De waterval in park Sonsbeek bij Arnhem is gemaakt van Veluwse zwerfkeien
Mijn ouders komen uit Arnhem. Mijn vader kreeg in 1930 een baan als kleermaker aangeboden bij Willemars in Barneveld. Ze konden een huis kopen aan de Vliegersvelderlaan en daar ben ik in 1933 geboren. Als kind gingen vaak mee naar familie in Arnhem en natuurlijk ook naar Sonsbeek. De waterval van Sonsbeek was een bezienswaardigheid. Vooral na de oorlog was Sonsbeek een attractie. Het doel van menige dagtocht. Het toerisme begon op gang te komen. De waterval van Sonsbeek was echt een uitje. Er werden foto’s gemaakt, ansichtkaarten gekocht en verstuurd naar vrienden en kennissen.
Zes watermolens
Het water werd aangevoerd door de St. Jansbeek die in de heuvels van het nabijgelegen landgoed Zijpendaal ontspringt. Een bord bij de waterval vermeldt dat langs de St. Jansbeek in het verleden zes watermolens stonden. De zesde molen vanaf de stad werd voor het eerst vermeld in 1281. Het was een oliemolen die vermoedelijk eigendom was van hertog Karel ven Gelre. Het park Sonsbeek kwam later in handen van baron Van Heeckeren. In 1823 is de oude oliemolen gesloopt en op die plek liet de baron in 1826 een grote waterval met een grot aanleggen van honderden zwerfkeien. De keien hiervoor kwamen van de Veluwe en met name uit het Kootwijkerzand. Met de bouw van de waterval was 70.000 gulden gemoeid. Een bedrag waarvoor je in die tijd een heel landgoed kon kopen.
Keien slepen
Burgemeester Carl A. Nairac van Barneveld heeft in 1878 veel wetenswaardigheden opgetekend over Barneveld en omstreken in het boekje ‘Een Oud Hoekje der Veluwe’. Zo ook over de waterval van Sonsbeek: ‘De schoone waterval van het landgoed Sonsbeek, nabij Arnhem, telt onder de grote zwerfblokken, waarover het heerlijke water stroomt, twee monolithen, afkomstig van de Kootwijker omstreken. Het kleinste rotsblok is uit de Brummelkamer; ’t grootste lag tusschen Burelhul en het dorp Kootwijk. De herinnering zegt dat deze steen door zevenentwintig paarden zou zijn vervoerd.’
De grote steen is dus over de weg naar Sonsbeek bij Arnhem gesleept. Er waren kennelijk geen karren die zo’n zware steen konden vervoeren. De steen is waarschijnlijk op een soort houten slee gerold en zo over de zandwegen naar Arnhem gesleept. Het is bekend dat de stenen in de ijstijd met gletsjers zijn meegevoerd naar de Veluwe. Burgemeester Nairac noemt dit in zijn beschrijving ‘de groote vloed’. Het is haast niet meer voor te stellen dat het wegennest 150 jaar geleden bestond uit zandwegen.
Straten
Nairac: ‘De vloed, die deze stenen aanbragt, is voor de ontwikkeling der Veluwsche Gemeenten tot grooten zegen geweest; het moge nu waar zijn, dat het zand of steengruis, ook daarvan afkomstig, ons niet het vette der aarde schonk, daar staat tegenover, dat de kleistreken door overstromingen worden bezocht. Maar de vloed bragt op het goedeland van Veluwe ook de grint en keijen, waardoor het mogelijk werd, grintwegen en straten aan te leggen. En zijn die wegen niet juist de baanbrekers van den gemeentelijken vooruitgang?’
De geoloog Staring was een keer in Barneveld bij een enorme hoop keien die waren opgegraven op de Lunterseberg. Nairac: ‘Met welke warme liefde begroet hij die steenen getuigen, van wat voor eeuwen in ons land is voorgevallen; … het was reeds avond geworden; om ons henen hadden zich verscheidene burgers verzameld, in stomme verbazing over dien vreemden Heer te midden van de veldkeijen, – wij gingen huiswaarts. – Staring keerde zich even om en zeide: “vrienden! die keijen zijn voor uwe gemeente, diamanten; zonder hen, waren uwe straten en wegen nog modderpoelen en zandzeeën!”
Expositie
De grote foto van de waterval van Sonsbeek, helemaal boven, is op zaterdag 26 maart 2016 gemaakt. Een paar dagen daarna is een groot hek om de waterval gezet, want de waterval gaat in onderhoud met het vooruitzicht op de kunsttentoonstelling SONSBEEK ’16: transACTION die van 4 juni t/m 18 september in park Sonsbeek in Arnhem wordt gehouden.
Ook gepubliceerd in: Barneveldse Krant – 09-04-2016 – Aflevering 504