Roodborstjes, zwijnen en hutspot
Als ik zo zit te bladeren in het boek van mijn herinneringen, hoor ik buiten het jodelende geluid van het roodborstje. Al enige weken zit hij hier rondom de hut en heeft het blijkbaar goed naar zijn zin. Ikzelf vind het eigenlijk ook best gezellig, zo’n vrolijke zanger in de buurt. ‘s Nachts slaapt hij onder de kleine overkapping, waar het haardhout ligt opgeslagen.Hij begint ‘s ochtends al te zingen als het nog donker is.
Vrouwtje zingt
Een zeer goede vriend van mij vertelde eens het volgende: “Dat ons roodborstje al tijdens het donker fluit, doet me denken aan een uitspraak van een gelovige boer uit Kootwijkerbroek. Hij zei eens tijdens een bijbelstudie: “Het geloof is als een vogel; die begint al te fluiten voordat het licht wordt.”
Altijd een prachtig voorbeeld.
Wat eigenlijk ook best heel bijzonder is bij het roodborstje, dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst.
Vogels en symbolen
Als ik mij goed herinner, had Corrie Poortvliet, na de dood van haar man Rien, ook steeds een roodborstje in haar buurt. Ze grapte weleens over het vogeltje dat steeds in haar buurt bleef, net of het haar overleden echtgenoot was die een oogje in het zeil hield. Rien Poortvliet overleed in 1995, maar zijn omgeving, inclusief atelier, is nagenoeg onveranderd gebleven, een man die velen aan zich heeft gebonden met zijn prachtige schilderijen en boeken!
Gek eigenlijk dat ik daar nu ineens aan moet denken. Poortvliet was natuurlijk ook iemand die dicht bij de natuur leefde en deze als geen ander in beeld kon brengen. Misschien ook wel daarom, dat ik ineens zo gegrepen werd door de zang van het kleine vogeltje. Het roodborstje wordt ook wel als “symbool voor de hoop” gezien, net zoals de duif dat is voor de “‘vrede” en de kraanvogel voor het “geluk”!
Als ik even later naar buiten kijk, zie ik het vogeltje op een oude paal in de sneeuw zitten. Zijn rood-bruine borst valt nu nog sterker op en steekt duidelijk af tegen het wit van de sneeuw. Een kleurrijk momentje in het maagdelijke wit.
Zwijnen op bezoek
Och… het zijn vaak de kleine dingen die het doen, denk je dan bij jezelf en meestal is dat ook het geval. Zo zit ik dan een beetje in gedachten voor me uit te filosoferen. Maar… dan opeens hoor ik buiten het geschreeuw van een wild zwijn, och ja, die lopen hier ook steeds in de buurt rond te sjouwen. Maar zo dicht bij de hut zijn ze nog niet eerder geweest. Toch maar eens even buiten een kijkje gaan nemen.
Op nog geen twintig meter van de hut zie ik een tweetal zwijnen, die dwars door de sneeuwlaag heen in de bosgrond aan het wroeten zijn, op zoek naar voedsel. Ook voor hun is ‘schraalhans’ keukenmeester in deze periode, dus proberen ze op deze manier nog wat bijeen te scharrelen. Als ik de dieren zo van een afstandje zit te observeren, ontdek ik opeens mijn kleine vriend, het roodborstje. Het vogeltje zit wel erg dichtbij die grote jongens, maar lijkt totaal niet bang. Het is een komisch gezicht, die grote zwijnen en dat kleine vogeltje, net David en Goliath uit de bijbel.
Nood breekt wet
Dat het roodborstje niet zomaar en zo dicht bij de zwijnen zit, wordt mij even later wel duidelijk. Natuurlijk… dat had ik kunnen weten, want zodra de zwijnen straks weg zijn, is er voor hem genoeg voedsel te vinden in de los gewerkte bodem. Dan is zijn tafeltje – letterlijk en figuurlijk – gedekt!
Maar och… blijkbaar is hij vandaag niet de enige die honger heeft, want even later zit roodborstje nummer twee in de wachtkamer. Enne… ik dacht dat zoiets niet kon volgens de boeken, dat roodborstjes erg fel schijnen te zijn op hun territorium, en dat ze alleen in de paartijd elkaar verdragen. De roodborstjes die nu hier zijn schijnen uit het noorden te komen en nood breekt wet, dan moet je wel eens een ‘veer’ laten vallen. We wachten wel af wat gaat komen.
