De meest bekende tuinvogel: de merel heeft last van een buitenlandse virusziekte
De merel is al sinds mensenheugenis een bekende verschijning in tuinen en parken. Het is een echte tuinvogel, iets groter dan een spreeuw. Het mannetje heeft een zwart verenkleed met een gele snavel en een geel ringetje om het oog.
Het vrouwtje is donkerbruin met een gevlekte keel en borst. Opvallend is de merelzang dien straks in het voorjaar ten gehore wordt gebracht als het broedterritorium is vastgesteld. Het vrouwtje bouwt het nest op een geheime plek in een struik of tussen de klimop.
Later, als er jongen zijn, helpt het mannetje mee bij het voeren van de jongen. Het merelpaar kan twee of drie legsels per seizoen grootbrengen. Zo gaat dat jaar in, jaar uit…
Dodelijke ziekte
Vogelbescherming Nederland meldt dat onder de merels een dodelijke ziekte heerst. De organisatie kreeg al veel meldingen van dode merels binnen. Onderzoek aan dode merels heeft definitief uitgewezen dat het om het Usutu-virus gaat. Het virus is afkomstig uit Zuid-Afrika en heeft via Oostenrijk en Duitsland ook Nederland bereikt. Het virus zorgde in 2012 in Duitsland voor een massale sterfte onder de merels. Ook in ons land zijn talloze meldingen uit Gelderland, Noord-Brabant en Limburg gekomen.
Minder merels
Bij huis hebben we daar nog niet veel van gemerkt. We vinden wel dat er de laatste tijd minder merels zijn. In augustus was het wel de ruitijd. De merels later zich dan niet veel zien, want ze voelen zich niet lekker. Wel heb ik in onze tuin een week of zes geleden nog een dode jonge merel gevonden en achter in de tuin begraven.
Op vrijdag 17 november 2017 komt een prachtig merelmannetje op de voerplaats in onze tuin en iets hoger in de appelboom zit een merelvrouwtje. Gelukkig is er kennelijk niets aan de hand is, maar ik heb geïnformeerd bij andere vogelkenners: ‘Ja, nu je het zegt. We zien de laatste tijd minder merels. We gaan er in ieder geval op letten…’
Trekvogels verspreiden het virus
Volgens informatie van Vogelbescherming is het Usutu-virus is afkomstig uit Zuid-Afrika en met name uit Swaziland dat ligt ingesloten door Mozambique en Zuid-Afrika. Het virus is vernoemd naar de Usutu-rivier die door het land stroomt. Op 17 september 2006 hebben Tiny en ik een route gereden door Swaziland, maar het modderige Usutu-riviertje hebben we misschien wel gezien, maar niet als zodanig herkent, want er stond natuurlijk geen bordje bij. Muggen in Zuid-Afrika brengen het Usutu-virus over van vogel naar vogel.
Het virus wordt kennelijk overgedragen op trekvogels, zoals zwaluwen die in Zuid-Afrika overwinteren. Zwaluwen zijn, volgens Vogelbescherming, niet gevoelig voor het virus. In het voorjaar komen de zwaluwen terug in Europa. Ze brachten het virus mee en muggen brachten het virus daarna over op andere Europese vogels. In Duitsland is vorig jaar één derde van alle merels omgekomen. In verschillende gebieden zijn bijna geen merels meer te vinden.
Ziekte herkennen
Merels die besmet zijn met het virus zijn gemakkelijk te herkennen. Ze zien er ongezond en verzwakt uit. Ze zijn gemakkelijk te benaderen en hebben een slordig verenkleed. Ze zijn vermagerd en hebben evenwichtsstoornissen en kunnen meestal moeilijk vliegen. Na een paar dagen zijn ze dood. De verwachting is dat merels uiteindelijk antistoffen tegen het virus zullen ontwikkelen. Je kunt er helaas weinig aan doen om de merels te beschermen. Mensen die een dode merel in de tuin vinden, kunnen die begraven of in een plastic zakje in de grijze container gooien.
Pak een dode merel nooit met de blote hand op, maar met wegwerphandschoenen of een plastic zakje. Volgens Vogelbescherming is de kans op besmetting voor mensen te verwaarlozen. Kennelijk is er in onze streek niets aan de hand. Vrienden van ons in Voorthuizen zien alleen maar drie merelmannetjes en geen vrouwtjes. Let in de komende tijd ook maar eens op de merels.
Ook gepubliceerd in: Barneveldse Krant 25-11-2017 – Aflevering 589