Aan de regels houden
Ja, als het dan eindelijk eens goed gevroren heeft, de barometer gaf gistermorgen vroeg – 9 °C, aan. Best wel lekker, al moest ik wel even stevig krabben, de ruiten van de auto bedoel ik dan. Want… je wilt er toch op uit en de keuze was snel gemaakt. Niet zo heel ver van ons huis ligt het mooie natuurgebied het “Rauwe Veld” en daar zwerf ik nog weleens in m’n eentje rond, of installeer mij in een schuilhutje.
Het is eigenlijk een afgesloten gebied, maar dat geldt dan voornamelijk voor de kern. Dat is ook erg moerassig, dus is het daar oppassen geblazen, ik kom daar dan ook praktisch niet. Nee, want in de randen er omheen is genoeg te beleven, als je de plekjes maar weet. En… de boswachter weet dat ik nooit iemand meeneem, dat moest ik hem ook beloven. Daarnaast pacht een boer uit de buurt de ‘droge’ grond, gelukkig sta ik ook met hem op ‘goede voet’ en als ik mij maar aan de regels houdt, is er geen ‘vuiltje’ aan de lucht.
Hij vertrouwt het niet
Al lag er geen sneeuw, toch was alles wit om mij heen, de vorst had alle begroeiing een echt winters aanzien gegeven. Wat ziet het er allemaal mooi helderwit uit, zo ‘puur’ en ‘echt’ als het landschap er zo bij ligt. Een schitterend plaatje, maar ja, het zou natuurlijk nog mooier zijn, als er wat reeën op voorkwamen.
Nou Louis, kijk dan maar eens even heel goed, want iets verderop daar ligt er een. Het valt nauwelijks op, in eerste instantie zou je aan een flinke molshoop denken. Maar… bij nader inzien blijkt het een jonge reebok met een gaffelgewei, dus schat ik hem op zo’n twee jaar. Gelukkig heb ik hem eerder in de gaten, dan hij mij, en kan ik me nog net op tijd verschuilen. Toch merk ik even later wel, dat hij op de een of andere manier iets in de gaten heeft gekregen. Want… hij blijft nu constant mijn richting uitkijken.
Op mijn hoede
Ja, als alles zo helderwit is, valt zo’n groene kerel natuurlijk wel op, maar de afstand is – volgens mij – te groot voor hem om mij goed te kunnen onderscheiden. Tot zo’n slordige 25 tot 30 meter zien reeën alles haarscherp, daarbuiten nemen ze wel bewegingen waar en als ze het niet vertrouwen gaan ze er als een speer vandoor. Daar tegenover is hun gehoor en reuk zeer sterk ontwikkeld, tenminste dat zijn mijn ervaringen tot dusver. Dus ben ik nu extra op mijn hoede en wacht rustig af wat er gaat komen. Een beetje jammer is, dat de zon – voor het fotograferen – in de verkeerde hoek zit, dan heb je eigenlijk teveel schaduw, maar ja… het is helaas niet anders!
Waar is die kerel?
De bok is nu gaan staan en blijft mijn richting uitkijken, toch is hij niet verstoord, want de spiegel(witte haren op het achterwerk) blijft in ruste. Bij verstoring spreid het ree zoveel mogelijk deze witte haren, dan weet je in ieder geval dat het mis is. Dan draait hij zich om en blijft zeker zo’n vijf tot tien minuten staan kijken. Je ziet hem denken en zich afvragen waar die kerel nou gebleven kan zijn. Uiteindelijk wandelt hij op zijn gemak naar het open veld, om te kijken of daar wat eetbaars is te vinden.
Jonge bok alleen?
Ik zit te genieten van dit prachtige dier dat in het open veld nog beter zichtbaar is voor mij. Hoewel hij daar van niemand last heeft, gaat zijn kop toch regelmatig omhoog, want… je weet maar nooit. Als de bok daar zo bezig is, gaan mijn gedachten terug, naar vorige week zaterdag de 11e januari, toen zag ik aan de andere kant van het terrein een sprong van acht tot tien reeën bij elkaar. Lees: Reewild in het Rauwe Veld
Waarom zou deze jonge bok alleen zijn? Kijk, een ouwe bok, daarvan weet je gewoon dat die graag alleen is, maar zo’n jonge bok? Och, het kan van alles zijn, wat maakt het uit? De bok zelf blijkbaar niet, want hij poseert voor de telelens of hij niet anders gewend is.
Sprookje aan diggelen
Als de zon hoger komt, en hij zijn warme stralen over het riet laat gaan, verdwijnt de helderwitte rijp en is het mooie ‘sprookje’ van koning winter aan diggelen. Terwijl ik – gezeten in de houtwal – mij aan het afvragen ben, wat de bok vandaag nog meer van plan is, komt hij ineens mijn richting uit. Op nog geen twintig meter van mij vandaan gaat hij dwars door het riet, naar de andere kant. Ik draai mee en zie hem even later tussen de coulissen van het riet, tevoorschijn komen. Ik houdt mijn adem in, want op deze ‘toegift’ had ik echt niet gerekend.
Oog in oog
En moet je hem daar nu eens zien staan, geweldig wat een verschijning, en dat voor zo’n jong dier. Minutenlang staan we zo ‘oog in oog’, een ieder met z’n eigen gedachten. Wat een vertoning, en gelukkig heb ik het vast kunnen leggen, anders had u het waarschijnlijk niet geloofd. De bok besluit dan toch uiteindelijk maar om weer richting zijn leger(ligplaats) te kuieren, om lekker te gaan herkauwen. Ik volg zijn voorbeeld, althans op een andere manier.
Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat het inmiddels al tegen de klok van elf loopt, dus pak ik mijn spullen bij elkaar en vertrek richting de auto. Als alles is ingeladen, rijd ik nog even een rondje om het veld, om te kijken of er nog wat te beleven valt. Maar het is vrij rustig zo midden op de dag, want het wild is meestal vroeg op pad en trekt vaak tegen de schemering het veld weer op. Hoewel het hier ook nog weleens overdag raak kan zijn, als je geluk hebt.
Als je meer over reeën wilt weten, kijk dan eens op: Vereniging Het Reewild