De boswachter en de verhalenverteller krijgen de ‘hutkriebels’
Zoals ik al eerder vertelde, wil ik met het vallen van de sneeuw, naar de oude jachthut, om natuurlijk samen met mijn vriend Jacob de boswachter, gezellig even bij te praten.
Je even terugtrekken en je in een andere wereld begeven, die niet zo opgejaagd en chaotisch is.
Winters decor
Net als de vorige keer, geniet ik onderweg van het schitterende ‘winterse’ decor, alleen moet ik wel goed opletten onder het rijden, want onder de sneeuw schuilt ook een gevaar. De modderige gaten en kuilen in de weg zijn nu wel mooi afgedekt door de sneeuw, maar als je pech hebt, zit je binnen de kortste keren muurvast. Dan heb je wel een probleem, want hier midden in de eenzaamheid, komt geen ANWB, maar alles verloopt gelukkig naar wens en zonder kleerscheuren bereik ik mijn bestemming.
Vrijbuitersbloed
Als ik dan eindelijk bij de hut gearriveerd ben, merk ik dat er al iemand binnen zit, dat kan niemand anders zijn, dan mijn vriend Evert de boswachter, want op deze wintermorgen is hij zeker van de partij. Net zoals bij mij, stroomt ook bij hem het ‘vrijbuitersbloed’ door de aderen en krijgen we met het vallen van de sneeuw, de ‘hutkriebels’ en zoeken wij de rust en stilte van de oude hut.
Keesje en Sep
Als ik de hut binnenstap, is Jacob net bezig om de kachel lekker op te stoken en onderwijl begroet hij me met : “Kom d’r in, want het is binnen beter dan buuten!” Zijn beide honden – Rottweiler Sep en Teckel Keesje – liggen vlakbij de kachel. Keesje heeft zich heel comfortabel uitgestrekt over het lijf van Sep, die het zich allemaal rustig laat welgevallen. Bij mijn binnenkomst kijken ze even op, maar als ze zien dat ik het ben, zakken hun koppen omlaag en vervolgens zijn beiden weer snel vertrokken naar het land der dromen.
Droom in vervulling
Als jongen had Jacob veel bewondering voor de bekende buitenman Arnold van der Wal, die diep in het Speulderbos in een jachthut woonde. Een man die helemaal vergroeid was met het bos en leefde van hetgeen de omgeving hem te bieden had. Zoiets wilde hij ook graag zelf en geheel eigenhandig bouwde hij deze boomstamhut. Met de bouw van deze hut ging een ‘droom’ in vervulling.
In 1976 werd een ruim vijf hectare groot bos- en heideperceel hier op de Veluwe gekocht, een uniek terrein, dat temidden van een gebied ligt, dat in handen is van grote terreinbeheerders. Enkele jaren later kreeg hij toestemming om op deze plek een eigen hut te bouwen. Hoewel hij zelf trouwens niet jaagt en dit ook zeker niet op dit bosperceel gebeurt, heeft hij er beroepshalve als boswachter wel mee te maken.
Hout en zwerfkeien
Bijna al het materiaal dat hij nodig had om de hut te bouwen komen uit deze streek. Het hout is voor een belangrijk deel afkomstig uit de omringende bossen en voor een ander deel wat verder weg. Ook de zwerfkeien heeft hij hier in de omgeving gevonden, alleen de schoorsteen is opgetrokken van natuurstenen, afkomstig uit het buitenland, tijdens vakantiereizen meegenomen.
Op het dak van de hut liggen Oude Holle dakpannen en de nok is met heide bedekt, dat is beter en heeft een wat originelere uitstraling. Daarnaast heeft hij ook al het meubilair in de hut zelf gemaakt.
Gelijkgestemd
Als het vuur eenmaal goed de gang heeft, neemt Jacob plaats in de oude rookstoel en als hij nog maar nauwelijks goed en wel zit, springt Keesje bij de baas op schoot en kijkt even schalks mijn richting uit, met andere woorden; zo… dat heb ik toch weer mooi voor mekaar, wie doet mij wat!
Zo hebben we samen nog een aantal uurtjes gezellig zitten praten, over van alles en nog wat en het mooie van dit alles is, dat we altijd wel wat te bepraten hebben en nooit om een ‘onderwerp’ verlegen zitten.
Ik denk dat het er ook mee te maken heeft, dat we beiden een hang naar vroeger hebben en… over veel zaken hetzelfde denken, dan ben je niet zo heel gauw uitgepraat!
Zelfvoorzienend
Mede ook omdat er zo’n serene rust heerst rondom de hut en er al jarenlang geen ‘geweerschot’ meer wordt gehoord, wisselt het wild soms heel dicht langs de hut. De sporen van edelhert, ree, wild zwijn of Reintje de vos zijn de stille getuigen in de sneeuw, geweldig toch. Daar wordt een buitenmens als ik echt blij van en dat is dan ook de reden, waarom ik er zo ontzettend graag kom.
Het is er altijd oergezellig bij de warme houtkachel, de oude hut straalt hiermee – letterlijk en figuurlijk – warmte uit en dat in de ruimste zin van het woord. De hut is ook geheel zelfvoorzienend en derhalve dus niet aangesloten op het gas- en elektriciteitsnet, geen centrale verwarming of wat dan ook. Radio , televisie of computer, waar de moderne mens al helemaal niet meer buiten kan, zal men hier vergeefs zoeken. Wat je hier wel vindt, dat is de stilte, rust en ruimte, die elders vaak zo ver te zoeken is!
Lees ook: In en om de oude jachthut – Deel 19