Almanak of Reisebuch droeg de voerman onafscheidelijk met zich mee in zijn ransel
Het begrip Hessenwegen is bijna iedereen bekend. Over deze, van de normale route afwijkende wegen, trokken tussen ongeveer 1600 en 1900 vooral Duitse voerlui met hun karren en wagens. Om één of andere reden werden al deze vrachtvoerlieden ‘Hessen’ genoemd, of ze nu uit Hessen, Thüringen of Saksen kwamen, dat maakte niets uit.
Ze spraken tot de verbeelding van de bewoners hier vanwege hun vaak indrukwekkende hoge en brede karren en wagens, meestal getrokken door meerdere spannen krachtige paarden. Daar kwam nog bij, dat de voerlui in de ogen van de laaglanders hier een bijzondere uitdossing droegen en een vreemde taal spraken.
Europese goederentransport
Nu is het zo, dat het door ons land trekken van deze voerlui maar een heel klein deel uitmaakte van het totale goederentransport door de Duitse vrachtvoerlieden. Zij hebben een aantal eeuwen de dienst uitgemaakt in het gehele Europese goederentransport. Ze trokken door Europa van Hamburg naar Venetië en van Antwerpen naar Novgorod in Rusland. Vaak waren ze maanden onderweg en kregen te maken met allerlei problemen en gevaren. Natuurlijk waren er in die tijd ook andere voerlieden onderweg, bijvoorbeeld uit Nederland. Maar zij vormden maar een klein onderdeel in het grote transportgebeuren.
Leefwijze en gewoontes
Doordat wij ons voornamelijk focussen op het Nederlandse gedeelte van het transport, is er over de rol in het Europese transportgebeuren en het leven van de Duitse voerlui zelf in ons land weinig bekend geworden.
Zoals het feit, dat de Duitse voerlui zo hun geheel eigen leefwijze en gewoontes hadden. Daartoe behoorde o.a. een soort doop onderweg voor nieuwelingen onder de voerlieden, te vergelijken met de Neptunusdoop op zee bij het passeren van de evenaar. Ze kwamen elkaar onderweg in herbergen tegen en aten dan meestal samen. Voor de maaltijd zorgde de oudste onder hen voor het gebed. Later zongen ze vaak tezamen één of meerdere liederen.
Vrome lieden
Het moeten zeer vrome lieden zijn geweest. Dat blijkt ook wel uit de inhoud van een soort almanak voor reizigers, dat de Duitstalige voerlieden volgens August Topf in zijn artikel “Der Fuhrmann von dazumal” in het blad Die Gartenlaube uit 1864 allemaal bij zich droegen.
Deze almanak voor de reiziger, droeg tussen 1750 en 1802 de titel, zoals op de linker afbeelding. Vanaf 1802 werd de titel gewijzigd in Jesus! Der getreueste Gefehrte und Helfer zu Wasser und zu Lande.
Praktische informatie
Het eerste gedeelte van de inhoud omvat allerlei christelijke zaken, zoals gebeden en liederen voor onderweg. Daarna volgt een gedeelte met praktische informatie voor de reiziger, de handelsman en de voerman voor onderweg, zoals vergelijkingen tussen de vele munten, maten en gewichten, die in die tijd nog gebruikelijk waren in verschillende landen.
Praktisch boekje
Ook bevat het een klein woordenboekdeel met de vertaling van belangrijke woorden van het Duits in het Engels, Frans, Italiaans, Zweeds, Hongaars, Turks enz., echter niet in het Nederlands! Dan bevat het nog een klein ‘Atzneibüchlein’ met informatie over hoe te handelen bij bepaalde ziekteverschijnselen. En dan een belangrijk gedeelte: een ‘Richtiger Wegweiser durch ganz Deutschland und andere angrenzende Länder’, waaronder ook vier routes naar Amsterdam. De routes worden aangegeven van plaats tot plaats, waar een herberg te vinden was, met de afstand in mijlen erachter. Een heel praktisch boekje.
Zomer en winter
Hieronder zijn twee van de vier vermelde routes afgebeeld, en wel van Braunsweig naar Amsterdam. De eerste route, een in ons land nog nauwelijks bekende, ging via Delfzijl, Groningen, Leeuwarden en Harlingen (en dan met de boot verder), werd blijkbaar vooral in de zomer gebruikt. Voor de winter werd de route via Hardenberg, Ommen en Zwolle geadviseerd, of via Oldenzaal, Deventer, Amersfoort en Naarden.
Persoonlijke route
De vroegere eigenaar van dit bijzondere boekje, een P. Hartmann uit Quedlinburg , gelegen ten noorden van de Harz, heeft waarschijnlijk de eerste route persoonlijk gedaan, gezien het potloodkruisje bij de route. Er staat verderop in het boekje nog een vierde route naar Amsterdam vermeld, deze keer vanaf Leipzig. Deze ging in ons land via Enschette (Enschede), Delden, Goor, Schwoll (Zwolle), dan over water naar Ammersfort en vandaar naar Amsterdam. Ook bij deze route staat een potloodkruisje.
Dit boekje droeg de voerman onafscheidelijk met zich mee in zijn ransel, samen met een paar hemden en kousen, wat priemen en naalden, zijn reispapieren en wat geld, zijn ontbijt, een houten kistje met een glas ‘Bergöl’ of zgn. stinkende balsem voor het geval één der paarden iets met de hoeven kreeg en een flesje ‘Salzunger Tropfen’ als algemeen middel tegen allerlei persoonlijke kwalen.
Tekst: ©Eddy ter Braak Lees ook: Een bijzonder document