Ontmoetingen in het veld…
‘Eigenlijk zou een hond een mensenleven lang mee moeten kunnen gaan.’ Was getekend: Jac. Planta.
Hij doelde met deze woorden op het zware verlies, dat een hondenbezitter lijdt wanneer hij afscheid moet nemen van zijn zo geliefde viervoeter waarmee hij vele mooie momenten heeft beleefd.
Jac. Planta was verknocht aan Britta, een Hannoveraanse zweethond die nazoeken steevast tot een goed einde wist te brengen. Ja, zo’n hond wilde je wel je hele leven lang in huis hebben rondlopen.
Dieren en mensen
‘Wie van dieren houdt, houdt ook van mensen. Andersom werkt het niet altijd zo,’ vertelde hij me eens tijdens een ontmoeting in het veld.
Daarmee doelde hij op Hoge-Veluwebezoekers die het met de toegangsregels niet zo nauw namen en botweg ook in de rustgebieden achter wild aan gingen om er een plaatje van te schieten; zulke mensen hielden in zijn ogen niet van dieren.
Bronsttoerisme
Toen in de jaren ’80 van de vorige eeuw het bronsttoerisme aan de rand van de Gymnasiumvallei in het Nationale Park begon toe te nemen, was jachtopzichter Planta daar niet zo heel erg gelukkig mee; de natuur werd een soort attractie voor mensen die je anders nooit of hoogst zelden op De Hoge Veluwe zag en die alleen maar kwamen om wat spektakel te zien en verder geen oog hadden voor wat er nog meer in de natuur te genieten viel. Ter plaatse stond de berm van de Wildbaanweg dan vol met auto’s. Daartussen hielden vrienden en bekenden van elkaar levendige gesprekken over van alles en nog wat. Het bronstgebeuren kwam duidelijk pas op de tweede plaats.
Op een frisse septemberavond – het liep tegen hoogbronst – ontmoette ik Jac. Planta op de Kompagnieberg. Tijdens ons gesprek kwam verderop, in de Gymvallei, een dialoog tussen twee herten tot stand. Het burlen werd gaandeweg heftiger. De jachtopzichter hoorde, dat de twee duidelijk aan elkaar gewaagd waren en dat het wel eens tot een gevecht om het bronstroedel zou kunnen komen. Niet veel later weerklonk het gekletter van geweien.
Wildschut
Bij (enigszins) op leeftijd geraakte trouwe bezoekers van De Hoge Veluwe zal de naam van groot dierenvriend en –kenner Planta ongetwijfeld bekend zijn. Geboren op 4 september 1929, opgeleid tot lithograaf en jaren werkzaam in het grafisch bedrijf nam Jac. Planta in 1955 het besluit wildschut te worden. Hij begon zijn carrière als jachtopzichter op de Veluwezoom in de “Onzalige Bossen” om een jaar later in dienst te treden van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Daar woonde hij eerst in de net opnieuw opgebouwde boerderij De Pampel.
Na vijfentwintig jaar verhuisde hij naar de Kemperberg; in het huis vlakbij de ingang Schaarsbergen heeft hij elf jaar gewoond, totdat hij met ingang van 1 januari 1992 gebruik maakte van de vut-regeling. Buiten werktijd bracht hij veel tijd door met tekenen, aquarelleren en schilderen, iets wat hij tot op hoge leeftijd heeft volgehouden. Minder bekend is, dat hij in hout beeldhouwde. Ter gelegenheid van zijn afscheid als jachtopzichter werd in het toenmalige bezoekerscentrum De Aanschouw van oktober 1991 tot en met begin januari 1992 een expositie gehouden van tekeningen, acryl- en olieverfschilderijen alsmede beeldhouwwerken.
Hertenkartotheek
Naast zijn werk was Jac. Planta actief als natuurfotograaf. Tijdens zijn werk zette hij vanaf het moment dat de edelherten hun bastgewei gingen vegen de herten van De Hoge Veluwe op de foto. De foto’s werden ondergebracht in de zogenaamde hertenkartotheek, een kaartsysteem waarin per hert het wel en wee geboekstaafd werd. De hertenkartotheek diende als hulpmiddel bij de bepaling van het jaarlijkse afschot. Wanneer Jac. Planta voor de kartotheek aan het fotograferen was, kreeg je daar als bezoeker niets van mee; hij opereerde namelijk vanuit wind- en waterdichte houten hutten die onzichtbaar voor het publiek her en der in het terrein opgebouwd waren.
Desondanks was het nog een aardige klus alle aanwezige herten zo goed te portretteren, dat elk end van het gewei op de foto zichtbaar was. Weliswaar werd er bijgevoerd om de herten naar de fotohutten te lokken, maar op de voerplek liepen de dieren door elkaar heen en wanneer het voer op was, gingen ze ervandoor.
Zodra mijn zus Anja en ik via oude jaargangen van De Schouw lucht kregen van het bestaan van de hertenkartotheek, werden wij heel nieuwsgierig.
Geen krokettenautomaat
Als beginnende en ambitieuze natuurfotografen waren we wel eens jaloers op de jachtopzichter die van nabij de herten op de gevoelige plaat kon vastleggen, maar wanneer we een praatje aanknoopten met Jac. Planta, voorzag hij ons van nuttige tips (veel en goed oefenen, de lat niet meteen hoog leggen, want in het begin maak je de nodige missers zoals scherpstelfouten, stukje oor buiten het kader van de foto e.d.). Verder kregen we het advies zelf naar fotogenieke plekken te zoeken waar wild (langs)kwam, want voor een goede natuurfoto waren wildweides geen fraai decor.
Kortom, ga eerst maar eens De Hoge Veluwe ontdekken en leer wat de diersporen en het landschap je zoal vertellen. De boodschap dat de natuur geen krokettenautomaat is, waar je een muntje ingooit in ruil voor een hapklare beloning viel bij Anja en mij in goede aarde. Jac. Planta wakkerde het vuurtje om goed rond te kijken en te observeren in elk geval flink aan – iets waar wij nu, decennia later, nog altijd de vruchten van plukken!
Lees ook: Herinneringen aan Jac. Planta – Deel 2 – Slot
____________________________________________________________________________________________________
Bekijk ook deze interessante documentaire met Hans Koning op NP De Hoge Veluwe: