Met de fles grootgebracht
Bij boswachter Ribbers in het Lunterse Buurtbos was het vorig jaar (2003) een drukte van jewelste. Een reekalfje dat door mensen was meegenomen, is er met de fles groot-gebracht.
Een tijdje later krijgt hij er van een kennis nog een frischling (biggetje van een wild zwijn) bij. Inmiddels zijn beide dieren volwassen en in de vrije wildbaan teruggezet.
Ongewoon geluid
Als ik in de voorzomer van 2003 op bezoek ga bij boswachter Gert Ribbers in het Lunterse Buurtbos, hoor ik wel een heel ongewoon geluid. In plaats van blaffende honden hoor ik het fiepen van een reekalf, met direct daarop het geknor van een biggetje. Nieuwsgierig geworden loop ik om de boswachterswoning heen naar achter. Daar wordt me duidelijk wie deze geluidjes maken. Tussen het hoge gras, afgezet met gaas, ligt een prachtig reekalfje. Heel voorzichtig loop ik er naartoe en bewonder het kleine beestje. Als het gaat staan en even omkijkt, zie ik twee lichte plekjes op het kopje, daar aan kun je zien dat het een bokje is. Daar komt straks dus het geweitje uitgroeien.
Op stap met een biggetje
Enkele meters er vandaan heeft de boswachter nog een stukje afgezet. Daar zie ik tot mijn grote verbazing een biggetje lopen. Als het beestje mij in de gaten krijgt, begint het te krijsen. Dan duurt het maar even of boswachter Ribbers komt naar buiten gelopen. “Joa, dat zie je nie elke dag, hè?” zegt hij lachend. “‘t Is me wat, zo’n schreeuwlelijk. Hij zal wel eten willen en de fles, hij voegt de daad bij het woord. Het biggetje krijgt een bordje met fijngemaakt brood en als hij dat op heeft komt de fles met melk tevoorschijn.
Wandelen met knorretje
Als ‘knorretje’ genoeg heeft gedronken, zegt boswachter Gert: “Je zult d’r wel effe uut wille, en ‘n eindje lopen mit de boas. Nou, kom dan mer effe jong,” zegt hij tegen het biggetje, en beurt hem tegelijkertijd uit de loop.
Tot mijn grote verbazing loopt het biggetje gewoon mee met de boswachter. Als hij zich omdraait om terug te gaan loopt het biggetje tussen de benen van de boswachter door. Wat een beest! “Joa,” zegt Ribbers, ” hij is al ‘n bietje verwend die blikskoater, we hebben ’em ‘knorretje’ genoemd, umdat ie zo lekker knorre kan.”
Aan de fles
Terwijl we zo staan te kletsen, komt Trui, z’n vrouw, naar buiten met een babyfles in de hand. “Zo, beestje, kom mer ‘s effe hier dan zal moesje joe ‘s effe te drinke geve!” Dat beestje, is het reekalfje dat luistert naar de naam ‘Bambi”, dat ze als haar eigen kind behandelt. Het kalfje komt al op haar aangelopen en zo krijgt het beestje over het gaas heen de fles.
Een niet alledaags gebeuren zou ik zo zeggen en dat is het ook niet. Terwijl de boswachtersvrouw zo bezig is, kijkt ze me aan en zegt: “Wat moet je, als de beestjes hun moeder kwijt zijn? Dan probeer je ze toch te helpen, nietwaar? Af en toe mag ‘t beestje ok noar binnen in de koamer, en dan ligt ie gewoon bij mien op de bank!” Betere pleegouders kun je je toch niet wensen als een verweesd reekalfje of biggetje, mag ik wel zeggen!
Hond en varken, samen uit
Een paar maanden later, als ik bij boswachter Ribbers op bezoek ben, heeft hij nog een een leuke anekdote. “Op ‘n oavend komt ‘n wandeloar helemoal over de rooie an de bel. Ik doe open, en doar krieg ik te heuren, dat de wandeloar mien hond het zien lopen mit ‘n wild varken. Of dat meugeluk was? Ik wist nie wa’k heurde, en bin d’r ok geliek op of gegoan. En. ja heur, doar liepe ze soame deur ‘t bos te runne. Ik het nog nooit zo gelache.
En die wandeloar, die begreep d’r helemoal niks meer van. Dat kan toch niet? “Dddie hond, en dat wwwilde zwijn”, hakkelde die stomverboasde wandeloar, en liep al schuddend mit z’n heufd het bos in. Ja, verdorie, woaren ze um soamen gesmeerd, die belhoamels. Mer ik was toch blie toen ze weer terug woaren. Noe kan ik d’r um lache, mer toen zat ik best wel effe in m’n rats!”
Tenslotte…
Beide dieren hebben inmiddels weer de vrijheid gekregen en… of ze het ook allebei gered hebben, dat hopen we dan maar. Het weer terugzetten in de natuur levert nogal eens problemen op, omdat de dieren teveel wennen aan de mens. In ieder geval willen wij de mensen waarschuwen, om niet zelf op eigen houtje dieren uit het bos mee te nemen.
Zo zie je maar weer, de natuur zit vol verrassingen. Boswachter Ribbers is inmiddels met pensioen en woont niet meer in Lunteren, maar we vonden het toch best de moeite waard om deze herinnering op het weblog te plaatsen.
Eerder gepubliceerd in gewijzigde vorm in ons kwartaalblad De Veluwenaar – 12e jaargang – No.2 – april 2004