Relatief late reeënbronst
Op maandagmiddag 13 augustus 2018 zat ik achter mijn pc wat te prutsen, toen ik plotseling een bepaald geluid op het zinken dak van de uitbouw van mijn woning hoorde. Een geluid dat ik in extreem lange tijd niet meer had gehoord. Regen-gekletter… en niet zo’n klein beetje ook. Feitelijk was er de laatste voorgaande dagen – tijdens de nacht – wel een enkel regenbuitje los gekomen, doch dat stond in schril contrast met hetgeen deze middag naar beneden viel. Een grijs regengordijn, ook wel moesson-regenbui genoemd, gepaard gaande met onweer-gerommel op afstand.
Mijn vader zaliger zou met een Amsterdamse knipoog hebben gezegd: “Dat is een mooi buitje voor het stof!” Vanuit de jachtvisie met buks of camera speculeert men dan: “Wanneer het tegen de avond opklaart moet men het veld in opdat het wild dan in de lopers komt” Zo gezegd en zo gedaan, toog ik na het avondeten, met mijn naar tevredenheid één jaar oude Nikon 500.D camera, op pad naar de Hoge Veluwe.
Oer-gebeuren
Toen ik via de ingang Schaarsbergen langs het Reemsterveld reed, voelde ik via het open raam van mijn goudkleurige koets, deze koele temperatuur als een verademing. Gelijk- en onwillekeurig met de harde kern van vele natuurliefhebbers, voelde ik tevens dat het aloude oer-gebeuren – de bronsttijd – van het roodwild aanstaande is…
Te meer werd dat gevoel bekrachtigd, toen ik zag dat op parkeerplaats.1 (gezien vanaf het Museum) langs de Wildbaanweg, een groot roedel roodwild van lokvoer stond te snoepen. Uiteraard bestond het roedel voor het merendeel uit kaalwild met spitsers in de bast en enkele geveegde jonge hertjes. Als vanzelfsprekend was een groot kapitaal plaatshert nog in geen velden of wegen te bekennen. Maar ja… je bent nu éénmaal besmet met dat virus, toch!
Bos-auto
Het bleek dat ik niet alleen was en zag ook de familie Jansen, Pet en van den Berg. Ook Martijn Groenheiden uit Arnhem in zijn aloude vertrouwde Opel Corsa was van de partij. Aan zo’n wagentje denk ik met weemoed terug. Een dergelijk karretje is mij 18 jaar voortreffelijk als “bos-auto” van dienst geweest. Gelet op dit laatste als detail, zag ik buiten het raster van de verzamelplaats van zwijnen-jagers op “De Pampel” een paar zeugen en een groot aantal zogenaamde pyjama-biggen die van (te kleine) vroegtijdige val-eikels liepen te snoepen.
Inspirerende natuur
Langs de Kronkelweg voorbij het vennetje zag ik aan de linkerzijde van de weg -in een inham- een roodwildhinde + kalf staan te laveien. Een eind verder, nabij de Amerikaanse-eiken-bladsingel waar het inmiddels fameuze hert “Hubertus” bij voorkeur aan staat te buffelen, zag ik aan de linkerzijde op de picknick weide een zoekende reebok naar een (late) paringsbereide reegeit wisselen. En dan tot slot bleek de inspirerende natuur – als zo vaak – weer onberekenbaar…!
Agressie afreageren
Aan de Prins Henderiklaan, een eindje voor wildweide “De Heidebloem”, zag ik op geringe afstand aan de linkerzijde van de weg twee reeën staan. Een bok en een geit, hierbij zat bij wijze van spreken de reebok als aan een touwtje aan de reegeit vast. Hij verloor haar geen moment uit het oog en volgde haar steeds op korte afstand. Kennelijk maakte mijn aanwezigheid de bok tot razernij. De trouwe lezers van De Veluwenaar vragen zich dan vermoedelijk af: “Maar waarom dan?”. Bij gelegenheid kom ik daar gaarne met tekst en uitleg op terug. Vervolgens reageerde de bok – als kers op de taart – zijn agressie af op een jong dennenboompje. Zie onderstaand spectaculaire filmpje.
______________________________________________________________________________________________________________________
Bekijk ook het filmpje: