Barneveldse natuurliefhebber Jan van Uffelen volgt de natuur dichtbij huis…
In het verleden hebben we meerdere keren op dit blog geschreven over het waterleven en -dood in ons vennetje. Het gaat er soms ruig aan toe en het ene waterdier loert op het andere.
Van het ven dat doorgaans zo’n 80 vierkante meter telt, is momenteel echter weinig meer over.
Uitgedroogd
Er rest nog een klein plasje water waarin honderden waterslakken zich hebben verzameld op hoop van regen. Als die regen uitblijft, zal het ze vergaan zoals vele andere soortgenoten die op het droge zijn achtergebleven en door de felle zon zijn uitgedroogd of verorberd door de vogels. In het 25 jarig bestaan van onze poel hebben we zoiets nog niet meegemaakt. (Zie foto’s hieronder).
Rietorchissen
Naast de ven hebben we in 2003 de rijke grond af laten graven tot aan het witte zand en een jaar daarna kwamen er vanzelf veel rietorchissen op en telden we er dit jaar maar liefst 166. Gelukkig bloeiden ze al voor dat de huidige droge periode begon. Het gebied de Vaarst in Barneveld, waar we wonen, was vroeger een heidegebied met meerdere lage plekken waar water stond. Dus waarschijnlijk bloeiden de rietorchissen er in vroegere jaren al volop.
Van takje naar struik
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wilde gagel, waarvan we destijds een takje aan de rand van de poel hebben gepoot, enorm is gegroeid en weinig last lijkt te hebben van de droogte. De gagel is de grote trots van mijn vrouw. Zij verzorgt de struik regelmatig door onder de takken allerlei concurrend groen te verwijderen.
Waterlelie, zwanenbloem en sperwer
De waterlelies die doorgaans welig tieren in het ven zijn verpieterd en van de zwanenbloemen, waar we er vorig jaar nog 32 van telden, zijn er nu maar 4 die zich laten zien. Maar… we mogen niet mopperen, want dat leven en dood bij elkaar horen, bewees de sperwer onlangs nog. Deze zat op een boomstronk in onze tuin een duif te verorberen. Zo’n ontmoeting brengt de spanning er weer in.
Beleid aan de kaak
De huidige droogte is niet leuk en je vraagt je af waar het op uitloopt. Leffert Oldenkamp geeft ons echter in zijn verhaal over Natuur en extremen weer hoop. Met zijn altijd weer interessante bijdragen op dit blog bepaalt deze vakman de lezers bij feiten en cijfers en stelt hij mediagekte, wanbeleid en borrelpraat over de natuur aan de kaak.
Ondanks zijn betoog dat in de natuur veel zich vanzelf herstelt, kon ik het lijden van de vele waterslakken in onze poel niet meer aanzien en heb ik vannacht met behulp van de grondwaterpomp het waterpeil fors omhoog gebracht. En…. vanmorgen constateerde ik dat de slakken weer het ruime sop hadden gekozen.
Pompen of verdrogen?
De grondwaterpomp heeft dus het leven van tientallen slakken gered en wij hoeven er niet meer wakker van te liggen. We kunnen evenwel niet aan het pompen blijven, mede omdat het grondwater veel ijzer bevat en dan ook niet echt bevorderlijk is voor het leven in de poel. Er gaat niets boven fris hemelwater.
Wat kunnen wij anno 2018 veel met onze kennis en het beheersen van de techniek. En toch staan we nu allemaal omhoog te kijken en hopen en bidden we om regen. Hopelijk gaan we hierdoor meer en meer beseffen dat we afhankelijk zijn. Elk nadeel heeft dus ook zijn voordeel.
Extra informatie:
Je kan er over lezen op de site van 12 Ambachten waar al sinds 2003 een discussie over het onderwerp gaande is, en waarover ik nog steeds mailtjes ontvang. Van dat filter heb ik aparte foto´s en een beschrijving.