De moord op korporaal Vos

We schrijven 31 augustus 1919, koninginnedag dus

Een eenzame fietser trapt zich moeizaam via het fietspad omhoog, richting Hoog Buurlo. Hij passeert de kleine nederzetting met de schaapskooien. Mogelijk heeft bosbaas Gorsseling verwonderd de eenzame fietser nagekeken. Nu gaat het bergafwaarts richting Harskamp, waar zijn onderdeel is gelegerd. Hij komt er echter niet aan en wordt op het appèl, de volgende morgen, als absent genoteerd. De jonge korporaal heeft het weekeinde bij zijn ouders in Deventer doorgebracht. Bij het vertrek stopt zijn moeder hem nog wat extra proviand toe en zijn portemonnee herbergt vijf gulden(2,27 euro), een voor die tijd flink kapitaal.

vriendenbijgrafkorpvos Militaire- en burgerpolitie bij het rovershol - Foto: Archief JGS

Militaire- en burgerpolitie bij het rovershol – Foto: ©Archief JGS

Vos vermist

Nadat de vermissing geconstateerd is, wordt bij de ouderlijke woning in Deventer navraag gedaan. De ouders van de korporaal weten niet veel meer te melden dan dat hun zoon in de vroege avond van 31 augustus bij hun woning in opperbeste stemming is weggefietst, richting Harskamp. Bij zijn onderdeel wordt men nu echt ongerust. Patrouilles worden er op uitgestuurd. Dagenlang worden het militaire oefenterrein, de aangrenzende heidevelden en bossen grondig afgezocht. Tevergeefs.

Ondertussen is bekend geworden dat zich in de buurt van de legerplaats een onbekende, onguur uitziende, zwerver ophoudt. Tussen het opduiken van dit heerschap en de verdwijning van de korporaal wordt aanvankelijk geen verband gelegd. Meldingen van kleine vergrijpen, hoofdzakelijk voedseldiefstallen zorgen ervoor dat de plaatselijke veldwachters alert blijven. Aanwijzingen met betrekking tot de verdwijning van de korporaal zijn er niet. Totdat de Harskampse rijwielhersteller Aaldert Borgers, in z’n vrije tijd actief stroper, zich bij veldwachter Kraaienbrink meldt. Borgers vertelt dat er op en rond de Ossenberg voor hem vreemde strikken staan. Ook heeft hij er etensresten en aardappelschillen gevonden. Deze wetenschap leidt tot nieuwe zoekacties in de genoemde omgeving.

kleinkruisweg

Een eenvoudig kruis, geeft nog altijd de plek aan waar Korporaal Vos is vermoord – Foto: ©Louis Fraanje

Zoekactie

Op 29 oktober 1919, bijna twee maanden na de vermissing van Vos, gaan een aantal marechaussees, de plaatselijke veldwachters Wassink en Kraaienbrink op pad. Deze operatie staat o.l.v. de Edese inspecteur Kruysdijk. Het is Wassink die op een goed gecamoufleerde grondhut stuit. De afmetingen van het hol zijn twee bij twee meter en er kan rechtop in gestaan worden. Het meubilair bestaat uit een veldbed. Ook staat er een fiets en liggen er een bebloede broek en een portemonnee.

grootkruis

Het houten kruis op het ISK-terrein te Harskamp – Foto: ©Louis Fraanje

In de buurt van het primitieve onderkomen wordt al spoedig de bewoner ervan aangetroffen. Gevraagd naar zijn naam zegt hij Bosch te heten. Als op z’n arm de getatoueerde letters AS worden ontdekt noemt hij zijn ware naam: Albert Smit.

De man, afkomstig uit het Oost-Groningse Bellingwolde, is door de kantonrechter veroordeeld tot een boete van f 200,–(90,76 euro) wegens smokkelarij.

Om de inning van dat hoge bedrag te voorkomen vlucht hij naar de Veluwe en duikt onder in het Harskampse schietterrein.

Stoffelijk overschot

Zijn terreinkennis stamt uit de periode 1914-1917 als hij er als militair het vaderland dient. Ondanks de vondst van de eigendommen van de korporaal in het hol komt het niet tot een bekentenis. Vele verhoren later verklaart hij aan het misdrijf medeplichtig te zijn en geeft de plek aan waar het lichaam van Vos verstopt ligt. Op 31 oktober wordt het stoffelijk overschot gevonden. Het ligt in een onbruikbaar geraakte loopgraaf op enkele tientallen meters van het hol. Vader Vos wordt verzocht naar Ede te komen om zijn zoon te identificeren.

