Daar staat een groot hert
Wij staan bij een eikenboom langs het zandpad bij de Heidebloem. We moeten ons best doen niet gebeten te worden door de zwarte mieren; het krioelt van die beesten. De boom als eenpootstatief gebruikend besluiten we flink wat platen te maken van Hubertus’ gewei. We kijken van hier uit op het fietspad aan de andere kant van de weide. Een klein jongetje fietst klaarblijkelijk het gezin waarvan hij deel uitmaakt een stukje vooruit. Hij ontwaart het hert, aarzelt geen seconde, gooit de fiets neer en rent in volle vaart terug naar de rest van het gezin. ‘Mamma, pappa, daar staat een heel groot hert, kom gauw.’
Nader onderzoek
Intussen kunnen wij het schitterende bastgewei aan een nader onderzoek onderwerpen. In de rechterkroon zit een heel klein gewei-eind. Je kunt daar straks een hoed aan ophangen, of een jachthoorn. Het telt dus als een echt eind. Hubertus loopt te smullen en vult zijn buikje. Soms kijkt hij even rond en denkt: ‘Het is hier best druk.’ Intussen is hij zo vriendelijk ons zijn gewei goed te tonen. Mensenkinderen, het lijkt erop dat hier een oneven tweeëntwintig-ender staat. Laten we vooral niet vergeten dat deze boef pas vijf jaar is en nog niet eens op zijn hoogtepunt.
Herkauwen
Zo zoetjes aan raakt zijn buikje vol. Wij volgen hem al een paar jaar en weten dat hij boertjes en windjes laat, zodra hij het tijd vindt te gaan herkauwen en daarna een tukkie te doen. Hij wordt simpelweg geregeerd door zijn maag. Vooruit, hij propt er nog een paar happen gras in. Dan krijgt hij er niets meer in en kijkt eens rond. Het is nog steeds druk om hem heen.
) Een feest
Overigens blijven de meeste toeristen hooguit een minuut of tien. Dan hebben ze er genoeg van en vervolgen ze hun tocht. Wij staan al een kleine twee uur bij Hubertus. Het is een feest een meter of dertig van dit hert te mogen toeven om hem scherp in zijn doen en laten te observeren. Hij duldt ons goedmoedig. Dan wil hij toch echt de dichte dekking achteraan de Heidebloem in. Daartoe moet hij wel weer een pad oversteken, langs publiek. Hij kijkt ons nog een keer aan alsof hij zeggen wil: ‘Nou meiden, dat was het voor vandaag. Tot een volgende keer.’ Resoluut vertrekt hij richting rustige dekking, de toeristen latend voor wat ze zijn.
Niet opgejaagd
Gelukkig werd hij vandaag niet opgejaagd. Zelfs met een smartphone was hij redelijk goed te fotograferen. Het enige wat vervelend voor hem was, was dat de mensen hem moeilijk vrije doorgang verleenden. Tja, al die toeristen kunnen toch ook niet weten dat er voor Hubertus een tijd van eten en een tijd van herkauwen in stille dekking is. Voor menig toerist was het waarschijnlijk de allereerste keer in het leven dat men zo’n machtige knaap van een edelhert van zo dichtbij zag.