Hoge kijkcijfers voor Natuurmonumenten
Hoge dichtheden van herten leiden tot hoge kijkcijfers voor NM-Natuurmonumenten, maar neergang voor de natuur.
Om zijn natuurbeschermingswerk te doen treedt Vereniging Natuurmonumenten op de voorgrond met opvallende acties.
Het laatste gebeuren was een grote enquête die helderheid moest brengen over de kwestie van het wildbeheer: wensen we meer wild in de natuur? Is jacht wel of niet gewenst? (Vakblad Natuur Bos en Landschap juninummer 2015)
Dat is opmerkelijk. Waarom laat een instelling die met een bepaald doel voor ogen is opgericht, dat doel alsnog nader bepalen door het publiek? Voer gewoon je statutair vastgelegd doel uit, casu quo: het beschermen van de natuur, en ga bij de uitvoering te rade bij deskundigen, zoals: is er wel ruimte voor meer wild in de NM-bossen, hoeveel dieren zouden er eigenlijk onder natuurlijke omstandigheden wezen, welke aantallen zijn goed voor een hoge biodiversiteit, enzovoort.
In plaats daarvan vraagt de NM-enquête uitvoerig naar het toestaan van wel of niet doden en onder welke voorwaarden dat dan mag gebeuren. Niet aan deskundigen maar aan Jan en Alleman. En niet de eigen vakkennis geeft de doorslag maar de perceptie van het publiek is leidend. Uit de vijf opinie-grafiekjes in het verslag van de enquête “Meedenken over beheer groot wild’’, blijkt dat een cruciale vraag werd vergeten: hoeveel herten verdraagt een bosgebied zonder dat het de natuurlijke kenmerken aantast? Zou dat niet dé vraag zijn van een professioneel?
Deelerwoud
In het onbeheerde Deelerwoud is de dichtheid aan herten minimaal 50 dieren per honderd ha. Uitgebreid onderzoek (voornamelijk door Amerikanen verricht) toont overtuigend aan dat de natuurlijke hertenstand in het noordelijk halfrond een paar dieren per 100 ha bedraagt. NM doet voorkomen dat een natuur waarin Bruine beren, Wolven en Lynxen ontbreken, waar deze predatoren de herten dus niét langer getalsmatig in toom houden, een ‘natuurlijk proces’ voorstelt. Dat is een devaluatie zonder weerga van het begrip natuurlijkheid, een natuurbeschermer onwaardige.
De vegetatie die zich handhaaft onder een vraatregime van slechts weinige herten is ontegenzeggelijk natuurlijker dan de korte grasmat van een hertenkamp. Oneetbare Adelaarsvarens hou je in het Deelerwoud als ‘grasmat’ over. In hun naïviteit vermelden de schrijvers van het verslag dat bij de buren de bosverjonging slechts bij 2 herten per 100 hectare mogelijk is. Dat het Deelerwoud verdwijnt als woud is dus een kwestie van termijn, en het drong niet tot ze door. Het Veluws natuurgebied moet kennelijk drukker worden, een extra stroom kijkers moet in gang gezet. Een streven dat overigens ook al heftig in strijd is om de rust en de ruimte – wezenlijk kenmerken van de natuur- te behouden.
Wat is het doel van natuurbehoud? De aaibaarheidsfactor van de mens? Of behoud en ontwikkeling van de natuurlijke kenmerken van het bos?
Toekomstbeeld
Op basis van de enquête komt er nu een Agenda. ‘’Het toekomstbeeld uit de Agenda is dat er in ons land meer gebieden zijn waar de natuur onbelemmerd haar gang kan gaan.’’ Dit spontanistische natuurdoel leidt zeker niet tot een meer-natuurlijke natuur, al zal NM dat laatste willen suggereren. Dat ‘onbelemmerde’ spontane leidde tot de kaalvraat in de Oostvaardersplassen en is intussen opgevolgd door de Amsterdamse waterleidingduinen (‘goed’ voorbeeld doet volgen) , waar geen struik of bloem heel blijft onder de exorbitant hoge graasdruk van 85 damherten per 100 ha. In NRC Handelsblad van 16 december 2013 sprak NM-directeur Van den Tweel afkeurend over dergelijk ’cijferfetisjisme’. Aapjes laten kijken en hopen op meer ledenwinst voor de organisatie, het lijkt me een ernstiger vorm van cijferfetisjisme.
Wat is natuurbehoud nog in dit land?
De doorgeschoten NM-democratie leverde deze verzuchting op: “Bij de voorbereiding van de achterbanraadpleging waren er zorgen voor extreme standpunten.’’ Misschien waren die zorgen er even. Maar ik vermoed dat NM al redelijk bekend was met de wensen van het grote publiek en gewoon naar de bekende weg vroeg. En het zijn juist dié wensen die je extreem mag noemen: de focus op groot wild is namelijk een louter recreatieve focus. Zo dringt het rendementsdenken diep door in het woud, terwijl het natuurbehoud verwezen aan de rand staat en als voortrekker van de recreatie mag dienst doen. De boswachter staat in zijn hemd.
Door: K. Piël, Stichting Herstel Inheems Duin
___________________________________________________________________________________________
Bovenstaande tekst verscheen ook in Vakblad Natuur Bos Landschap, novembernummer 2015