Een heerlijk plekje dichtbij huis, met een bewogen geschiedenis
Een mooie zondagmiddag op 29 juli jl. niet ver van huis, maar wel lekker aan het water van de Nederrijn bij het Ingensche Veer, genieten op een bankje aan het einde van de Veerweg. Een plekje met geschiedenis , voor zover bekend is de eerste vermelding van een veer bij Ingen in het jaar 1487 te weten ‘den veerstad te Elst te Wiel’. Meer over deze bewogen geschiedenis is te lezen op: Ingensche Veer
Veel vogels
Wij zitten aan de kant van Elst, waar de veerpont zijn lading oppikt en over de rivier naar Ingen brengt en van daar uit zijn klanten weer mee terug neemt. Het is voor ons gewoon heerlijk ontspannend, om vanaf de waterkant, dit hele gebeuren gade te slaan. En daarnaast is het natuurlijk een genot om de verschillende soorten vogels te observeren, die hier voorkomen op het land, het water en in de lucht.
Gluren bij de buren
Op deze kant ligt ook een prachtig stuk ‘natte’ natuur, met hier en daar – tussen het riet – een aantal plassen, waar wij een echtpaar knobbelzwaan met hun kroost ontdekken. De vier kleintjes zijn inmiddels al aardig groot geworden en druk bezig met de natuur om zich heen te verkennen. Dat sommige buren met dat gluren, wel eens moeite kunnen hebben, ontdekten wij al heel snel. Opeens… kwam vanuit het niets een meerkoet aanstormen, omdat deze vond dat de jongelui te dicht bij zijn/haar nest kwam.
Agressieve meerkoet
Hevig geschrokken van zoveel agressie, zwom de jonge zwaan direct naar zijn ouders, de anderen bleven op afstand de boel in de gaten houden. En toen even later vader zwaan, samen met het jonge dier ‘poolshoogte’ kwam nemen, durfden ook zij weer dichterbij te komen. De meerkoet stond heel heldhaftig op zijn nest en hield de zwanen angstvallig in de gaten, want je weet maar nooit.
Vlucht wilde ganzen
Na deze kleine schermutseling in het riet, worden mijn oor en oog omhoog getrokken naar de overkant van de rivier, daar kiest met veel lawaai, een aantal Canadese ganzen het luchtruim. Deze ganzensoort is de grootste in Nederland, van deze soort komen de grote- en kleine Canadese gans hier veelvuldig voor, waarvan de grote het meest algemeen is.
Geen trek
Als ze over komen vliegen, tel ik er zo’n veertien stuks bij elkaar, een kleine vlucht, die er straks in het najaar wel anders uit kan zien, met soms honderden vogels bij elkaar. Toch trekken de in Europa levende grote Canadese ganzen niet of nauwelijks. In de zomer, vanaf juni tot in september, vormen zich grote groepen ruiende vogels op open water (plassen, meren en rivieren). Deze ‘ruitrek’ is de enige migratie die onze broedvogels ondernemen..
Lepelaars
Dan wordt mijn oog wederom omhoog getrokken naar twee grote witte vogels, die – hoog aan de hemel – achter elkaar aan in noordelijke richting vliegen. Lepelaars, dat kan niet missen, ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun zwarte lange poten en natuurlijk aan hun lepelvormige snavel. We hebben deze vogels al vaker ontmoet, vooral op het eiland Texel kun je ze vaak genoeg tegenkomen.
Ik blijf deze schitterende vogels net zo lang volgen, totdat ze helemaal uit het zicht verdwenen zijn.
Dat er op zo’n schijnbaar rustige zondagmiddag, vaak nog veel meer aan de hand is, merken we al heel snel daarna, daarover vertel ik in de volgende aflevering meer.
Lees ook: Aan het water bij de Nederrijn – Deel 2