In de Apeldoornse Courant van 3 november 1919 is daarover het volgende verslag te vinden:

“De vader van Vos kwam vrijdagavond nog laat uit Deventer om zijn zoon te herkennen. Enkele vrienden, waarvan een zijn automobiel ter beschikking had gesteld, vergezelden hem. Het was een hartverscheurend moment dit weerzien op het eenzame donkere kerkhof (het lijk was in het lijkenhuis geplaatst), dat ieder der aanwezigen door merg en been drong. Nogmaals werd verdachte Smit bij het lijk gebracht en onder deze in droeve omstandigheden gehoord, doch hij bleef bij zijn bewering niet aan den moord geholpen te hebben. Alhoewel het lijk voor anderen misschien onherkenbaar was, herkende de vader in den vermoorde zijn jongen”.

Opmaak 1

Het slachtoffer wordt geborgen, in het midden met flaphoed is Albert Smit – Foto: ©Archief JGS/Veluwenaar

Schuldig of onschuldig?

De belangstelling is groot als Vos op 4 november 1919 in Ede met militaire eer wordt begraven. Alom wordt Smit gezien als de moordenaar, maar hij geeft slechts medeplichtigheid toe en komt met de volgende versie: Tijdens z’n zwerftochten over de Veluwe en na een vergeefse poging werk te vinden op het in aanbouw zijnde zenderpark “Radio Kootwijk” loopt hij de Duitser Springhoff tegen het lijf. Deze zou het hol aan de voet van de Ossenberg gegraven hebben. Tussen beide mannen ontstaat een relatie. Zo verzorgt Smit Springhoff met wild, die het omzet in klinkende munt.

De verdachte Albert Smit - Foto: Archief JGS/Veluwenaar

De verdachte Albert Smit – Foto: ©Archief JGS/Veluwenaar

Op de avond van de 31e augustus is Smit, met gestroopt wild, op weg naar het onderkomen van Springhoff. Bijna bij het hol aangekomen ziet hij hoe Springhoff in gevecht is gewikkeld met een militair, die het onderspit delft.

Onder bedreiging moet Smit de handen en voeten van de verliezer, korporaal Vos, binden. Springhoff verdwijnt met de korporaal in het struikgewas, maar niet nadat hij Smit op z’n medeplichtigheid heeft gewezen; en mocht Smit hem verlinken, dan zou z’n wraak zoet zijn.

De hele affaire zit Smit niet lekker en hij zoekt Springhoff op in zijn hol. De Duitser wil zijn biezen pakken. Het wordt hem te gevaarlijk. Terug dus naar Duitsland. De bezittingen van de korporaal laat hij achter. Tot zover Smit, die ook voor de rechtbank in Arnhem hardnekkig bij deze versie blijft.

De rechtbank, o.l.v. Van der Dussen, acht Smit echter schuldig en veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van 15 jaar. Daarmee is het doek gevallen en Smit verhuist naar de strafgevangenis in Leeuwarden.

Berouw

In de Nieuwe Apeldoornse Courant van 24 mei 1923 duikt zijn naam nog eens op. Hij heeft tegenover het gevangenispersoneel een volledige bekentenis afgelegd en zegt berouw te hebben van zijn daad. Hij verklaart het volgende: na zijn vlucht, zoekt hij, zoals bekend, een veilig onderkomen op de Veluwe. Hij verkeert dan, naar eigen zeggen, in een overspannen en prikkelbare toestand. Als korporaal Vos hem dan aanrijdt, slaat hij er op los. De dramatische afloop is bekend. Door voorbeeldig gedrag binnen de gevangenismuren tracht hij z’n straf in te korten, zo dat hij nog een aantal jaren van de herwonnen vrijheid kan genieten. Of hem dat gelukt is……

Tekst: Berthus Maassen/JGS

Bronnen:
1. “Daar sprak men over”. H.J. Nijenhuis, R.v. Amerongen en T. Onderstal. 1984
2. Berichten uit de N.A.C. d.d. 29 en 30 oktober 1919, 3 en 17 november 1919, en 24 mei 1923
Uit het archief van R. v. Amerongen:
3. Van korporaal Vos: Barneveldse Courant, 30-08-1967.
4. De holbewoner en de korporaal, P. de Vries, Edese Post 25-10-1979
5. Illustraties, uitgezonderd “Het Kruis” uit archief van JGS/De Veluwenaar/R.v. Amerongen.

Eerder gepubliceerd in: De Veluwenaar – 12e jaargang – nr.1 – januari 2004

Met dank aan: Paul Hols Terreinopzichter ISK

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2016/08/31/de-moord-op-korporaal-vos/