Van een witte pluimstaart en een zwarte pet..
Maandag 4 juni werden wij ‘s morgens bij het huisje begroet door een aantal konijntjes, er huppelden verschillende pluimstaarten door de duinen en om het huisje.
Morgengebed
Tussen al dat jonge grut zat er ééntje die op een gegeven ogenblik op zijn achterste ging zitten en met de voorpootjes langs zijn kopje ging wrijven. Toen hij zo bezig was en heel even stil hield, de pootjes bij elkaar, leek het wel of het beestje zijn ochtendgebedje deed. Erg aandoenlijk.
Witte pluim
Maar hij bleef niet lang zitten en was met enkele flinke sprongen verdween hij in het hoge gras. Verbazingwekkend, zo snel als zo’n klein beestje al is, het grappige was, dat zijn korte staartje steeds als een witte pluim boven het gras uit kwam. En even later stak hij ineens vlak voor ons, dwars de weg over en was binnen de kortste keren in de dekking verdwenen.
Lepelaar
Later in de namiddag zwerven langs de oostkant van het eiland, daar liggen een aantal plassen onderaan de Langcasterdijk en de IJsdijk. Bij de eerste, die dicht in de buurt van Oosterend ligt, ontdekken we een lepelaar, die heel geduldig op één poot staat uit te rusten. En ook als er op een gegeven moment, aan de achterzijde een aantal schapen voorbij komen, verblikt of verbloost hij niet. Verder valt er niet veel te beleven, dus trekken we ver in de richting van Oudeschild.
Voedsel spugen
Toen we Oudeschild naderden, was het lawaai van schreeuwende kokmeeuwen al van grote afstand te horen. En toen we eenmaal bij de plas waren aangekomen, was het helemaal erg, het leek wel of ze steeds boven elkaar uit wilden komen. Ook waren er al veel jonge kokmeeuwen te zien, deze waren al aardig groot en de ene riep nog harder dan de andere. En als het zo uitkwam, spuugden de oudervogels het voedsel vanuit hun snavel op de grond, waar de jongen het dan oppikten. Ook was er al enkeling bezig met zijn vleugels uit te testen, maar hij kwam nog niet ver.
Kapers op de kust
Maar… tussen al die kokmeeuwen met hun typische zwarte koppen, ontdekten wij ook nog een andere vogelsoort, die had een zwarte pet op en een mooie vuurrode snavel. Het bleken visdiefjes te zijn, die zich gewoon tussen de kokmeeuwen een plekje verovert hadden. En hoewel zij over het algemeen redelijk goed met elkaar overweg konden, brak er ook nogal eens ruzie uit en dan ging het er nogal ruig naartoe. In de volgende aflevering meer over de visdiefjes!
Lees ook: Noordwaarts naar Texel – Deel 41