Dat onze voorouders de rechte bomen in het bos hebben gekapt is een fabeltje
In deze tijd van het jaar lopen we graag in het Speulderbos bij Garderen. Dan zijn daar veel paddenstoelen te zien (volgende week). Een deel van het Speulderbos bestaat uit een donker woud met kromme bomen. Ze noemen het ook wel het bos met de ‘dansende bomen’.
Fabeltje
Over de oorsprong van het bos wordt vaak gezegd dat de bewoners van de streek vroeger de rechte stammen hebben gekapt, zodat de kromme bomen zijn overgebleven. Dat is een fabeltje! Alle grote eiken zijn vroeger gekapt voor de bouw van schepen. Het bos is daarna een hakhoutbos geworden. Dat de bomen vaak zijn afgehakt kun je zien aan de stronken van de omgevallen dode eiken die overgroeid zijn door beuken. Na de Eerste Wereldoorlog kon het Speulderbos nauwelijks bruikbaar hout leveren en ‘raakte in een kritieke situatie’. Uiteindelijk werd het bos in 1918 verkocht aan Staatsbosbeheer. Het hakhout is op spaartelgen gezet, dat wil zeggen dat van elke pol hakhout een mooi recht stammetje werd gespaard. Dat de bomen zo krom zijn geworden, komt omdat ze zijn opgegroeid uit kreupelhout. Het zogenaamde ‘Boombos’ heeft de status van ‘Bosreservaat’ gekregen: er wordt geen hout gekapt en dode bomen blijven liggen. Er is nog een fabeltje!
Dansende bomen
Het Speulderbos was vroeger een plek waar het ’s nachts spookte. In de boerderijen in de omgeving werden griezelige verhalen verteld over het bos met de ‘dansende bomen’. ‘Eeuwen geleden zwierf hier door de streek een muzikant. Niemand weet meer hoe hij heette. Hij speelde op zijn viool in herbergen en logementen in de dorpen op de Veluwe. Op een dag loopt hij, met zijn viool onder zijn arm, in gedachten verzonken door het Speulderbos. Hij heeft de avond daarvoor gespeeld op kasteel Staverden. De jonkers van Staverden hadden een groot feest georganiseerd, waarbij ook de freules van Leuvenum waren uitgenodigd en ze hebben hem gevraagd om te komen spelen op zijn viool. Het was natuurlijk prachtig als je een keer in een kasteel mocht spelen, in plaats van in een logement. Hij had zich daar veel van voorgesteld, maar het was geen mooi feest. Wel voor de jonkers en de freules, maar niet voor hem, want ze hebben de hele avond een beetje vervelend tegen hem gedaan. Hij moet steeds maar doorspelen, uren achtereen. Eventjes uitrusten is er niet bij. Tot diep in de nacht zijn de danspartijen doorgegaan. Gelukkig kan hij in het koetshuis blijven slapen, maar van slapen is niet veel gekomen door een blaffende hond. Bà, wat een feest. Zelfs de fooi viel tegen na zo’n lange avond. Nee, hij is er een beetje verdrietig van.
Nu is hij op weg naar Garderen. Misschien kan hij bij De Bonte Koe wat muziek maken, tenminste als er gasten zijn. Ineens hoort hij hoefgetrappel op het bospad. Het zijn ruiters. Dichterbij gekomen herkent hij één van de jonkers van Staverden. Het is het hele gezelschap waarvoor hij gisteravond gespeeld heeft. ‘Hé, dat is onze muzikant. Je moet weer voor ons spelen. Hier is een mooie open plek,’ roepen ze. ‘De dag en het uur zijn niet goed om muziek te maken’, waarschuwt de muzikant. Maar ze dringen aan dat hij moet spelen. Hij heeft immers niets te vertellen. De ruiters stappen af en de muzikant begint op zijn viool te spelen. Even later is het gezelschap aan het dansen op de open plek in het bos. Hij speelt met tegenzin dezelfde liedjes als de avond daarvoor en kijkt niet eens naar de dansende mensen. Het is nu al de tweede keer dat ze hem te grazen nemen.
Halverwege een mooi stuk muziek verstijft plotseling zijn arm. Hij kan niet meer spelen en kijkt op… Alle dansers zijn verdwenen. Ze zijn veranderd in bomen: kromme bomen die elkaar lijken te omhelzen. Voor straf zijn de ruiters veranderd in dansende bomen. Hij kan zijn ogen niet geloven. Later vertelt de muzikant het verhaal in De Bonte Koe in Garderen, maar niemand wil hem geloven. ‘Ga zelf maar kijken in het bos’, verzekert de muzikant. ‘Dan zie je vanzelf de dansende bomen.’
Ook gepubliceerd in: Barneveldse Krant – 03-11-2018 – Aflevering 638