Van twee onbekende mannen, een loslopende Duitse herdershond en heel veel rommel…
Tijdens weekend-toezicht op zaterdag 30 december 1989 in het Nationaal Park Veluwezoom, bleek dat het die nacht heel licht had gesneeuwd. Dat op zich is toch niet bijzonder? Al hoe wel! Tijdens de middaglunch liet mijn collega Rob Boks -terloops- weten dat hij nabij De Posbank, achter de toenmalige 2e slagboom van de Burgemeester Bloemersweg, autobandensporen had waargenomen.
De Burgemeester Bloemersweg -toen nog voor gemotoriseerd verkeer open gesteld – vormt de oostelijke grens met één groot bosperceel. Plaatselijk bekend als Worth-Rhederzand. Na de grote bosbrand eind vijftiger jaren van de vorige eeuw, heeft aldaar één groot gesloten jong grove-dennenperceel zich ontwikkeld.
Nader onderzoek
Mijn collega had op die bandensporen verder geen acht geslagen opdat hij in de veronderstelling verkeerde dat zijn collega daar ter surveillance met zijn dienstauto in was gereden. Heel logisch, maar de werkelijkheid zat iets anders in elkaar. Volledigheidshalve wil ik graag vermelden, dat wij voormalige toezichthouders van Natuurmonumenten, beroepshalve nieuwsgierig van aard zijn! Derhalve hebben wij na de lunch direct een nader onderzoek ingesteld…
Nieuwsgierigheid op de proef
Op de oude brandbaan en invallende dooi was het sneeuw-bandenspoor -deels- nog goed te volgen. Na ongeveer honderd meter zagen wij dat het auto-bandenspoor strak tegen het grove dennenperceel liep. Daarbij gepaard met zichtbare verse voet-afdrukken in de sneeuw! Kennelijk had men een auto op die plek geparkeerd. Maar… van één of andere bolide en/of personen was op dat moment in geen velden of wegen iets meer te bekennen.
Desondanks werd onze nieuwsgierigheid op de proef gesteld, opdat wij zagen dat de redelijk verse sneeuw-voetafdrukken in de richting van het dichte grove dennenperceel verdwenen. Gelijk de hamvraag: “Wie of wat voert men daar in het schild?”.
Opengehakte plek
De feiten en omstandigheden waren de ingrediënten om een kijkje te gaan nemen. Uiterst behoedzaam en vooral niet op krakende takjes te stappen, slopen wij het dichte bosperceel binnen. Plotseling zagen wij op een open gehakte plek de contouren van een huisje/schuur in aanbouw. Tevens zagen wij twee onbekende mannen met een loslopende Duitse herdershond en… heel veel rommel op de grond slingeren.
Beroepshalve was het ons bekend dat niemand van- of namens de rechthebbende (Vereniging Natuurmonumenten) toestemming/vergunning had verkregen, om zich op een dergelijke wijze op haar gronden te bevinden. Derhalve hebben wij die personen luid en duidelijk aanroepen met: “HALT POLITIE”.
De weg kwijt
Ten einde hen staande te houden ontstond enig duw en trekwerk waarbij de luid blaffende herdershond de opsteller dezer gluiperig van achteren gevoelig in de knieholte beet. Nadat de opgelopen spanningen weer enigszins tot bedaren waren gebracht, kregen wij uiteindelijk ook de gelegenheid ons te legitimeren. Tijdens het oriëntatie gesprek kregen wij sterk de indruk dat de uit Nijmegen afkomstige mannen volledig de weg kwijt waren. Deze structurele drugsgebruikers waren op zoek naar een betere leefwereld. Derhalve hadden ze besloten en… reeds aangevangen, om zich op deze rustige plek midden in het dichte dennenperceel definitief te vestigen.
Hondenbeet
Het spreekt vanzelf dat wij -verbalisanten- een andere mening waren toegedaan! Daarom hebben wij: alvorens te laten weten dat de heren niet tot antwoorden waren verplicht, alsmede vanwege praktische overwegingen -besloten- uitsluitend proces-verbaal op te maken op grond van artikel 461 W.v.Str. (lees: “zich bevinden op verboden grond”).
Tot slot
De heren gesommeerd de rommel (lees: “eigendommen”) binnen 24 uur op te ruimen. Bij controle is gebleken dat men daar gevolg aan heeft gegeven. Aan de ogenschijnlijk onbeduidende hondenbeet kan de opsteller van dit verslag melden: “Dat ik als aandenken nog een langdurige kwetsuur aan een spier in de knieholte heb over gehouden”. Het moet toch niet gekker worden…