Uniek
Er wordt wel flink gekwetterd naar elkaar, maar daar blijft het dan ook bij. De zwijnen gaan ongestoord verder met hun maaltijd en trekken zich totaal niets aan van beide vogeltjes. Nee… die hebben wel wat anders aan hun hoofd en daarbij een grotere maag om te vullen. Dus zullen de vogeltjes nog even wat geduld moeten hebben. Ja… wachten duurt lang, vooral als je honger hebt, maar het is gewoon niet anders, want een lege maag is nou ook niet alles.
Zo zitten ze geduldig, een eindje uit elkaar te wachten tot zij aan de beurt zijn. Opeens zie ik een zwijn met z’n kop omhoog komen en strak voor zich uit kijken. Wat hij eerder zag dan ik, dat is roodborstje nummer drie op rij, die de gelederen komt versterken. Of het tweetal daar nu zo blij is, dat laat zich raden, maar wat ik wel weet, dat ik hier iets unieks meemaak. Drie roodborstjes en zo dicht bij elkaar, dat heb ik in ieder geval nog niet eerder meegemaakt.
Lekkere hapjes
Als dan eindelijk de zwijnen verder trekken, duiken ze alle drie tegelijk op de vrijgekomen eettafel. Ik geniet van het druk doende drietal, wat daar heen en weer trippelt en over elkaar heen buitelt om maar niets te missen van de lekkere hapjes daar tussen de open bosgrond. Uiteindelijk laten ze elkaar met rust. Ja… dat lijkt mij ook de beste oplossing in dit bijzondere geval, tenslotte kost al dat geruzie nu eenmaal veel energie en die kunnen ze op dit moment wel beter gebruiken.
Ik voel nu zelf ook iets van binnen rammelen en dat is niet zo verwonderlijk, want zien eten… doet eten! Op mijn gemakje loop ik naar de hut, waar het binnen inmiddels lekker warm is geworden. De houtkachel heeft er totaal geen moeite mee om de hut op temperatuur te brengen, die heeft wel voor ‘hetere’ vuren gestaan, bij wijze van spreken!
Warme hap
Eerst nog maar een flinke blok hout op het vuur, en dan aan de hutspot die ik van huis had meegekregen. Ja, zo lekker als Fransien ze maakt, vindt je niet gauw een tweede, dat kan ik u gerust zeggen, al kan de vrouw van neef Jan aardig met haar concurreren.
Even later vult de geur van de opgewarmde hutspot de oude jachthut en kan ik aan mijn warme hap beginnen. Vroeger, bij m’n ouders thuis, een groot gezin met tien kinderen, aten we in de winter ook dikwijls hutspot en ik kan me niet heugen, dat iemand het niet lustte.
Respect
Ik zie nog zo de enorme pan op tafel staan, waaruit moeder dan met een grote lepel iedereen een flinke schep hutspot toebedeelde. Met vader aan het hoofdeinde, die daar zat met zijn doorgroefde en ietwat strenge gezicht en alles zo vanaf zijn zitplaats, gadesloeg. Die dan daarna eerst voorging in gebed, wat toen voor ons kinderen altijd te lang duurde, maar aan de andere kant ook respect afdwong. Het diepgewortelde Godsvertrouwen wat deze beide mensen hadden, daar kan ik nu nog altijd jaloers op worden. Geweldig, wat een warmte, zowel van de hutspot als van ons grote gezin.
Geuren en herinneringen
Dierbare herinneringen die je je verdere leven meeneemt en nooit meer vergeet. Ook later, bijvoorbeeld aan het einde van een winterse jachtdag op de Veluwe, aten we gezamenlijk, jagers en drijvers, in de oude jachthut van wijlen Arnold van der Wal(1920-1987) in Speuld, overheerlijke hutspot en/of boerenkool met spek, vlees en worst. Geuren en herinneringen gaan vaak hand in hand, dat is een samenspel.
Nu stop ik echt met schrijven mensen, anders loopt het water u waarschijnlijk – bij wijze van spreken – uit de mond!
Lees ook: In en om een oude jachthut – Deel 8