde vallen bij de Nederlandse Jager voor een week of drie. Als opvolger van de inmiddels overleden Arnold van der Wal, toenmalig hoofdredacteur van de Jager. Huygen zou tot bijna het laatst van zijn werkzame leven verbonden blijven aan het blad.
Ontelbare artikelen over de natuur en de jacht heeft hij geschreven, met als uitschieter de bekende verhalen Nielen & Co. Belevenissen over vijf jagende vrienden. Wie zijn verhalen heeft gelezen zal niet alleen getroffen worden door zijn natuurkennis, maar zeker ook door de sfeer. Later in 1999 worden een groot aantal van deze verhalen gebundeld. Naast de verhalen voor “de Jager” schreef Wil Huygen zeventien boeken, waarvan er tien zijn geïllustreerd door Rien Poortvliet.
Rien Poortvliet
In 1995 zijn we, met enkele bestuursleden en ikzelf, bij hem op bezoek in Tienhoven. Mede naar aanleiding van zijn liefde voor de Veluwe en de verhalen van Jac. Gazenbeek, hadden we hem gevraagd om het eerste exemplaar van het boek Vrijbuiters van de Veluwe in ontvangst te nemen op onze donateursavond in oktober van datzelfde jaar.
Hij reageerde verbaasd: “Waarom vragen jullie mij?”. In het interview met Rob Wijnsma – De Veluwenaar van januari 1996 – vertelt Wil Huygen het volgende: “Maar wat de kunst van het schrijven betreft, heb ik veel van Godfried Bomans geleerd. Ook van Paul Biegel trouwens, de kinderboekenschrijver. Schrijven moet je leren, schrijven is belangrijk.
Arnold van der Wal
Rien Poortvliet werkte nog bij Lintas in Rotterdam toen ik hem leerde kennen. Hij wilde leren jagen. Arnold van der Wal nam hem mee in de jachtcombinatie van het Speulderbos, waar ik ook bij zat.
Samenwerking
In die tijd schreef ik mijn eerste aarzelende verhaaltjes en we besloten samen te werken.
Als ik een verhaal af had, stuurde ik het naar hem op. De volgende dag had hij dan een tekening klaar. Zo simpel was dat”. Stilte.
Rien Poortvliet overleed in september 1995.
“Er is geen opvolger voor Rien. Hij verdient het niet verguisd te worden zoals sommigen doen!”
De Kabouter
Het bekendste product van hun samenwerking zijn de beroemde kabouterboeken, waarvan er ruim negen miljoen verkocht werden.
Dankzij de Amerikaanse uitgeverij Harry N. Abrams, die het boek publiceerde onder de titel Gnomes, werd het destijds een internationaal succes. Het boek stond langer dan een jaar nummer één op de bestsellerslijst van de New York Times. Er zijn miljoenen exemplaren van verkocht in meer dan twintig talen.
Vergroeid met de natuur
Wijnsma gaat verder: “Zijn huis ligt aan een achteraf dijkje, tussen het kabbelende water en het eeuwig fluisterende riet van het Hollandse waterland. Het is een plek waar het lijkt of de wereld pas gisteren geschapen is; onaangeraakt nog. “Zo’n eenzaamheid als hier, waar vind je dat nog in Nederland?”, constateert hij zelf, met een nuchterheid waar de verwondering nog in doorklinkt. Of is het dankbaarheid?
Als ergens in Nederland nog kabouters wonen, dan moet dat hier zijn.
Schilderen
We lopen mee door de tuin. Naar het houten vlonder aan het water, waar snoeken ’s zomers de waterspiegel snijden. Aan de andere kant biedt een houten schuur ruimte aan nog een andere hobby, schilderen. De resultaten ervan staan her en der verspreid, natuurtaferelen, hoe kan het anders.”
Lees ook: 1922 – Wilibrord Joseph (Wil) Huygen – 2009 – Deel 2