De Blauwe Kamer is een paradijs voor vogels- en vogelliefhebbers…
Op vrijdag 17 augustus jl. zijn Louis en ik, naar het Rivieroeverreservaat De Blauwe Kamer bij Wageningen geweest, het ligt onderaan de Grebbedijk en tegen de Nederrijn aan. Een prachtig ‘nat’ gebied en daarbij een paradijs voor vogels- en vogelliefhebbers, met onder andere lepelaars, zilverreigers en aalscholvers. Echt een plek voor ons natuurliefhebbers, die van het Veluwse zand komen, maar ook een grote voorliefde hebben voor het water. De reden hiervan ligt in onze genen en heeft alles te maken met onze voorouders!
De naam
Het gebied ontleent zijn naam aan een voormalige hofstede die al op een kaart van 1636 voorkomt. Het was toen een aanzienlijk huis. Daarna was er een boerderij genaamd “Blauwe Kamer”, en nog later een steenfabriek met dezelfde naam die tot 1975 bakstenen produceerde. Door veranderende productiewijzen kwam een einde aan deze en vele andere kleine steenfabrieken. De uiterwaard kreeg een nieuwe bestemming; middels natuurontwikkeling zijn de voorwaarden geschapen om weer een natuurlijke rivieroever te laten bestaan.
Veel bessen
Een mooi verhard wandelpad voert de wandelaar door het eerste gedeelte, waar ons oog getroffen wordt door de het enorm grote aantal bessen van meidoorn- en vlierstruiken, die links en rechts van het pad weelderig groeien. En… blijkbaar heeft de droogte van de afgelopen zomer, ook het groen hier wat minder parten gespeeld, dan bij ons op de Veluwe.
Natuurlijk kunstwerk
Al wandelend passeren we een mooie oude wilg, die geteisterd door weer en wind, tot een ‘natuurlijk’ kunstwerk is verworden. Samen met het slingerende wandelpad, dat er half onder door loopt, geeft het dit alles een heel mooi en schilderachtig beeld. In het natuurgebied de Blauwe Kamer heeft het water van de Nederrijn vrij spel. Hierdoor is de natuur er voortdurend in beweging.
Peilschaal
Er staat ook een hele hoge paal met daarop een ‘peilschaal’, waarop het waterpeil wordt aangegeven, met de hoogste stand op 1 februari 1995, toen steeg het water tot 10.52 meter. Toch was dit geen record, want dat werd in 1926 met 10.94 meter gehaald. 60 boven NAP.
Jonge lepelaar
Wij lopen verder in de richting van de lange vlonderbrug, die ons naar de vogelkijkhut voert, maar onderweg er naartoe, worden we opgehouden door een jonge lepelaar, die op steenworp afstand van de brug aan het foerageren is. Louis heeft binnen de kortste keren een comfortabel plekje gevonden, vanwaar hij op zijn gemak de vogel kan fotograferen. De jonge lepelaar, duidelijk herkenbaar aan zijn lichte snavel, trekt zich helemaal nergens wat van aan. En komt steeds dichter en dichter naar de vlonderbrug , waarop Louis met zijn camera in de aanslag zit.
Snavelkleur verandert
De kleur van de snavel verandert, wanneer het jong volwassen wordt. De lichte snavel kleurt zwart met een geel uiteinde. Het is een geweldige ervaring, om de vogel van zo dichtbij te kunnen bewonderen, daarbij is het natuurlijk fantastisch om hem te kunnen fotograferen tussen al dat groen en de paarse kattenstaarten.
Tenslotte…
Ik kan u gerust vertellen, dat wij op deze prachtige ‘zomerse’ vrijdagmiddag in augustus, met volle teugen genoten hebben van de jonge lepelaar, die daar geheel op zijn gemak aan het foerageren was.
In het gebied lopen ook halfwilde galloways en konikpaarden vrij rond, dus is het uitkijken geblazen waar je loopt, want overal liggen hopen mest van deze dieren. Als we weer verder wandelen om een kijkje te gaan nemen in de vogelkijkhut, komen we ze tegen. Daarover zal Louis in een volgende aflevering wel meer vertellen.
Lees ook: Aan het water bij de Nederrijn – Deel 4
______________________________________________________________________________________________________________________
Bekijk ook het filmpje: