Na een zachte winter zou het aantal muizen met sprongen omhoog moeten gaan
Op donderdag 30 maart 2017 hebben we de route langs de dertig nestkasten voor bosuilen door de boswachterij Kootwijk gereden. Het is een jaarlijks uitje, waar wij (René en Gerrit de Graaff) met spanning naar uitkijken. Het was trouwens prachtig weer. We kunnen, met de ladder op de auto, in één dag, alle dertig nestkasten nakijken. De kasten hangen in de grove dennenbossen tussen Stroe, Harskamp, Assel, rond Radio Kootwijk en Gerritsfles: een bosgebied van 3000 hectare. De route is 57 kilometer door de schijnbaar eindeloze dennenbossen.
Na een zachte winter beginnen de bosuilen in eind januari al te nestelen. Uit de eerste kast die we hebben geïnventariseerd, vloog een bosuil. We waren allebei enthousiast. ‘Dit gaat het helemaal worden.’ Het was een slaapnest zonder eieren. In de rest van de dag hebben we geen bosuil meer gezien. Zo’n dramatische uitslag hebben we al die jaren nog nooit meegemaakt. Wel vonden we in een van de kasten een nest van de boommarter met drie jongen en in een andere nestkast lag een poot van een roofvogel met een ring om.
Minder broedgevallen
De daling van het aantal broedgevallen van de bosuilen in de nestkasten in de boswachterij Kootwijk is jaren geleden al ingezet. In het najaar van 2014 waren er veel eikels en beukennootjes. De stand van de muizen zou dan met sprongen omhoog moeten gaan. In combinatie met de zachte winter en een toename van het voedselaanbod, zouden de bosuilen in een prima conditie moeten zijn. Toch is het toen niet gegaan, zoals we hadden gedacht. Er waren slechts twee nestkasten bewoond, met respectievelijk drie en vier jongen. In het verleden telden we: 15 jonge bosuilen in 2007 en 17 jongen in 2010 in de dertig nestkasten. Het kan zijn dat de wilde zwijnen muizennesten vernielen.
Afgelopen zachte winter waren er veel beukennootjes en eikels, dus voedsel in overvloed, maar toch weinig muizen. Misschien heerst er een ziekte onder de muizen of hebben ze last van het gras. Vanwege de stikstof in de lucht is de bosbodem in de grove dennenbossen bedekt met gras. Muizen hebben daar misschien last van. Wie het weet mag het zeggen… Aart Mulder in Voorthuizen heeft een aantal nestkasten voor bosuilen in de bossen van Boeschoten en omstreken. Is het daar ook zo slecht gesteld met de bosuilen? Nou nee, niet echt, we telden twee kasten met eieren en twee met jongen, waarvan een met vijf jongen.
Boommarters
Sinds het voorjaar van 2001 heeft een roofdier belangstelling voor de nestkasten gekregen: de boommarter. Ze roven niet alleen de jonge uilen weg, maar ook de volwassen bosuilen werden gedood. In het voorjaar van 2008 waren er zoveel broedsels van bosuilen door boommarters vernield, dat we niet veel zin meer hadden om nog langer met de bosuilen door te gaan. Het jaar daarop was niet één bosuilennest door boommarters vernield. Kennelijk zijn ze uit de droge boswachterij vertrokken naar bossen, waar meer voedsel te vinden is.
Drie jongen
Vorige week donderdag 30 maart 2017 vonden we een boommarter met drie jongen in een bosuilennestkast. Toen de voorkant van de nestkast werd geopend, sprong de moeder uit het nest plofte ruim vier meter naar beneden op de bosbodem en rende weg. Ongetwijfeld komt de moeder weer terug, als we weg zijn. Verder geen activiteiten van boommarters.
Roofvogelpoot
In een andere nestkast lag een poot van een roofvogel met lange nagels. Om de poot zat een ring. Dat is natuurlijk heel interessant. Het ringnummer is aangemeld bij info@vogeltrekstation.nl. Vroeger duurde het weken voordat je iets terug hoorde, maar tegenwoordig gaat dat digitaal en heel snel. Zo weten we dat de poot van een havik is en dat de vogel als nestjong is geringd op 7 juni 2016 in de boswachterij Kootwijk. De poot lag op 30 maart 2017 in een uilennestkast langs de Hoog Buurloseweg bij Harskamp. De havik heeft maar kort geleefd en is gepakt door een bosuil of een boommarter.
Ook gepubliceerd in: Barneveldse Krant – 08-04- 2017 – Aflevering 556