Een prettige samenloop van toevalstreffers aan de Zuid-Veluwe
Feitelijk was het toeval dat ik in deel.1 het onbekende jonge vogeltje in de uiterwaarden nabij de IJssel heb weten te determineren als een jonge roodborsttapuit. Dinsdagmorgen 22-mei- 2018: ben ik weer gaan kijken of dat jong er nog zat.
Toen ik met mijn “mobiele schuilhut” ter plaatse aan kwam rijden zag ik geen jonge roodborsttapuit. Maar… wel een Winterkoning die ook wel “Klein-Jantje” wordt genoemd. Kennelijk stelde het altijd druk in de weer zijnde vogeltje, met zijn parmantige rechtop staande staartje, mijn aanwezigheid niet op prijs. Alvorens ik met de telelens in de aanslag een mooie plaat kon schieten verdween die ijlings in het dichte struweel. Omdat mijn bolide reeds stil stond en eventuele overige landbouwvoertuigen niet werden gehinderd, besloot ik ter plaatse even te posten. Mijn hoop om alsnog een mooie plaat van het Winterkoninkje te kunnen schieten was gevestigd opdat deze via dezelfde route terug zou keren naar de foerageerplek van zojuist…
Koolmezen
Bij wijze van spreken: waren de banden van mijn mobiele schuilhut nog warm of de broedgelegenheid van de foeragerende Koolmezen waar ik in deel 1 over heb gememoreerd, werd nu ontrafeld! Wat bleek? Op de verhoging in het struweel (een oude verroeste ijzeren pijp als perceel/grens-afscheiding), was de plek waarop ik zojuist het Winterkoninkje poogde te platen. Daar streek nu plotseling een koolmees met rups in de snavel neer. Deze keek een paar keer schichtig om zich heen en verdween vervolgens schielijk in de pijp.
Dit ritueel herhaalde zich meerdere keren waarbij zo nu en dan een “vuile luier” op retour uit de nestholte werd meegenomen. Dit is vaktaal voor “diehard” vogelaars wanneer een echtpaar voerende vogels de poepjes van hun jongen buiten de nestholte deponeren (zie ook onderstaand kort filmpje van voerende koolmezen in een ijzeren pijp).
Roodborsttapuit
Volledigheidshalve vermeld: zag ik dat naar alle waarschijnlijkheid de jonge roodborsttapuit zich -op grote afstand- schuil hield in het aangrenzende perceel hoog gras. Daar werd op een vaste stek met een zekere regelmaat door een paartje roodborsttapuiten kennelijk het jong gevoerd (zie foto’s onder).
Bijvangst
Terwijl ik het één en ander heel rustig en comfortabel zat te observeren kreeg ik “bijvangst”. In de uiterste top van het dode boompje waar ik twee dagen terug het jong van de roodborsttapuit had weten te platen, streek plotseling een vogel neer die ik wegens tegenlicht niet direct herkende.
Putter of Distelvink
Dus verrekijker voor de dag en zag dat het een kleurrijke Putter bleek te zijn. Ook wel “Distelvink” genaamd. Vervolgens dook de Putter ook in het hoge gras perceel en ging heel behendig van het graszaad snoepen. (zie foto Putter boven en onder).
Tot slot
Deze prettige samenloop van toevaltreffers is gerelateerd -als pensionado- om niet achter de geraniums te blijven zitten. Maar… ik zat wel kort nadien bij moeder de vrouw gezellig aan een bak overheerlijke koffie en… met een verhaal .
______________________________________________________________________________________________________________________
Bekijk ook het filmpje: