In de schemering van het Veluwse woud
Als Hubertus zich een tijdje niet heeft laten zien, worden er meteen allerlei speculaties de ether ingestuurd. De meest gehoorde is, dat hij inmiddels naar zijn winterverblijf is vertrokken, dat in een heel ander deel van het park is gelegen. Ik probeer daar in eerste instantie niet zo erg veel waarde aan te hechten, er is in het verleden al zoveel gespeculeerd, ik wil het graag met eigen ogen gezien hebben.
Aanzitten
Dus, op de eerste de beste middag, na de vakantie, ben ik zo rond 15.00 uur naar de Hoge Veluwe gereden en heb de auto geparkeerd bij ‘de Heidebloem’. Ik had mij voorgenomen om daar gewoon maar eens een tijdje te gaan ‘posten’ of ‘aanzitten’, beide benamingen kun je daarvoor gebruiken, maar het laatste woord spreekt mij wat meer aan. Want… zoals u al eerder kon lezen, dat tijdens ons verblijf op Texel, onze vrienden Florus en Ton hem daar namelijk dus het laatst gezien hadden, dus wie weet had ik vandaag geluk?
Het was bewolkt en aardig fris, maar de rijdende schuilhut (auto) bood mij een gerieflijke ‘aanzit’, dat is ook weleens anders geweest in het verleden. Als ik terugdenk aan vroeger en dan gezeten op een houten ‘hoogzitje’, wat eigenlijk niet meer was dan een houten ladder met bovenaan een plank die als zitplaats moest dienen. of wildkansel
Iets mystieks
Dat wachten soms wel eens erg lang kan duren, dat weten wij inmiddels wel, maar deze keer werd ik echt op de proef gesteld, want het werd niet alleen later, maar ook donkerder. Als het nog langer zou duren, dan kon ik het fotograferen wel vergeten en dat kon ik dus ook! Want… om kwart over vijf hoor ik wat geritsel tussen de bomen van de ‘Eikelkamp’ en wie komt daar aanwandelen? Ik kan het nauwelijks goed zien, maar dat kan niemand anders zijn, dan… Hubertus.
Dit laatste stukje probeer ik – met kunst en vliegwerk – te filmen, tenslotte wil je er toch iets van vastleggen en het heeft ook wel iets mystieks, zo in het donker van het Veluwse woud. De kwaliteit laat zeker te wensen over, maar het geeft wel enigszins de situatie weer.
Kleine zonde
Als Hubertus uiteindelijk op het weitje van de Heidebloem is gearriveerd en in alle rust ‘op lavei’ gaat, probeer ik toch nog even een foto te maken. In alle andere situaties zou ik het niet gedaan hebben, maar nu kan ik het niet laten en ik voel mij nu net een stroper, maar dan in de ‘goede’ zin des woords. De Duitse jagers noemen dit ‘Büchsen-licht’, het is mijn laatste kans in dit ‘speciale’ geval. Ik hoop dat men het mij zal vergeven, deze kleine ‘zonde’! En… Hubertus? Die trekt zich er totaal niets van aan, die zal er wel het ‘zijne’ van denken, maar ik kan weer ‘blij en gelukkig’ huiswaarts keren, nu ik weet dat hij er nog is.
Lees ook: Het legendarische hert “Hubertus” – Deel 61
____________________________________________________________________________________________________
Bekijk ook het stukje film: