Interessante reacties op het artikel: Hert knabbelt aan gewei – Deel 1
Hoi Louis,
Ik las net je verhaal over het hert wat knabbelt aan een geweistang. Laat ik gisteren 13 juli 2017, toen ik bij het Zwarte Veld was, hetzelfde hebben gezien. Ik heb dit ooit één keer eerder gezien bij damherten en mij laten vertellen, dat dit inderdaad te maken heeft met kalkgebrek. En… gisteren was het ook weer precies hetzelfde hert als die van jou. Opmerkelijk en zeer bijzonder! Ik stuur je hierbij een foto van hetzelfde hert en van een damhert met een geweistang in zijn bek.(Zie foto’s onder).
Groeten Simon van Rotterdam
_____________________________________________________________________________________________
Hallo Louis,
Desgevraagd naar kennis van herten die afworpstangen vreten heb ik hier een (wazig)voorbeeld van een jong hert in 2007 op het Deelerwoud (NM) die op een bot staat te kauwen. Het gaat hierbij om de mineralen te korten van kalk en fosfor aan te zuiveren. Normaal haalt het roodwild deze mineralen uit de super vegetatie van de helaas ontoegankelijke betere klei uiterwaarden gronden. Natuurmonumenten werkt aan die omissie nabij Renkum voor herten naar de Rijn.
Ook weten we uit betrouwbare bron, dat mineralen-tekorten bij edelherten o.a. op het Schotse eiland Rum, worden aangevuld door ‘zee-andijvie’ te eten.
Groeten Ton Heekelaar.
_______________________________________________________________________________________________
Hoi Louis,
Het knabbelen op een afwerpstang is al vaker waargenomen door onderzoekers. Op het Schotse eiland Rum gebeurt het onder andere. Wilfried Bützler meldt in één korte zin in zijn boek Rotwild het geknabbel aan geweistangen. Bützler geeft er geen reden voor aan. Andere literatuur heb ik zo snel nog niet geraadpleegd. Uit het blote hoofd weet ik, dat onderzoekers van de universiteit van Glasgow ontdekten, dat het gekauw op botten voortkomt uit een dringende behoefte aan kalk en mineralen.
De Hoge Veluwe heeft geconstateerd, dat er al decennia lang verzuring van de bodem gaande is, waardoor mineralen uit de bodem verdwenen zijn. Men probeert daar iets aan te doen door kleinschalige proeven onder het motto ‘eerst zien of het helpt’; op de nieuwe verbindingszones wordt steenmeel als bodemverbeteraar toegepast. Steenmeel bevat een rijkdom aan mineralen. Theoretisch gezien moet de bodem er dus beter van worden.
Maar ja, dan zit je met een hert dat aan een geweistang knabbelt. Aan je foto’s is te zien, dat het hert op de wildweide staat. De wildweides worden elk jaar voorzien van mest. Mest bevat mineralen, die door het groeiende gras worden opgenomen. En door dat gras te eten, krijgt een hert een deel van zijn mineralen binnen. Kennelijk bevat het gras op de wildweide ondanks de jaarlijkse bemesting niet genoeg mineralen. Waarom zou het hert anders op de stang knauwen? Botmateriaal is hard. Het kost moeite om het te kraken. Bovendien heeft een herkauwer daar niet echt een geschikt gebit voor – al zou ik niet graag mijn vingers tussen Hubertus’ kiezen stoppen (kijk maar eens naar de scherpe randen aan de eikenblaadjes die hij met zijn kiezen onder handen heeft genomen). Er zijn dus makkelijker manieren om aan eten te komen.
Vlees eten is het edelhert echter niet geheel en al vreemd. Een hinde eet immers na het zetten van het kalf de vruchtvliezen en de nageboorte op. Dit wordt gezien als noodzaak om de plek van het ‘hulpeloze’ kalf niet aan predatoren prijs te geven. Met het opeten van vruchtvliezen en nageboorte worden wat sporen uitgewist. Het zou mij echter niet verbazen, dat de hinde hier ook nog een ander belang heeft, namelijk eigenbelang. Zwangerschap en geboorte vergden energie. Het kalf kreeg via de placenta voedingsstoffen binnen. Na de geboorte zullen er vast nog wel voedingsstoffen in de placenta zitten, die de hinde goed kan gebruiken bij het aansterken na de zwangerschap. (Ik heb hier nog geen literatuur over gevonden, maar er wacht me nog een gigaberg leesvoer, dus wie weet).
De mannelijke herten lusten ook wel ‘een lapje vlees’. De drellen die tijdens het vegen van hun gewei komen eten ze op. De bast met het vrijgekomen bloed is een rijke bron van essentiële voedingsstoffen, die ze in de Feistzeit prima kunnen gebruiken. In de bronst moeten ze immers in topconditie zijn.
Het vlees eten door edelherten gaat echter nog een stapje verder. Nou ja, letterlijk vlees eten is het ook weer niet, maar het komt er toch wel enigszins in de buurt. Op de Shetlandeilanden en de Hebriden vonden Schotse wetenschappers en vogelaars in de jaren ’80 restanten van zeevogelkuikens, waarvan kop en poten ontbraken. Nadere inspectie leerde, dat kop en poten waren afgebeten. Dat ligt niet voor de hand, als er een echte vleeseter aan het werk was geweest; die is het namelijk letterlijk om het vlees te doen en zou dus het vogellijf opgegeten hebben.
Bekend gegeven: de bodem van de Shetlandeilanden en de Hebriden is kalkarm. Kalk is het bekende calcium, dat noodzakelijk is voor de groei en instandhouding van een goed skelet en… gewei! Het zou toch niet, dat brave planteneters zich vergrepen aan kuikentjes? Rond de eeuwwisseling werd duidelijk, dat dat wel degelijk zo was. Een jager was er getuige van, dat een hert op een kuikentje stond te kauwen! Dit vroeg om nader onderzoek. Een onderzoeker van zeevogels van de universiteit van Glasgow onderzocht schapen op het eiland Foula (een van de Shetlandeilanden). Hij was er getuige van, dat ooien kuikens van de noordse stern in het nest omdraaiden, voordat ze er de pootjes van afbeten.
Later werd bekend, dat ook edelherten wel een hapje noordse-sternkuiken lusten. Omdat edelherten en schapen herkauwers zijn, kunnen hun magen geen vlees verteren. Merkwaardig dus, dat ze kuikentjes pakten. Voeg daarbij het feit, dat ze alleen de meest ‘knapperige’ delen (pootjes, kop) van de kuikens aten, dan moest er iets bijzonders aan de hand zijn. De Schotse eilanden hebben een arme bodem. Dat wil zeggen: er is een gebrek aan mineralen. De vegetatie levert weinig voedingsstoffen op. Om de botten toch gezond te houden en om een goed gewei te kunnen schuiven moeten de edelherten op zoek naar een goede voedselbron: pootjes en koppen van kuikens, want die bevatten botten. En botten zijn een bron van twee belangrijke mineralen: fosfor en calcium.
In Australië was overigens iets soortgelijks te zien. Vee (herkauwer) dat daar een mineralentekort had, ging actief op zoek naar botmateriaal om er lustig op los te kauwen. Daar meende men, dat het alleen om een fosfortekort ging, maar op de zure bodem aldaar zou het evengoed om een calciumgebrek kunnen gaan.
Om terug te komen op het Schotse onderzoek. Uit observaties bleek, dat schapen en herten alleen de pootjes en koppen opaten. Nauwgezet vermeden ze het innemen van veren, vlees en vel.
In Amerika kwam echter door nestcamera’s aan het licht, dat (witstaart)herten helemaal niet zulke lieve, vreedzame vegetariërs zijn. De herten baanden zich een weg door de vegetatie en aten een vogelnestje leeg, wanneer ze er eentje vonden. Ornithologen in Canada, die voor onderzoek mistnetten tussen bomen spanden voor het vangen van vogels, zagen tot hun grote verbazing, dat een roedel herten dat langs een mistnet kwam, de spartelende vogels uit het net plukte en op at.
Een filmpje op YouTube laat zien, dat een witstaarthert niet alleen kop en pootjes van een kuiken verslindt, maar letterlijk alles!
Nog groter was de verbazing bij een onderzoeker, toen hij een hert zag, dat stond te knauwen op het skelet van een mens (http://news.
Sorry, Louis, het antwoord op de vraag die je in je weblog stelde is ietwat uit de hoef gelopen.
Hartelijke groeten Yvonne Arentzen