Mijn kennismaking met het Nationale Park De Hoge Veluwe
Onlangs zijn de Wadden verkozen tot het ‘mooiste natuurgebied van Nederland’. Als voormalig inwoner van Schiermonnikoog (toen ik daar als jong bioloog onderzoek deed) kan ik daar moeilijk bezwaar tegen hebben – integendeel! Ook hoort u mij niet protesteren tegen de eervolle tweede plaats van de Veluwe. Toch past daar wel een kanttekening bij, want deze onderscheiding geldt voor de hele Veluwe en niet voor ‘Het Nationale Park De Hoge Veluwe’, dat maar één onderdeel is van het versnipperde, heterogene conglomeraat dat Veluwe heet.
Betrokken
Van die Hoge Veluwe nam ik vorige winter na meer dan 20 jaar afscheid als gids. Het was mijn meest recente bezigheid bij ‘ons’ Nationale Park na er een leven lang bij betrokken te zijn geweest. Al voor de oorlog logeerden wij in de zomervakantie bij Opa en Oma in Nunspeet en uit die tijd dateert mijn eerste bezoek aan de Hoge Veluwe, getuige een kiekje bij het standbeeld van Generaal de Wet. Op die eerste kennismaking zouden er nog vele volgen.
Begin jaren ’70 deden meer dan 10 van mijn studenten onder auspiciën van Freek Niewold van het RIN (het huidige Alterra) en ikzelf namens de U.v.A. op de Hoge Veluwe onderzoek naar territoriaal en sociaal gedrag van de vos. Mij baserend op mijn wolvenonderzoek in Canada maakte ik een vergelijk tussen de Hoge Veluwe en Algonquin Park (150 maal zo groot!) in Canada.
Meer factoren
Mijn conclusie was dat er op de Hoge Veluwe met een vergelijkbare wilddichtheid plaats was voor 2 à 3 wolven en op de hele Veluwe voor niet meer dan 15. De edelherten-bioloog (en mijn oudste student!) Harm van de Veen was het daar niet mee eens en rekende mij voor dat er voldoende prooien waren voor wel 50 wolven. Maar zo werkt het niet, er zijn behalve voedsel-aanbod nog meer factoren in het spel! Van de Veen nodigde mij uit om samen met andere biologen en de regionale kranten mee te doen met zijn fanatiek gepromote ‘Veluwe Initiatief’. Ik heb daar zelfs nog een slagzin voor ontworpen: ‘de Veluwe natúúrlijk’, helaas zonder daar copyright op te nemen!
Idealistisch streven
Harm – en in navolging van hem Ruud Lardinois van ‘Nieuwe Wildernis’ – was een fel voorstander van het verwijderen van alle rasters en andere obstakels om van de Veluwe één aaneengesloten natuurgebied te maken. Een mooi idealistisch streven maar kan dat zo maar? Mijn politieke vriend Henk Vonhoff – van 1978 tot 2007 voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe – vond van niet en ik denk dat hij gelijk had.
En dan gaat het niet in de eerste plaats om de werkgelegenheid van boswachters en overig personeel of om het gevoel van veiligheid binnen het omrasterde en bewaakte park, maar vooral om de voorbeeldfunctie voor andere grote natuur-gebieden. Want daarin verschilt de Hoge Veluwe van bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen: de wildstand wordt beheerd door zorgvuldig geselecteerde en begeleide jagers. Het gevolg is dat er op de Hoge Veluwe aan grofwild ongeveer 250 edelherten leven, iets minder moeflons, minder dan 100 wilde zwijnen en enkele honderden reeën.
Zorgvuldig beheerd
Dit in schril contract met de overbevolking van een paar duizend edelherten in de Oostvaardersplassen – met alle gevolgen van dien. Want op de Hoge Veluwe verkeert de dierenwereld in blakende welstand en ook de flora gedijt er uitbundig met beenbreek, wolfsklauw, zonnedauw en zeldzaamheden als de klokjesgentiaan met het gentiaanblauwtje. Het mag dan geen natuurreservaat zijn maar het is een zorgvuldig beheerd, bewaard – en vaak gerestaureerd, zoals de zandverstuiving bij de Pollen – landschap (Wim Alings: ‘Het Bewaarde Landschap’, 1985).
Misleidend beeld
De natuurwaarde is volgens mij juist door dat beheer dat de rol van de natuurlijke toppredator de wolf heeft overgenomen, vele malen groter dan bij voorbeeld de Amsterdamse waterleidingduinen of de Oostvaardersplassen. De zorgvuldig geselecteerde beelden van de film ‘Nieuwe Wildernis’ geven daar een misleidend en veel te rooskleurig beeld van.
De documentaire “De nieuwe Wildernix” gemaakt door Sjoerd Schraper en echt deskundige natuurliefhebbers zoals o.a.veldbioloog en bekend roofvogelkenner Rob Bijlsma, toont in schril contrast daarmee de rauwe werkelijkheid.
Alternatief model
Aan Anton Kröller danken we dit natuurpark midden in één van de dichtstbevolkte landen ter wereld (zie voor de financiering ervan Ariëtte Dekker: ‘Leven op Krediet’, 2015), dat laat zien hoe het ook kan. En totdat ook bij de goedwillende, maar niet door enige kennis geplaagde idealisten de ogen opengaan voor een gezond natuurbeheer, moet de Hoge Veluwe niet opgaan in de smeltkroes van één groot landschapspark, maar moet ‘het bewaarde landschap’ van de Hoge Veluwe als alternatief model voor gezond beheer zorgvuldig worden gekoesterd!
Tekst: ©Jan Hilco Frijlink
____________________________________________________________________________________________________
Lees ook: De Wolventoets
____________________________________________________________________________________________________
Bekijk de film: